DICHTERSWIJK – De ouders van OBS De Kleine Dichter sluiten zich massaal aan bij de actie van de stichting Smartphonevrij Opgroeien. Op 28 mei heeft deze beweging deelgenomen aan een rondetafelgesprek met de commissie Digitale Zaken om hun visie te presenteren. Ook op OBS De Kleine Dichter kiezen steeds meer ouders ervoor om hun kind smartphonevrij op te voeden.
Ouderpact
Inmiddels hebben 159 ouders van De Kleine Dichter het ouderpact van de stichting Smartphonevrij Opgroeien ondertekend, met dit aantal hebben ze de grootste aanhang in de stad Utrecht. Uit eerder onderzoek van het NOS Jeugdjournaal blijkt dat 50% van de kinderen tussen de 9 en 13 jaar zichzelf telefoonverslaafd vindt. Stichting Smartphonevrij Opgroeien ziet deze problematiek ook en heeft daarom een gemeenschap opgebouwd waar ouders elkaar stimuleren om hun kind zonder smartphone te laten opgroeien. Dit wordt gedaan door het ondertekenen van een ouderpact, een fictief contract waarbij ouders afspreken om hun kind jonger dan veertien jaar niet eerder een mobiele telefoon te geven. Op deze manier willen ze de kinderen optimaal gebruik laten maken van hun kindertijd, zonder afleiding van de digitale wereld. Ook artsen ondersteunen het initiatief van Smartphonevrij Opgroeien, zo werd duidelijk in een brandbrief aan de Tweede Kamer die ze verstuurden op 26 mei. Hier benadrukken zo’n 3000 artsen dat het bezitten van een telefoon fysieke en mentale effecten voor kinderen kan veroorzaken.
Ook op OBS De Kleine Dichter zijn ouders zich bewust van de gevaren van een smartphone. Daarom pleiten ouders voor een smartphonevrije opvoeding. Volgens Arjaen Smits, voorzitter van de medezeggenschapsraad op de basisschool vanaf komend schooljaar, zijn er diverse redenen waarom steeds meer ouders voor deze manier van opvoeden kiezen. ‘Smartphones zijn hartstikke verslavend, ze wekken een dopamine-effect op. Hierdoor schijnen kinderen minder plezier te hebben in de echte wereld, zoals het afspreken met vrienden en het doen van andere leuke dingen’, aldus Smits. De verslaving is niet het enige waar hij voor waakt, ook ziet hij gevaar in bedrijven die media gebruiken om geld te verdienen. Hij stelt dat de bedrijven profiteren van de kinderen: ‘Een algoritme kan kinderen ervan overtuigen dat ze bepaalde dingen moeten hebben, op die manier willen ze geld verdienen aan kinderen.’ Als laatste ziet Smits gevaar in de toegankelijkheid die smartphones bieden. Door een breed aanbod aan mediakanalen kunnen kinderen met iedereen in contact komen. Volgens Smits kan dit gevaarlijk zijn, aangezien de motieven van de mensen niet altijd duidelijk zijn: ‘Je laat je kind ook niet een paar uur per dag met twintig vreemde mensen in een kamertje, omdat ze zo graag met je kind willen praten. Via de telefoon doe je dat indirect wel.’
Eerder mediabegeleiding nodig
Desondanks is niet iedereen een voorstander van het stellen van een leeftijdsgrens op de toegang tot een mobiele telefoon. Mediapedagoog Jacqueline Kleijer is van mening dat veertien exact de verkeerde leeftijd is om een smartphone te introduceren in het leven van kinderen: ‘Veertien is de leeftijd waarin kinderen zich gaan verzetten tegen hun ouders, op dit punt hebben ze dus al een basis nodig om de digitale wereld te betreden.’ Deze basis bevat het bewustzijn over de werking van sociale media, het oplossen van online conflicten en jezelf beveiligen tegen gevaren. Kinderen hebben begeleiding nodig op een jongere leeftijd, zodat ze later op een verantwoorde manier om kunnen gaan met een smartphone. De mediaopvoeding van ouders moet dus al op de basisschool plaatsvinden, zodat ze kunnen meekijken met de acties van hun kinderen. Kleijer: ‘Als je kinderen pas op hun veertiende online laat zonder begeleiding, dan kan het zijn dat ze direct alle fouten maken waarvoor de ouders aanvankelijk het online gaan hadden verboden.’
Mediawijsheid
Toch zijn beide partijen het erover eens dat de juiste mediaopvoeding voor kinderen van essentieel belang is. ‘Mediaopvoeding is een te klein onderdeel van onze maatschappij, ouders weten vaak niet wat ze moeten doen’, legt mediapedagoog Kleijer uit. ‘Het probleem ligt eigenlijk bij hoe er in het algemeen door ouders omgegaan wordt met media. Er is begeleiding nodig. Je gaat je kind toch ook niet in het diepe gooien zonder zwemdiploma?’ Hoewel De Kleine Dichter een duidelijk telefoonverbod heeft op school, ziet ook ouder Smits in dat les in mediawijsheid voordelen met zich meebrengt: ‘Het is vervelend als problemen pas in de praktijk worden ontdekt, dat is te laat. Lessen op school kunnen ervoor zorgen dat kinderen zo snel mogelijk wegwijs kunnen worden online.’ Daarnaast benadrukt hij ook dat smartphonevrij niet hoeft te betekenen dat kinderen volledig zonder mobiele telefoon opgroeien. Smits: ‘Het belangrijkste is dat kinderen vrij zijn van alle indrukken die een smartphone met zich meebrengt en dat het niet al te veel negatieve invloed uitoefent op het kind. Ook dat noem ik al smartphonevrij, dat is een goede nuance.’