In Woerden sport vier op de tien inwoners van 19 jaar en ouder niet wekelijks. Tegelijkertijd is het aantal mensen dat lid is van een sportvereniging juist opvallend hoog. Cijfers tonen aan dat Woerden in vergelijking met andere gemeenten minder geld investeert in sport, cultuur en recreatie.
Volgens cijfers van Waarstaatjegemeente.nl (2023) sport 40 procent van de Woerdenaren van 19 jaar en ouder niet wekelijks. In Utrecht is dat zo’n 33 procent. Tegelijkertijd zijn er in Woerden juist veel mensen lid van een sportvereniging: 38,4 procent van de mannen en 22,4 procent van de vrouwen, tegenover 31,1 en 19,4 procent in Utrecht. Wie sport, doet dat dus vaker via een vereniging, maar een grote groep blijft achter.
De verschillen zijn ook zichtbaar in de uitgaven per inwoner. In 2024 gaf de gemeente Woerden 290 euro per inwoner uit aan sport, cultuur en recreatie. In Utrecht lag dat bedrag op 478 euro (CBS, 2024). Die verschillen zijn in beeld gebracht in de visualisaties die als bijlage zijn toegevoegd aan dit verhaal. Zo laat de eerste grafiek zien hoe de uitgaven per inwoner verschillen tussen Woerden en Utrecht. De tweede grafiek toont het percentage niet-sporters in.
Een derde statistiek, die in de tekst zelf wordt besproken, laat zien dat Woerden relatief veel mensen kent die lid zijn van een vereniging. Maar daar zit ook een kanttekening bij.
Turnvereniging Mobilee heeft zo’n 550 leden, van wie de meeste jeugd. Volgens bestuurslid Véronique de Rooij is het bewustzijn van het verenigingslidmaatschap laag. “Veel ouders betalen gewoon voor lessen, zonder echt betrokken te zijn bij de vereniging.” Voor volwassenen is de drempel juist hoog. “Zij willen vaak flexibiliteit. Dan is een sportschool of individueel sporten aantrekkelijker.” Ook wijst ze op de invloed van zaalhuur en het wegvallen van landelijke subsidies op de contributiehoogte. “Het verklaart niet alles, maar de context speelt zeker mee.”
Voor Kim Vergeer (19) werkt het systeem wél. Ze volgt danslessen bij Het Klooster en sport bij een sportschool. “Het geeft me energie en ik ben daarna altijd tevreden,” vertelt ze. Toch ziet ze ook nadelen. “Het is vaak druk en duur. Dat haalt de motivatie weg.” Ze vindt dat Woerden meer zou moeten investeren in laagdrempelige initiatieven. “Gratis proeflessen of open sportdagen zouden helpen.”
De situatie van Safa Sarti (17) is tegenovergesteld. Ze woonde tot eind 2024 in Woerden, maar sportte daar nooit. “Er waren weinig geschikte plekken voor mij, en wat er was, lag ver weg of was altijd te druk,” zegt ze. Na haar verhuizing naar Amersfoort ging ze boksen en naar een vrouwen-sportschool. “Het is daar toegankelijker, betaalbaarder en ik voel me er veilig. In Woerden heb ik een abonnement na een maand al opgezegd.”
Wat deze verhalen en cijfers duidelijk maken, is dat het huidige sportaanbod in Woerden niet voor iedereen werkt. Wie al sport, doet dat vaak via een vereniging. Maar wie belemmeringen ervaart – zoals afstand, drukte, kosten of sociale drempels – wordt niet vanzelf meegenomen.
In het rapport ‘Sport voor iedereen?’ van het Kenniscentrum Sport & Bewegen (2022) wordt beschreven dat met name jongeren, vrouwen en mensen met een lager inkomen afhaken als het aanbod niet aansluit op hun behoefte. Juist laagdrempelige vormen, buiten traditionele verenigingen om, kunnen dan uitkomst bieden.
Volgens het Mulier Instituut (2023) zijn het dan ook vooral die vormen van sport die kwetsbaar zijn wanneer gemeenten minder investeren. In die zin wordt een groep inwoners dubbel geraakt: weinig passende opties én minder beleidsmatige steun.
De grafieken bij dit verhaal, gemaakt met LocalFocus, onderstrepen dit. In de afbeelding ‘Uitgaven aan sport, cultuur en recreatie per inwoner (2024)’ is te zien dat Woerden structureel minder investeert dan Utrecht. De grafiek ‘Niet-sporters in Woerden en Utrecht (2022)’ laat vervolgens zien dat Woerden ook meer inwoners heeft die niet sporten. Samen vertellen de cijfers een helder verhaal.
Wat uit deze combinatie van data en verhalen naar voren komt, is dat de sportdeelname in Woerden sterk samenhangt met de manier waarop de gemeente haar middelen verdeelt en beleid vormgeeft. Het systeem werkt goed voor wie de weg weet, zich kan aanpassen of toevallig in een goed bereikbare wijk woont. Maar anderen vallen buiten de boot.
De gemeente Woerden heeft in haar beleidskader Cultuur 2026-2029 uitgesproken sport en cultuur toegankelijker te willen maken (Gemeente Woerden, 2024). Toch werd begin 2025 het sportbudget met dertien procent verlaagd (Algemeen Dagblad, 2025). Dat roept de vraag op hoe serieus die ambities worden genomen.
Als Woerden echt iedereen wil laten meedoen, ligt de oplossing in het laagdrempeliger maken van sportaanbod, variatie in vormen, bereikbare locaties en financiële ondersteuning. Zolang dat uitblijft, blijft sport in Woerden voor velen iets waar je óf makkelijk instroomt, óf helemaal niet aan begint.