Utrecht Zuid

Selecteer Pagina

Rietje woonde met acht onderduikers zonder dat destijds te weten

Rietje woonde met acht onderduikers zonder dat destijds te weten

Rietje de Haan met een schoolmapje vol foto's van vroeger.

RIVIERENWIJK – In de Spaarnestraat woont mevrouw Rietje de Haan van 84 jaar. Ze vertelt en herdenkt zelfs na 80 jaar vrijheid nog steeds het verhaal van haar familie, die acht Joodse onderduikers verstopten tussen 1942 en 1945. Maar Rietje mocht daar niks van weten.

 

‘Mijn ouders besloten na de invoering van de Jodenster onderduikers in huis te nemen.’ Vader Wopke was al onderdeel van het verzet in het begin, als wapeninstructeur van de Binnenlandse Strijdkrachten. En zij hielpen Joden aan een veilig onderduikadres en brachten vervolgens zelf ook mensen onder in hun huis in Rivierenwijk. ‘Zij het niet eerlijk vonden om alleen van anderen te vragen hun leven te riskeren.’

Zo kwamen er in 1942 acht Joodse onderduikers bij de familie van vijf wonen. En dat was een hele onderneming, want het gezin bestond naast vader en moeder, ook uit Rietje zelf en haar twee oudere zusjes die destijds negen en vier waren. ‘Mijn zusjes en ik hebben nooit geweten dat er mensen in ons huis waren. Dat hebben onze ouders voor ons verborgen gehouden destijds, voor onze veiligheid en die van hen. ‘Mijn zusje is daar ooit heel boos over geworden. Ze zei dat doordat onze ouders vreemde mensen gered hadden, haar jeugd haar ontnomen was.’ Zelf neemt Rietje dit haar ouders niet kwalijk. ‘Want ik ben geen slachtoffer van mijn jeugd, hoor. En mijn ouders hebben gedaan wat zij dachten dat goed was.’

Rietjes vader begon samen met een onderduiker de kruipruimte uit te graven, om zich in geval van nood daar te kunnen verstoppen. ‘Om de zoveel dagen oefende mijn vader een stappenplan om zo binnen vijf minuten samen met de onderduikers veilig in de kruipruimte te zitten. Dan deed mijn moeder het zeil over het luik, ging mijn kinderwagen er op en werd de drempel vastgetimmerd.’ In totaal heeft de familie in de oorlogstijd drie huiszoekingen doorstaan, deze “Arbeidseinsatz” waren niet gericht op het vinden van Joden, maar voor het vinden van jonge mannen tussen de 18 en 40 jaar die weigerden in Duitsland te werken. Tijdens één van deze huiszoeking ondervroeg een soldaat niet alleen moeder Heiltje over de locatie van haar man, maar ook Rietjes zusjes. ‘Zij wisten van niks en ik was nog een peuter dus zijn ze er niet achter gekomen.’ Niettemin was het alsnog spannend, want een soldaat bonkte  zo hard met zijn geweer op de gangvloer dat het een paniekaanval bij een onderduiker veroorzaakte, die verstopt zaten onder de gang. ‘Mijn vader heeft hem gelukkig weten te kalmeren. Als we ooit gepakt waren, had ik hier vandaag niet gezeten.’

Het eten, de was, en allermeest het verstopt blijven, allemaal in een gewoon rijtjeshuis in Rivierenwijk was riskant. ‘De buurvrouw vroeg ooit aan mijn moeder waarom ze telkens zo veel was buiten had hangen en mijn moeder vertelde dan dat ze de was deed voor haar zuster, om haar te helpen. Mijn moeder loog niet, maar ze noemde het een krijgslist.’ Niet liegen was moeilijk want met drie jonge kinderen in huis moest er dan ook extra voorzichtig gehandeld worden, om maar niet ontdekt te worden. ‘Er werden sloten op alle deuren gedaan, slaapkamers, wc’s en als wij in een ruimte aan het spelen waren, werd die op slot gedaan want wij mochten niks weten. Allemaal zodat wij niet per ongeluk dingen zagen.’

‘Na de oorlog richtte iedereen zich op de wederopbouw en pas later hebben de onderduikers en mijn ouders stukje bij beetje dit verhaal aan mij en mijn zussen verteld.’ Rietje worstelde door haar tijd in de oorlog lang met mentale problemen. ‘Het was ernstig want ik heb heel veel therapie nodig gehad.’ Rietje was niet de enige die het na de oorlog zwaar had. Haar vader kreeg een burn-out en haar moeder vond het moeilijk om het huis uit te gaan na de bevrijding. ‘Als je telkens verteld wordt dat dingen die je hoort en soms zelfs ziet niet bestaan is dat wel heftig. Ik heb helemaal geen herinneringen aan de oorlog, omdat ik me niks mocht herinneren.’

En nu, 80 jaar sinds de bevrijding vertelt Rietje het verhaal van haar familie nog steeds, op scholen als gastspreker van Westerbork. ‘Kinderen stellen vaak zulke goeie vragen en tegelijkertijd zijn ze heel voorzichtig met mij. Ze mogen me alles vragen.’ Rietje houdt al haar leven lang goed contact met de onderduikers en ziet nu hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen nog. ‘Ze zijn als familie, allemaal. Af en toe komen er nog kleinkinderen vanuit Israël of zie ik ze bij herdenkingsceremonies.’ Want herdenkingsceremonies ziet Rietje regelmatig. ‘Maar ik ga alleen als ik een rol kan vervullen of dit verhaal mag vertellen. En ik herdenk niet alleen op 4 mei. Dit herdenk ik elke dag en draag ik elke dag met mij mee. De oorlog is een deel van mij en heeft mij onomkeerbaar gevormd.’

Over de auteur

Juno Smit

Juno Smit (2005) uit Houten is eerstejaars student journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Zij koos voor deze studie omdat ze altijd al nieuwsgierig is geweest en graag nieuwe meningen leert kennen. Haar ambitie is om later te werken in de kunst & culturele journalistiek. Juno heeft in 2020 meegewerkt aan de 4 & 5 mei Overvecht podcast, waarin ouderen uit Utrecht over de Tweede Wereldoorlog vertellen.