MERWEDE – De nieuwe stadswijk Merwede wordt de grootste autovrije wijk van Nederland. Daarom is demissionair minister van Volkshuisvesting, Mona Keijzer, op maandag 26 mei aanwezig bij de eerste steenlegging van deze nieuwbouwwijk in Utrecht. Het doel van de wijk is om auto’s zo veel mogelijk weg te houden uit de buurt. Toekomstige inwoners kunnen zowel positieve als negatieve effecten in de praktijk verwachten.
Autobezit omlaag
Een autovrije wijk houdt in dat het gebied is ingericht op het gebruik van voetgangers en fietsers. Dit betekent dus dat de parkeernorm naar nul moet, huishoudens beschikken dan in de desbetreffende wijk niet over auto’s. In werkelijkheid ligt deze norm volgens hoogleraar planologie Ton van Rietbergen tussen de 1 en de 1,2 per huishouden. ‘Het realiseren van een wijk zoals Merwede is lastig, want merendeel van de mensen wil een auto nabij hebben. Hierdoor ontstaat er een conflict tussen de projectontwikkelaars, die willen voldoen aan de eisen van de toekomstige bewoners en bijvoorbeeld het gemeentebestuur die een veilige en klimaatvriendelijke omgeving wil bieden’, aldus Van Rietbergen. Ook blijkt uit onderzoek van de ANWB dat slechts 20% positief is over het verwezenlijken van autovrije wijken in Nederland, dat percentage bestaat met name uit jonge mensen uit steden. In steden zijn er namelijk voldoende alternatieven voor de auto, zo verklaart ook Van Rietbergen de keuze voor de locatie van Merwede: ‘Als je wilt beginnen met minder auto’s bij de huizen, dan moet je alternatieven zoals het openbaar vervoer hebben. Merwede ligt relatief dicht bij het Centraal Station van Utrecht. Zodra inwoners makkelijk bij het Centraal Station kunnen komen, is het bezitten van een auto niet noodzakelijk.’
Autovrij in de praktijk
Hoewel landelijk niet iedereen positief blijkt over een autovrije wijk, zorgt deze vormgeving van een wijk voor meer ruimte voor sociaal contact tussen de bewoners. ‘Door de vermindering van geparkeerde auto’s in de wijk, komen bewoners elkaar sneller tegen op straat, want er kan over de weg gelopen worden zonder telkens opzij hoeven te springen voor een auto’, verklaart Van Rietbergen. Daarnaast wordt ook de speelveiligheid van kinderen bevorderd in een autovrije wijk. In een onderzoek van Jantje Beton gaf 18% van de ouders aan dat onveilig verkeer een belemmering is voor het buitenspelen van kinderen. Deze drempel wordt weggehaald in een autovrije wijk. Ook Jan Willem Kluit heeft dit ervaren, hij woont 27 jaar in de autovrije wijk het GWL-terrein in Amsterdam. Kluit: ‘Het geeft een stuk vrijheid voor de kinderen. Op het GWL-terrein was het ook een van de doelen om de belangen van het langzame verkeer voorop te stellen. Het is belangrijk dat kinderen zonder zorgen buiten kunnen spelen.’
Toch stuit een autovrije wijk ook op problemen, zoals overlast door fietsers met een hoge snelheid. Er geldt namelijk geen verbod voor alle bestuurders. Ook in Merwede wordt de wijk ingericht met het doel om bewoners zich te laten verplaatsen per voet of fiets. Daarentegen is er geen verbod op licht elektrische voertuigen, onder deze voertuigen vallen ook de speed pedelecs en brommers. Deze voertuigen hebben een maximale snelheid van 45 kilometer per uur en kunnen problemen opleveren voor de langzame leefstijl van de wijk. ‘Mensen willen via de kortste weg hun bestemming bereiken, het gevolg is dat ze op welke fiets dan ook hard door de buurt rijden. Zo ontstaat er een spanningsveld tussen voetgangers en fietsers. De elektrische fietsers zijn in autovrije wijken dus een groter gevaar dan de auto’s’, ervaart Kluit.
Beleid nodig
Om een wijk zoals Merwede dus in de praktijk te laten werken is een duidelijk beleid met betrekking tot het verkeer van essentieel belang, zo beamen hoogleraar Van Rietbergen en bewoner van het GWL-terrein Kluit. Van Rietbergen: ‘Alle veranderingen zijn moeilijk, mensen zijn eenmaal gewoontedieren, dus als je dingen wilt veranderen dan zul je daar een helder beleid op moeten voeren.’ Door middel van een beleid hebben de bewoners inzicht in de regelgeving omtrent auto’s, waardoor het autovrije aspect wordt genormaliseerd. Tevens blijkt uit de praktijk dat het ook een kwestie is van wennen. ‘Het is een idealistisch opgezette wijk, maar als bewoner weet je dat je in een autovrije wijk komt wonen. Nu zou ik ook niet anders meer willen’, geeft Kluit toe.