TOLSTEEG – Vijf jaar geleden kreeg Viola long covid. Ondanks dat alles wat haar ooit energie gaf nu alleen nog maar energie kost, lukt het haar om met een positieve blik naar de wereld te kijken. Ze organiseert nu buitenspeelactiviteiten voor de kinderen uit haar buurt en bouwt haar leven weer stap voor stap op, wetend dat het misschien wel nooit meer zoals vroeger zal worden.
De eerste paar maanden vooral in bed
‘Vrij vlot merkte ik al dat dit iets was dat niet zomaar over zou gaan. Eerst dacht ik dat het na een paar dagen thuisquarantaine wel weer oké zou zijn, maar na drie dagen werd ik opeens zo ziek en voelde ik me zo slap dat ik alleen maar in bed kon liggen. Anderhalve maand heb ik eigenlijk alleen maar gelegen; dat was wel heel heftig. Ik heb in die periode bijna alleen maar geslapen en een aantal keer aan de telefoon gehangen bij de huisarts, maar die wist het op een gegeven moment ook niet meer. Sindsdien is het gelukkig wel beter geworden dan die eerste paar maanden. Het einde is helaas nog steeds niet in zicht.
Het leven voor long covid
Vroeger als ik iets leuk vond, kon ik eindeloos door. Ik had een tomeloze energie: zodra ik enthousiast werd kon ik gaan, dan maakte het niet uit hoe laat het werd. Nu heb ik dat zó niet meer. Ik vond het vroeger heerlijk om naar feestjes te gaan, verschillende mensen te spreken of uit eten te gaan. Ik kon zo genieten van alle geluiden en de gesprekken om mij heen. Dat zijn allemaal dingen die nu veel meer moeite en energie kosten dan vroeger.
Ik heb toen echt even gedacht: hoe kan het zo zijn dat ik vroeger zo sprankelend was en nu totaal anders ben? Als je jezelf bent, hoort dat toch geen energie te kosten? Ik heb gemerkt dat de tank zo leeg is dat de dingen die vroeger vanzelf leken te gaan, mij nu helemaal leeg zouden trekken.
Loslaten
Positief blijven is niet altijd makkelijk geweest. Ik registreer niet meer alles wat er om me heen gebeurt, en dat is in het verkeer erg gevaarlijk. Daarom rijd ik al zo’n vijf jaar niet meer auto, terwijl ik vroeger vaak met m’n zoontje de auto pakte om op avontuur te gaan. Zo gingen we ook vaak naar de Efteling. We zijn in een jaar wel 21 keer naar de Efteling geweest; dan konden we ons uren vermaken. Maar dat kon opeens niet meer. Mijn zoontje is nu tien en kan zich die tijd nauwelijks meer herinneren. Daar ben ik ook echt wel even stuk van geweest. Nu denk ik bij mezelf dat hij die tijd misschien niet meer herinnert, maar het heeft wel iets uitgemaakt. De avonturen die we samen hebben beleefd, zijn nog altijd een veilige basis die hij met zich meedraagt.
Positief blijven
Als je me nu vraagt wat mij energie geeft, ben ik geneigd om te zeggen wat ik vroeger had gezegd: leuke dingen doen, mensen zien, lekker in het zonnetje zitten. Maar dat klopt nu niet meer. Op de bank liggen laadt me op; al het andere kost energie.
Vanbinnen ben ik nog steeds dezelfde: positief ingesteld. Daar waak ik ook bewust over. Als je slechts een schim van jezelf kunt zijn, is het makkelijk om in een depressie weg te glijden. Ik heb ook mijn lastige dagen en mag me best rot voelen, maar positief blijven en dankbaar zijn voor wat ik wél heb, zijn mijn ankers. Als ik voel dat ik wegzak, merk ik me dat ík kan kiezen: bij de pakken neerzitten of verdergaan. Mijn mentale gezondheid is het enige waar ik nog echt grip op heb; als ik dat laat schieten, heb ik niets meer. Dus daar waak ik voor.
Wat wél kan
Sinds een jaar kan ik weer fietsen, en dat is heel fijn, want dan wordt je wereld weer een beetje groter. Eerst kwam ik niet verder dan ik kon lopen, en dan is je wereld heel klein.
Het is belangrijk om dat soort dingen niet met vroeger te vergelijken. Vergelijk ik wat ik nu kan met vroeger, dan is het een enorme achteruitgang; vergelijk ik het met die eerste maanden, dan heb ik al zo ontzettend veel bereikt.
Voor mij is het belangrijk geweest om alles in perspectief te plaatsen. Het allerbelangrijkste is dat ik mijn kind écht aandacht kan geven en voor hem beschikbaar kan zijn. Dan gaat het niet per se om alle leuke dingen die je samen kunt doen, maar om de gezelligheid die je met z’n tweeën hebt en dat kan overal. Nu liggen we bijvoorbeeld samen op bed, kletsen en verzinnen we rare dingen. Gelukkig heeft hij een rijke fantasie, dus kunnen we toch nog overal naartoe.