Transwijk – De stem van Mundo Joseph is vastberaden, ondanks alles wat hij heeft meegemaakt. Geboren in Oeganda en nu woonachtig in Utrecht-Zuid, vertelt hij over een leven dat werd gedomineerd door politieke onderdrukking, geweld, en uiteindelijk een gedwongen vlucht.
“Ik ben journalist,” zegt hij. “Dat ben ik altijd geweest.” In zijn thuisland werkte hij bij een onafhankelijk radiostation, waar hij verslag deed van lokale kwesties, corruptie binnen de politie, en het wanbeleid van de regering. Zijn kritische houding kwam hem duur te staan. “Ze wilden me het zwijgen opleggen. Maar ik kon niet zwijgen.”
In 2009 werd hij voor het eerst gearresteerd nadat hij een radio-uitzending had opgenomen over een politiek conflict bij de grens tussen Oeganda en Zuid-Soedan. “Soldaten kwamen de studio binnen en namen me mee. Ze sloegen me, ondervroegen me. Alleen maar omdat ik vragen stelde.” Terwijl andere journalisten met banden met de overheid met rust werden gelaten, werd hij het doelwit.
De onderdrukking hield niet op. In 2010 berichtte hij over landonteigening. Grond die ooit vrijwillig was afgestaan door zijn gemeenschap om vluchtelingen uit Zuid-Soedan op te vangen, werd door de Oegandese overheid ingenomen voor eigen gebruik. Mundo probeerde het verhaal te brengen. “Ouders kwamen naar mij. Ze zeiden: dit is ons land, we gaven het tijdelijk, en nu nemen ze het af.” Zijn verslag leidde tot bedreigingen, intimidatie en opnieuw geweld.
Het dieptepunt kwam in 2022, toen hij publiceerde over verdwenen politiedossiers in Kampala. Een vrouw had hem benaderd omdat het verkrachtingsdossier van haar dochter meerdere keren ‘verdween’ op het bureau. Mundo stelde de politie ter verantwoording, en opnieuw kwam hij onder druk te staan. “Ze zeiden: denk je dat je ons kunt controleren? We zullen zien wie sterker is.”
Die avond moest hij vluchten. Binnen enkele weken liet hij zijn familie, zijn werk en zijn thuisland achter. “Ik had mijn laptop, wat papieren, en dat was het. Ik had geen keuze. Als ik bleef, leefde ik nu misschien niet meer.”
Sinds juni 2022 woont hij in Utrecht-Zuid. Zijn verblijf is onzeker: een verblijfsvergunning heeft hij nog niet. Hij zit in een langdurige asielprocedure. “Ik wacht. Ik weet niet wat er komt. Maar ik wil niet stilstaan.” Inmiddels volgt hij een tussenopleiding die hem voorbereidt op een mogelijke toekomst in Nederland. “Als ik mag blijven, wil ik werken. Studeren. Iets bijdragen.”
Zijn leven in Nederland is fysiek veilig, zegt hij. “Ik slaap rustig. Ik word niet gezocht. Dat is al veel waard.” Maar mentaal voelt hij zich vaak geïsoleerd. “Niemand luistert naar mijn verhaal. Niemand weet wat ik heb doorstaan. Mensen denken: hij is gewoon een asielzoeker.”
Toch blijft hij geloven in het delen van zijn verhaal. “We moeten blijven praten. Over onrecht. Over machtsmisbruik. Ook hier.” Hij spreekt met bewondering over de Nederlandse rechtsstaat. “Hier is kritiek toegestaan. Media mogen vrij schrijven. Dat is een groot goed. Dat moeten mensen koesteren.”
Wat hem het meest raakt, is dat zijn oude gemeenschap in Oeganda nog altijd lijdt onder onderdrukking en armoede. “Onze mensen zijn gemarginaliseerd. Ze vragen al jaren om een brug, zodat kinderen veilig naar school kunnen. Zelfs dat komt er niet.” Zijn boodschap blijft hetzelfde als in de rediostudio. “Ze verdienen beter. Iedereen verdient beter.”
Hoewel zijn toekomst onzeker is, wil Mundo hoop houden. “Ik heb niets, maar ik heb wel mijn overtuiging. Ik wil laten zien dat een vluchteling meer is dan een vluchtverhaal. Ik ben een journalist. Een mens. Iemand die gelooft in gerechtigheid.”