Utrecht – In de provincie Utrecht, waar ook De Bilt, Groenekan en Maartensdijk onder vallen, is al jaren geen toegankelijke Joodse geestelijke gezondheidszorg beschikbaar. Dit komt mede door de structurele afbouw van de extra financiering voor het Sinai Centrum, wat de enige GGZ-instelling in Nederland is met een eigen Joodse identiteit en juist deze dreigt nu ook nationaal verder weg te smelten.
Het Sinai Centrum kreeg jarenlang extra middelen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De reden dat ze het financierden, was mede om te helpen met voorzieningen als koosjer eten, rabbinale begeleiding en verdere veiligheidsmaatregelen. Dit zijn elementen die essentieel zijn voor het behouden van de Joodse identiteit in de zorg.Die extra financiering wordt sinds het jaar 2015 elk jaar met 5% afgebouwd. Dit is geregeld volgens een afbouwschema dat gebaseerd is op het overlijden van de eerste generatie Holocaustoverlevenden (geboren tot het jaar 1945). Door deze keuze komt de Joodse geestelijke zorg nu structureel steeds meer onder druk te staan.
Rabbijn Corrie Zeidler, geestelijk verzorger voor gedetineerden en rabbijn in de regio Utrecht, bevestigt dat het aanbod beperkt is:
‘Er is vrijwel geen Joodse zorg in deze regio; ik heb wel in Nieuwegein gewerkt maar daar stopt het al vrijwel.’
Ook bij Zohar van Tijn, voormalig beleidsmedewerker van het Sinai Centrum en zelf inwoner van Utrecht, spelen er zorgen:
‘Deze afbouw maakt het nóg moeilijker om passende zorg te bieden. Het is al heel lastig om zorg te bieden die echt aansluit bij de Joodse identiteit en uiteraard kan je met minder budget dat nog minder snel behalen.’
In het Sinai Centrum zijn de wachttijden inmiddels opgelopen tot gemiddeld 26 weken voor enkel een intake, en reken daar maar nog 20 weken daar bovenop voor de start van een behandeling.
De enige twee fysieke locaties bevinden zich in Amstelveen en Amersfoort. Utrecht wordt in dit verhaal vergeten en niet overwogen en heeft geen Joodse GGZ-instelling, terwijl de Liberale Joodse Gemeente (LJG) een groter ledenaantal heeft dan in Amersfoort. Dit valt dus op, aangezien Utrecht juist een grotere en actievere Joodse gemeenschap heeft dan in het groene Amersfoort. Er zijn meerdere synagogen, een cultureel centrum, onderwijs en zelfs Joodse studenten. Zelfs Joods Maatschappelijk Werk (JMW) geeft aan dat ze een grotere actieve Joodse gemeenschap hebben dan in Amersfoort.
Het JMW, dat in Nederland psychosociale ondersteuning biedt, heeft nog echter geen kantoor in Utrecht. Terwijl zij jaarlijk tussen de 12 en 13% van de Joodse bevolking in Nederland ondersteunen. Dit is een veel hoger percentage dan gemiddeld in de GGZ, en toch blijft de regio buitenspel.De afbouw van de financiering raakt niet alleen het zorgaanbod, maar brengt dus ook ethische vragen met zich mee.
Deze deelde voormalig Sinai-bestuurder Henrie Henselmans al eerder:
‘De Joodse identiteit van het Sinai Centrum wordt niet alleen bepaald door religie, maar zeker ook door de Shoah. Morele overwegingen leiden ertoe de extra financieringsstroom langzaam af te bouwen.’
Verloren gegaan
Hoewel de Joodse gemeenschap in Nederland relatief klein is, is de impact van generatietrauma, met name de Shoah, nog altijd sterk voelbaar binnen Joodse families. Dit toont het cruciale belang van op maat gemaakte zorg. In Utrecht ontbreekt echter elke vorm van lokaal aanbod.
Zowel professionals als betrokkenen uit de gemeenschap noemen dit een stille crisis. Want als er geen passende zorg beschikbaar is die rekening houdt met religieuze en culturele context, zullen de zorgbehoevenden letterlijk in stilte moeten lijden tot het er wél is.
Verdwijnend begrip
Dit verdwijnende begrip, dat zonder extra regionale hulp, politieke heroverwegingen nu steeds sneller dreigt verloren te gaan. De Joodse geestelijke zorg dreigt uit beeld te verdwijnen, terwijl de zorgvraag er nog altijd volgens de medewerkers is. Daarmee verliezen we in Nederland een noodzakelijke voorziening voor mensen met een unieke zorgvraag.