Onzekere tijden voor standhouders in Utrecht

Onzekere tijden voor standhouders in Utrecht

Foto: Ijskraam La Venezia gemaakt door Pepeyn Dubbeldam

De standplaatsen in Utrecht zijn de afgelopen paar maanden een verhit onderwerp voor gesprek geweest. Veel ondernemers zijn bang de plek waar ze nu staan te verliezen dankzij de Europese regelgeving. Die zorgt ervoor dat de vergunningen, die maar 10 jaar geldig zijn, niet verlengd kunnen worden. Ook was er sprake van het verplaatsen van de standhouders plekken, waardoor familiebedrijf La Venezia en Broodje Ben zelfs weg zouden moeten gaan van de oude gracht. Inmiddels is er een verlenging gekomen tot oktober 2025, maar is dit genoeg tijd voor de gemeente om dit op te kunnen lossen en wat betekent dit voor de ondernemers?

Romana de Lorenzo is de eigenaresse van La Venezia, een ijskraam in de binnenstad van Utrecht. Aan de oude gracht staat de rood witte ijscokar voorlopig nog tot oktober 2025. Ondanks dat er toch een overgangsperiode is gekomen, is ze hier niet over gerustgesteld. ‘We vonden het best wel raar toen we de nieuwe wetgeving te horen kregen eerder dit jaar,’ verteld Romana. ‘Het lastige is dat de gemeente zelf nog niet weet wat ze gaan doe. We zijn eerder in het jaar nagebouwd in het open lucht museum, en nu worden we uit de stad waar we begonnen zijn weggestuurd.’ De onzekerheid die van de beslissing van de gemeenteraad komt, is niet alleen bij Romana. Arne Huijgen heeft 5 jaar geleden zijn viskraam overgenomen en hij heeft de vergunning van de vorige eigenaar overgekocht, niet wetend dat de regelgeving eraan zou komen. Hij voelt zich ook ongehoord door de gemeente, omdat ze tot zover geen antwoorden hebben gegeven. ‘Bij de eerste informatieavond zijn wij met vragen gekomen, daar had de gemeente geen antwoord op. Ik vind het belachelijk, we werden gewoon verteld dat het niet hun probleem is.’

De gemeente en het college van B&W zijn momenteel in overleg om met een nieuw raadsvoorstel te komen. Er wordt voornamelijk onderzoek gedaan naar de mogelijkheid voor branchering, hierbij zou er door de hele stad gekeken worden waar er nieuwe en betere standhouder plaatsen zouden kunnen komen. Ook wordt er overlegd om de nieuwe vergunningen te verlengen naar 12 jaar in plaats van 10. Het eerstvolgende raadsvoorstel wordt pas in het eerste kwartaal van 2024 voorgelegd, ‘Dit geeft ons te weinig tijd.’ Verteld Arno Huijgens. Er zou dan nog minder tijd zijn om investeringen vast te leggen, waardoor er nog minder zekerheid in de toekomst komt. ‘In het slechtste geval ga ik failliet. Ik kan zo niet in mijn eigen zaak investeren.’

Romana de Lorenzo staat er, ondanks de kans dat ze haar plek kan verliezen, positief in. Volgens haar moet de gemeente ook kijken naar wat er toegevoegd wordt door de kramen. ‘Ik ben niet bang, wij bestaan al bijna honderd jaar.’ Verteld Romana. ‘Ik ben vrij zeker dat er mensen genoeg zijn die ons daar willen laten staan.’ Romana en Arno zijn het allebei eens dat de gemeente niet genoeg betrokken is bij de kwestie, waardoor de toegevoegde waarde, die de standhouders vinden dat de kramen brengen aan de stad, genegeerd wordt.

De toekomst

Voorlopig blijft het nog onzeker wat de toekomst is van de standhouders plaatsen. De gemeente heeft gezegd er mee bezig te zijn, en de standhouders zelf geven niet op. Door middel van een enquête zijn er over 7000 handtekeningen om aan de gemeente aan te tonen dat ze meer zijn dan een winkel. Met de enquête willen ze de gemeente vertellen dat ze moeten kijken naar aanbestedingen op lege plekken wanneer een houder stopt, niet voor de vergunning weg is. Voorlopig blijft Romana in de hoop dat ze het honderd jarig jubileum van La Venezia nog kan halen op haar huidige plaats. Romana zegt dat er genoeg animo is voor het jubileum. ‘Maar,’ zegt ze, ‘als ik geen vergunning kan krijgen, stop ik. Ik heb investeringen gedaan aan deze locatie, als we moeten gaan herinvesteren voor een nieuwe locatie is dat voor La Venezia niet haalbaar.’

 

Over de auteur

Pepeyn Dubbeldam

Pepeyn Dubbeldam is een student Journalistiek op de Hogeschool Utrecht. Afgestudeerd en werkzaam als fotograaf zoekt hij verhalen in de maatschappij om te vertellen.