In Rotterdam is het aantal diefstallen met geweld na de coronaperiode fors toegenomen, terwijl Utrecht een veel stabieler beeld laat zien. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en gesprekken met lokale veiligheidsexperts. De verschillen tussen de twee steden roepen vragen op over de oorzaken en de manier waarop gemeentes omgaan met veiligheid en criminaliteit in de stad.
Sinds de pandemie lijkt Rotterdam te kampen met een structurele toename van agressieve criminaliteit, met name binnen de detailhandel. In Utrecht blijft het aantal geregistreerde diefstallen met geweld juist laag. Een vergelijking van de twee steden maakt zichtbaar hoe verschillend de nasleep van corona kan uitpakken. Uit cijfers van het CBS blijkt dat het aantal diefstallen met geweld in Rotterdam na de lockdowns weer snel is toegenomen. In 2021 — het jaar van de avondklok — bereikte het aantal delicten een dieptepunt, maar in de jaren daarna steeg het aantal incidenten weer flink. In 2024 ligt het aantal inmiddels weer op het niveau van voor corona. In Utrecht daarentegen is geen sprake van een vergelijkbare stijging; het aantal incidenten ligt daar beduidend lager en daalt licht.
diefstal met geweld per 100.000 inwoners
De grafiek laat duidelijk zien dat de rode lijn (Rotterdam) sinds 2021 weer omhoogschiet, terwijl de blauwe lijn (Utrecht) relatief vlak blijft.
Ondernemers ervaren meer agressie
Volgens Sander Overeijnder, adviseur bij het Platform Veilig Ondernemen (PVO) in Rotterdam, is er onder ondernemers een duidelijk gevoel van toegenomen agressie. “We krijgen veel signalen van winkeliers dat het gedrag van klanten is veranderd. Ze worden sneller agressief, hebben een korter lontje,” zegt hij. “Het aantal diefstallen met geweld an sich is moeilijk precies vast te stellen zonder lokale politiecijfers, maar de algemene toename van agressie is evident.” PVO merkt dat vooral in de retail en horeca de vraag naar trainingen ‘omgaan met agressie en geweld’ de laatste jaren sterk is toegenomen. Ook het Collectief Winkelverbod (CWO), waarbij meerdere winkels gezamenlijk iemand kunnen weren bij overlast of criminaliteit, wordt steeds vaker ingezet.
De oorzaken van de toegenomen agressie en criminaliteit liggen volgens Overeijnder deels in de nasleep van de coronacrisis. “De pandemie bracht economische onzekerheid met zich mee. Mensen kwamen in de problemen en dat kan leiden tot meer crimineel gedrag,” legt hij uit. “Daarnaast zorgden de lockdowns voor sociale isolatie en mentale druk, met name bij jongeren.”Een andere factor is volgens hem de verschuiving in handhaving tijdens de pandemie. Politie en handhavers moesten zich richten op het naleven van coronaregels, waardoor andere vormen van criminaliteit minder aandacht kregen. “Dat heeft mogelijk een vrijbrief gegeven aan bepaalde groepen,” aldus Overeijnder.
Utrecht ziet andere dynamiek
In Utrecht klinkt een ander geluid. Volgens Sari Klatter, clustermanager wijkveiligheid bij de gemeente Utrecht, is er geen sprake van een toename in diefstallen met geweld. “Onze cijfers blijven vrij stabiel,” zegt ze. “Maar ook wij merken dat de aard van de incidenten verandert. Er is meer sprake van verbaal geweld in winkelstraten.”Klatter wijst eveneens op de rol van economische stress en sociale spanningen, maar benadrukt dat de gemeente vooral inzet op preventie. “We werken met buurtpreventieteams, bieden trainingen aan ondernemers en zoeken actief samenwerking met de politie,” aldus Klatter. “Dat helpt om de drempel voor crimineel gedrag te verhogen.”
Zowel in Rotterdam als in Utrecht ligt de nadruk inmiddels op preventieve maatregelen. In Rotterdam zijn dat onder andere trainingen, betere cameratoezicht en het Collectief Winkelverbod. In Utrecht draait het vooral om samenwerking op wijkniveau en het vergroten van sociale controle. Hoewel de context en aanpak verschillen, onderstrepen beide bronnen dat de agressie in de openbare ruimte een blijvend punt van aandacht is.