KANALENEILAND – De gemeente Utrecht heeft de plannen gepubliceerd hoe ze de inwoners van Utrecht de komende twee jaar in beweging gaan krijgen en houden. Dit is verwerkt in hun “uitvoeringsprogramma Sport en Bewegen 2025-2026”. Hierin focussen ze zich op sportstimulering van de Utrechters met een laag sociaaleconomische positie (SEP).
Op 19 mei publiceerde de Nederlandse sportorganisatie NOC*NSF het rapport “Zo Sport Nederland”. Uit cijfers blijkt dat van jongeren die niet deelnemen aan een sport met de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar ziet 20 procent het nut niet in van sporten en heeft 26 procent geen tijd om te sporten. In het uitvoeringsprogramma van de gemeente Utrecht ligt de focus onder andere op de niet sportende jongeren. De gemeente wil de mogelijkheid te creëren en de jongeren stimuleren om te sporten en bewegen.
Ondersteuning bieden
De gemeente Utrecht heeft de focus op jongeren met een lage SEP en willen hun ondersteuning bieden om te kunnen sporten en bewegen. Voor deze jongeren is het lastiger om deel te nemen aan sport doordat ze in hun thuissituatie lastig rond kunnen komen. In de Utrechtse wijken Zuid en Zuidwest zijn er buurten waar vaker sprake is van een lage sociaaleconomische status (SES), blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS (2022). Lage SES zou hier het vaakst voorkomen in de buurten Kanaleneiland-Noord en Kanaleneiland-Zuid waar het gestandaardiseerde inkomen het laagst ligt.
Er zijn verschillende financiële middelen die ondersteuning kunnen bieden om deel te nemen aan sport en bewegen. Jamilla Vervoort, beleidsadviseur Sport en Bewegen Utrecht, vertelt. ‘We proberen zoveel mogelijk drempels weg te nemen. Met de inzet van SportUtrecht focussen we bijvoorbeeld ook op wijken waar dat het meest nodig is.’ Stan Scheurink, coördinator en beleidsmaker bij SportUtrecht, weet welke financiële middelen ze kunnen bieden. ‘Er zijn verschillende subsidies en fondsen die ingeschakeld kunnen worden. Met SportUtrecht kijken we steeds welke mogelijkheden ingeschakeld kunnen worden om de doelgroep te helpen. Zijn mogelijkheden er niet, dan kan het zijn dat we vastlopen bij een doelgroep. Dan kaarten we dat aan bij de gemeente.’
Doelstellingen sportstimulering
De gemeente Utrecht legt bij de jongeren het heft in handen om te bedenken wat nodig is voor sport en beweging. Ze zijn hiervoor in gesprek en willen jongeren horen over hun behoeften, drempels, ideeën en kansen voor sport en bewegen. Vervoort legt uit hoe ze deze gesprekken aan gaan. ‘In de gesprekken met jongeren werken we samen Youngminds Utrecht. Samen kijken we naar hoe we jongeren vooropzetten in het benutten van ideeën, hiervoor werken we ook samen met jongerenwerk, buurtsportcoaches, welzijn etc.’
SportUtrecht wil de jongeren stimuleren om te sporten door rolmodellen in te zetten in wijken en op scholen. De rolmodellen moeten een voorbeeldfunctie invullen voor de jongeren. Scheurink vertelt wat deze rolmodellen in de wijken als Kanaleneiland kunnen betekenen. ‘Rolmodellen zijn personen die we op een voetstuk plaatsen omdat zij een uitgangspunt zijn voor de wijk. Deze personen kunnen jongens en meiden zijn die een positieve invloed hebben op de wijk, maar rolmodellen kunnen ook oudere personen zijn die op oudere leeftijd excelleren in een sport.’
Vanuit SportUtrecht zijn er nu 11 rolmodellen in de stad. Scheurink ziet een positieve ontwikkeling plaats vinden. ‘Ze dragen allemaal op een positieve manier bij. Je weet je dat de sportambitie generatie op generatie gaat worden doorgegeven. We zorgen ervoor dat het nu zichtbaarder gemaakt waardoor het aantrekkelijker wordt voor de nieuwe generatie om te blijven bewegen.’
