UTRECHT – Het aantal woninginbraken in Utrecht-Zuid is in één jaar tijd gehalveerd. Toch voelen bewoners zich juist vaker onveilig. De sterke afname roept vragen op: wat gaat er goed in Utrecht Zuid en waarom voelt men zich dan nog onveilig?
In 2023 werden er in Utrecht-Zuid nog 4,2 woninginbraken per 1000 woningen gemeld. In 2024 is dat aantal teruggelopen naar 2,1. Deze daling is uitzonderlijk sterker dan in de rest van de stad. In Utrecht daalde het aantal woninginbraken van 3,1 naar 2,4 per 1000 woningen, In de totale cijfers zijn er dit jaar 147 woninginbraken in heel Utrecht geregistreerd, waarvan het in 38 keer ging om een poging zonder inbraak, blijkt uit cijfers van de politie.
Beveiliging en bewustzijn
Volgens het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) is de daling onder andere te verklaren door betere voorzorgsmaatregelen en meer bewustzijn, schrijft RTV Utrecht begin dit jaar.
Criminoloog Jossian Zoutendijk, gespecialiseerd in veiligheidsbeleving, ziet dezelfde trend. ‘Utrecht-Zuid lift mee op een bredere landelijke daling. We zien al twintig jaar een afname van woninginbraken in Nederland. Dat komt door verbeterde beveiliging, maar ook door veranderend gedrag,’ legt hij uit.
Toch waarschuwt Zoutendijk ook voor te veel vertrouwen in de preventiemaatregelen: ‘Deurbelcamera’s kunnen inbrekers afschrikken, maar ze kunnen ook het onderlinge vertrouwen in de wijk aantasten. Het kan voelen alsof mensen elkaar bespieden, en dat zorgt voor wantrouwen tussen buurtbewoners. Dat is juist slecht voor de positieve veiligheid.’
Veiligheid is meer dan cijfers
Opvallend is dat het veiligheidsgevoel van bewoners in Utrecht-Zuid niet is mee veranderd met het dalende aantal inbraken. In 2021 gaf 38 procent van de bewoners aan zich weleens onveilig te voelen. In 2023 is dat percentage gestegen naar 42 procent (CBS, 2023). Volgens Zoutendijk zijn de dalende cijfers van het aantal woninginbraken niet gelijk een teken voor meer veiligheidsgevoel. ‘Het veiligheidsgevoel is een lastige kwestie. Het is een vaak onbewust gevoel van zorgeloosheid,’ zegt de criminoloog. Hij stelt dat door high impact crimes zoals woninginbraken mensen zich vaker onveilig dan veilig voelen.
Er zijn meerdere factoren nodig om het veiligheidsgevoel in wijken te laten groeien. Zoutendijk geeft aan dat die factoren onder andere te maken hebben met de criminaliteit in de wijk, het vertrouwen in de politie en hoe goed mensen elkaar kennen. Dat past bij het idee van ‘positieve veiligheid’: het gaat daarbij niet alleen om het voorkomen van risico’s, maar juist om het versterken van vertrouwen, betrokkenheid en om naar elkaar te kijken in de wijk.
‘Eerder is onderzoek gedaan naar het effect van buurtpreventieteams op criminaliteit. In 2008 bleek dat goed georganiseerde buurtwachten effectief kunnen zijn bij het terugdringen van inbraken,’ zegt Zoutendijk. Daarentegen is het nu nog lastig te menten in Nederland maar wat wel duidelijk is dat het werkt als mensen elkaar aanspreken en samenwerken, duidt hij aan.
Hoewel het goed nieuws is dat er minder wordt ingebroken, zegt Zoutendijk dat echte veiligheid meer is dan alleen cijfers. ‘Beleidsmakers moeten niet alleen naar statistieken kijken, maar juist ook investeren in hoe mensen met elkaar omgaan en of er genoeg vertrouwen is in de wijk. Veiligheid is iets wat je samen maakt. En dat begint vaak met iets simpels: elkaar leren kennen, een praatje maken, signalen delen,’ voegt hij toe.
De sterke daling van woninginbraken in Utrecht-Zuid lijkt het resultaat van bewustzijn, technologie en preventieve maatregelen. Toch is die vooruitgang kwetsbaar, zolang het gevoel van veiligheid achterblijft. Echte veiligheid zit niet alleen in cijfers – maar ook hoe mensen met elkaar samenleven.