KANALENEILAND – Coen Mobach is een drijvende kracht achter een schoner en groener Kanaleneiland. Als sociaal voorlichter en (voormalig) energiecoach zet hij zich dagelijks in voor zijn wijk, onder andere via buurtacties, voorlichting en vergroening. Hij is werkzaam bij het Wijkinformatiepunt Kanaleneiland, dat onder de wijkcoöperatie valt en is gevestigd in het Krachtstation. Vanuit daar helpt hij bewoners met allerlei vragen en problemen, zoals het leren van de Nederlandse taal en duurzaamheid. En nu de Dag van het Milieu immers is aangebroken, is het een goed moment om stil te staan bij mensen zoals Coen Mobach die zich ondanks alle uitdagingen blijven inzetten voor hun wijk.
De wijkcoöperatie in Kanaleneiland merkte al enkele jaren geleden dat veel bewoners met vragen en problemen geen idee hebben waar ze hun informatie moeten zoeken, zeker als ze de taal niet kennen of niet digitaal vaardig zijn. Als bijdrage tot een oplossing brengt Mobach de informatie naar hen toe. ‘Daarvoor heb ik een papieren sociale kaart gemaakt,’ legt hij uit. ‘Zodat mensen niet hoeven zoeken naar de informatie, maar dat de informatie naar hen toekomt. Zo raak ik ook beter in contact met hen en kan ik ontdekken waar hun vragen liggen.’
Daarnaast gebruikt hij zijn rol om bewoners te motiveren zich in te zetten voor een groenere leefomgeving. Naast het Wijkinformatiepunt Kanalaneiland zijn er ook Whatsapp groepen zoals “Groene Vingers” en “Schoon Kanaleneiland” waarin veelzijdige berichten worden gestuurd, zoals over aangeboden stekjes of websites met groene tips. Het is Mobach opgevallen dat veel mensen plantsoenen en geveltuintjes, wat andere buurtbewoners weer inspireert. In de whatsapp groepen wordt dan ook hulp aangeboden. ‘Er is een levendige uitwisseling. Zelfs mensen uit het volkstuinencomplex aan de overkant van het kanaal doen mee.’
Een succes is de Alexandertuin, een betegeld plein dat met gemeentelijk budget, genaamd de Buurtagenda werd omgetoverd tot een groene plek. De tuin is feestelijk geopend samen met de woningcorporatie en de gemeente. ‘Sindsdien weten mensen mij wel beter te vinden.’ vertelt Mobach. ‘Door dit soort activiteiten en kleine evenementen te houden, maak je jezelf meer kenbaar. Zo komen mensen sneller met de vraag of ik hen kan helpen met het vergroenen van hun buurt.’
De samenwerking met de gemeente loopt vlot. Dit komt doordat Mobach directe contact heeft met het wijkbureau en de ambtenaren. ‘We kunnen snel schakelen en de communicatie loopt voorspoedig wanneer dat nodig is,’ vertelt Mobach. Hij wil nu meer activiteiten organiseren in de Alexandertuin. Het huidige groepje dat de tuin onderhoudt is nog redelijk klein. ‘We hopen door deze activiteiten meer mensen te betrekken.’
Maar of dat gaat lukken, is de vraag. ‘Veel bewoners hebben andere prioriteiten. Het valt mij op dat veel tuinen rondom de Alexandertuin nog volledig betegeld zijn. Dat is voor mij echt een doorn in het oog,’ zegt Mobach.
Eind mei, tijdens de eerste Utrechtse Plandeel Week, deed Mobach ook mee met zijn eigen plandelactie. Plandelen is wandelen plus plastic- en zwerfafval rapen. ‘Uiteindelijk kwamen er zes mensen opdagen, wat minder was dan gehoopt. ‘Toch hebben we samen een flink aantal zwerfafval opgehaald,’ vertelt hij. Samen met Dirk Supermarkt was er ook fruit voor de deelnemers. Mobach had ook afval-bingokaarten meegenomen om het leuker te maken. Eerder die week was hij aanwezig bij de opening van de Plandelweek bij het MBO Utrecht, waar Anton Damen (“Plandelman”) op dreef was om de studenten te enthousiasmeren.
Maar het blijft lastig om jongeren genoeg te betrekken, stelt Mobach. ‘Bij het MBO doen normaal maar drie of vier studenten mee aan de plandelacties. Daarom zijn de Plandelman, de Groene Postbode en ik nu bezig om een maandelijkse opruimacties op te zetten bij het Globe College en gekoppeld aan een les.’ Zo hoopt Mobach meer jongeren te bereiken en ook meer bewustzijn te creëren over het belang van een groene leefomgeving.
Wat opvalt is dat Mobach zelf nauwelijks plezier heeft van het plandelen. ‘Ik vind het eigenlijk verschrikkelijk. Maar de ergernis dat het afval er ligt is groter.’ Mobach beschrijft het soms als een soort strafcorvee. ‘Dit komt ook doordat ik zelf alles moet regelen, van posters plakken tot flyers uitdelen . Dan komen er vervolgens een paar mensen en de volgende dag ligt het afval er weer,’ gaf hij aan.
Ondanks dat gaat Mobach door. ‘Ik ben van de lange adem. Het sterke irritatiegevoel blijft me dus motiveren.’ Hetgeen wat hij mist is een team van mensen om hem heen. ‘Als je je kan inzetten met meer mensen, bereik je ook meer mensen. Dan worden de acties hopelijk groter en bekender in de buurt,’ zegt Mobach.
Voor de komende jaren ziet hij genoeg kansen. De gemeente Utrecht wil het autogebruik terugbrengen, zo komt er een autovrije wijk Merwede. Daarnaast is Kanaleneiland-Zuid een van de eerste buurten die van het gas afgaat en hiervoor moeten veel straten open. ‘Zodra die straten weer worden ingericht, liggen er kansen om de wijk groener te maken.’
Toch blijft hij ook realistisch: hij verwacht niet dat de mentaliteit van de bewoners snel zal veranderen. ‘Als we door blijven investeren in educatie en bewustwording bij de jeugd, dan bestaat er een kans dat die mentaliteit ook overspringt op de ouders.’
Voor wie denkt dat het zinloos is om bij te dragen aan de vergroening, heeft Mobach een duidelijk antwoord: ‘Je kunt klagen dat de gemeente het niet opruimt, of je steekt zelf de handen uit de mouwen. Zo maak je de wereld elke dag een stukje schoner, mooier én groener.”