Is er in de huidige maatschappij nog ruimte voor religie? En wat verstaan we dan onder religie? Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is Nederland een ‘ongelovig land’ geworden. De opkomst in kerken wordt minder terwijl de individu op zoek gaat naar andere vormen van zingeving.
‘Op zondag kunnen mensen naar de kerk, maar de diensten worden ook online uitgezonden via onder andere YouTube. Daar kijken meestal rond de 70 mensen naar. In de kerk zelf komen bijna geen bezoekers meer.’ Dit verteld Jan Boogaard, scriba en actief lid van de Sionskerk in Zeist. Deze protestantse kerk ziet de opkomst al jaren verminderen. Hoewel het er een stuk minder zijn dan vroeger ziet Boogaard mensen uit alle leeftijdscategorieën voorbijkomen. ‘Het zijn vooral de oude mensen. Verder komen er ook wel jongeren, maar dat zijn er heel veel minder.’ De minst vertegenwoordigde groep zijn de dertigers en veertigers. ‘In die generatie zit een flink gat, ze zijn niet meer gedoopt en hebben geen tijd voor de kerk in deze vierentwintiguursamenleving. Het gevolg hiervan is dat zij hun kinderen ook niet meer dopen of meenemen’ Volgens Boogaard ligt het niet alleen aan de turbulente maatschappij maar is er ook een link te leggen naar de rol van de kerk die in de afgelopen decennia sterk is veranderd. ‘Vroeger had de kerk meer invloed en macht op de samenleving, de prioriteit van het geloof is door de jaren heen gedaald bij de mensen.’
Verandering in het landschap
Wat Boogaard noemt, ligt in lijn met het onderzoek wat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed naar religie en spiritualiteit in Nederland. Uit het onderzoek ‘Buiten kerk en moskee’, wat verscheen op 24 maart 2022, concludeert het SCP dat de huidige generatie Nederlanders minder gelovig is in de traditionele vormen van religie. Een meerderheid van de bevolking bestaat tegenwoordig uit atheïsten en agnosten. Hiermee is het zwaartepunt van spiritualiteit verschoven naar de individu. ‘De zoektocht naar zingeving en zelfverwezenlijking’ zou een individuele reis zijn geworden. Hoe en wat Nederlanders geloven is veranderd, vindt ook Kees de Groot. De Groot is bijzonder hoogleraar Levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid en godsdienstsocioloog aan de universiteit van Tilburg. Dat de Nederlanders minder bezig zijn met het traditionele geloof is duidelijk, maar in welke vorm ervaren ze religie en spiritualiteit dan wel? ‘De gegroeide interesse voor spiritualiteit zette het afgelopen decennium niet echt door. Het geloof dat er geen God of hogere macht is, of de onzekerheid daarover, neemt duidelijk toe.’ ‘Het aantal gelovigen dat zich ‘spiritueel’ noemt nam van 40 naar 25 procent af. Wel is er een lichte groei in het aantal mensen dat zegt wel eens te mediteren of een cursus te volgen in deze sfeer.’ Tijdens het interview refereert hij vaak naar een eerder gesprek met hem in het Brabants Dagblad over deze kwestie. Zijn bevindingen baseert hij onder andere op het eerdergenoemde onderzoek van het SCP.
Het lijkt er dus op dat de manier van geloven en bezinnen aan het veranderen is. Waar de traditionele vorm vanuit de kerken op hogere machten en tradities is gefocust, is de ‘nieuwe’ individuele manier van spiritualiteit meer gefocust op zelf nadenken en specifieke onderdelen. De westerse individu neemt van meerdere geloven losse onderdelen, en maakt hier een eigen mengvorm van. Dit is mede een product van de moderne manier van leven met technologie en commercie, De groot verteld hierover het volgende: ‘De Tilburgse universiteit is afgelopen jaar een nieuw onderzoeksproject gestart. In gesprekken op straat en op televisie, op sociale media en in de politiek, in podcasts en vlogs wordt vaker verwezen naar het belang van stilte en bezinning, van herbronning en verbinding. Yoga en mindfulness zijn stukken populairder dan boeddhisme en hindoeïsme. Bepaalde spirituele technieken worden losgeweekt van hun levensbeschouwelijk verband en vinden hun weg in de bredere westerse cultuur, waarin veelal de wetten van de markt gelden.’ (Brabants Dagblad 24 mei 2022)
Oud of nieuw?
De nieuwe manier van geloven is niet weggelegd voor Boogaard. Hij is ervan overtuigd dat er altijd mensen aangesloten zullen blijven bij de traditionele religies, maar dat die groep steeds kleiner wordt is onvermijdelijk. Hier heeft hij gelijk in. De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van 2021 laten zien dat 19,8 procent van de Nederlandse bevolking het rooms-katholieke geloof aanhangt, gevolgd door 14,4 procent protestants, 5,2 procent islamitisch en 5,1 procent anders (bijvoorbeeld het hindoeïsme of jodendom). Dan houd je 55,4 procent aan atheïsten en agnosten over, en de verwachting is dat dit getal alleen nog maar zal stijgen. Wanneer je kijkt naar de procentuele hoeveelheden mensen die zich tot een geloof rekenden, zijn alleen de categorie ‘geen’ (atheïsten en agnosten) en de islam in percentage gestegen tussen 2012 en 2021. (Cijfers CBS) Hoe verder? De afnamen in opkomst én aanhangers zullen leiden tot sluiting en het slopen of herbestemmen van vele kerken in Nederland. Zonde! Als het aan Boogaard ligt, die gebouwen dragen en vertellen de geschiedenis van Nederland. Kees de Groot vindt dat er zeker ruimte voor religie in het Nederland zoals we dat nu kennen, enkel zullen de vormen er wat anders uit gaan zien. De Nederlander staat niet per sé achter een vaste religie, maar denkt wel na op spiritueel gebied en praktiseert ook. Dat is die huidige 55,4 procent en die zal alleen nog groter worden.