Tekst: Caitlin de Lang
LEIDSCHE RIJN – Om het 25-jarige bestaan van Leidsche Rijn te vieren, heeft de Historische Vereniging Vleuten, De Meern, Haarzuilens en Leidsche Rijn vandaag een tentoonstelling over de wijk geopend. De tentoonstelling is vanaf 9 mei tot en met eind oktober iedere dinsdag, donderdag en zaterdag te bezichtigen. Je bent dan welkom van 14.00 uur tot 17.00 uur in het streekmuseum van de Historische Vereniging. Naar aanleiding van deze tentoonstelling vertelt Leidsche Rijner en curator van de voorstelling Evalien van ’t Veen wat meer over de wijk.
Bouwen, bouwen, bouwen
“De wijk is door de jaren heen enorm veranderd”, vertelt Evalien van ’t Veen onder het genot van een kop thee. Ze zit aan een grote tafel in het kenniscentrum van het Broederschapshuisje, waar het streekmuseum is gevestigd. Vanaf de tafel is te zien dat, ondanks de harde regen, de eerste bezoekers van de tentoonstelling al binnendruppelen. Van ‘t Veen is zeventien jaar geleden samen met haar man naar Leidsche Rijn verhuisd en is nu de curator van de tentoonstelling. Maandenlang is ze bezig geweest met het samenstellen van de tentoonstelling en inmiddels is ze een expert wat de wijk betreft. “25 jaar geleden kreeg de eerste bewoner van Leidsche Rijn de sleutel en toen woonden er in dit gebied, Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern, nog geen 20 duizend inwoners. Inmiddels zijn dat er al bijna 100 duizend. Dat betekent dat er in die tijd enorm veel gebouwd is, waardoor het landschap ook mee is veranderd. Vroeger bestond het middelste gedeelte vooral uit landbouw, tuinbouw en glasbouw, maar dat is nu allemaal vervangen door woningen.”
Zelf heeft Van ‘t Veen de tijd van de kassen in de wijk niet zo meegemaakt, maar ze merkt wel dat er in Leidsche Rijn steeds meer wordt gebouwd: “Ik merk nu wel de laatste twee jaar dat het hier aardig vol wordt, een beetje stads zelfs.” Aan het stadse karakter dat de wijk steeds meer aanneemt, moet ze zelf nog een beetje wennen: “Vroeger had het nog iets plaatselijks, dorps. Het is natuurlijk wel nog anders dan in de echte stad, maar je merkt wel dat het steeds drukker wordt en dat er meer gebouwd wordt, met vooral veel hoogbouw.”
Ooievaar
Ook ziet Van ‘t Veen dat de kinderen van de wijk opgroeien. Leidsche Rijn is een Vinex-wijk, waar in het begin vooral jonge gezinnen zijn komen wonen. “Waar we in het begin geen pubers hadden, zijn die er nu wel.” Een leuk moment van het jaar vindt ze als de examenuitslagen bekend worden: “Eerst zag je alleen de vlaggen uitgaan in de eerst opgeleverde buurten, maar zo door de jaren heen zag je door de hele wijk die vlaggen verspreiden.”
En nu ook de kinderen het huis uitgaan en de ouders weer uit Leidsche Rijn vertrekken, is er ook een ander beeld teruggekeerd in Leidsche Rijn. “Er wordt nu weer plaats gemaakt voor nieuwe gezinnen waardoor je nu ook steeds weer die ooievaar tegen de ruit aan ziet vliegen. Hat is heel grappig om te zien dat de cirkel zo weer rond is.”
Veel jongeren vertrekken uit Leidsche Rijn omdat de woningen te duur zijn. Van ‘t Veen vindt dat jammer en hoopt dat er nog studentenwoningen in de wijk komen. Zelf heeft ze twee kinderen van zeventien en achttien, en ze hoopt dat er voor hen ook een eigen plek te vinden zal zijn in de wijk. “De enige reden dat ik uit de wijk zou vertrekken, is als er geen plek is voor mijn kinderen. Dan koop ik liever zelf ergens een boerderij en dan bouw ik daar maar studio’s voor ze, want hier is het gewoon niet betaalbaar.”
Fotowedstrijd
Ondanks dat de wijk niet perfect is, is Van ‘t Veen trots op de wijk. En niet alleen op de wijk. Vol trots laat ze de negen wanden zien waar foto’s en informatie op te vinden zijn. “Ik denk dat veel Leidsche Rijners dezelfde ervaringen delen. Die ervaringen zijn ook terug te zien hier bij de tentoonstelling. Denk aan het veranderen van het landschap, maar er is ook een stuk over het ‘Vinexvrouwtje’ te vinden.” Verder zijn er filmpjes te zien over de veranderingen in de wijk, en is er iets te winnen. Drie fotoclubs hebben 25 jaar Leidsche Rijn in beeld gebracht en het publiek kan een stem uitbrengen op wat ze de mooiste foto vinden.
Online archief
Mocht je na de tentoonstelling thuis nog meer willen zien van de historie van Leidsche Rijn, dan kan dat gewoon via de website van het Historisch Museum. John van Dongen, vrijwilliger van het museum heeft al het beeldmateriaal gedigitaliseerd en op de site van het museum geplaatst. “Op de website kun je niet alleen over de geschiedenis lezen, maar je kunt ook zelf naar de geschiedenis kijken. We hebben allemaal oude foto’s in het online-archief gezet, dus als je vanuit huis eens benieuwd bent naar hoe het er hier vroeger nou uitzag, kan je dat altijd opzoeken.” Wat Van Dongen zelf leuk vindt om te zien, is hoe plekken er vroeger uitzagen vergeleken met nu. “Het café hierachter ziet er nu supernetjes uit, maar als je de foto’s van toen erbij pakt, dan schrik je wel hoor”, eindigt hij met een glimlach.
Bekijk hieronder het interview met Evalien van ‘t Veen, waarin ze meer vertelt over de tentoonstelling.
Video: Dionne Rutte