Caro (18) verloor haar moeder toen ze acht was. Moederdag bleef jarenlang een beladen dag. Nu deelt ze open haar ervaringen, herinneringen en hoe ze er vandaag de dag mee omgaat.
Mijn moeder is overleden toen ik acht was. Ze kreeg drie hersenbloedingen en een herseninfarct. Het ging zo snel, dat ik het nauwelijks kon bevatten. Van haar overlijden gingen we bijna meteen door naar de begrafenis, daarna volgden verjaardagen van haar, van mijn vader en die van mezelf omdat die allemaal in diezelfde periode vielen. En dat terwijl je hoofd daar totaal niet naar staat. Vervolgens zijn mijn broertje en ik verhuisd naar Woerden en zat ik een paar dagen later alweer op een nieuwe basisschool. Het was een aaneenschakeling van gebeurtenissen die geen ruimte gaf om echt te rouwen. Ik heb lang het gevoel gehad dat ik het nooit heb kunnen verwerken en ik denk eerlijk gezegd dat dat ook niet kan. Rouw draag je bij je, voor altijd.
We woonden toen in Den Haag, mijn moeder, broertje en ik. Mijn vader woonde al in Woerden, samen met mijn stiefmoeder. Dus toen mijn moeder overleed, veranderde in één klap alles. Nieuwe stad, nieuw huis, nieuw gezin, nieuwe school. Woerden voelde nooit als thuis. Het is de plek waar ik moest zijn, maar niet waar ik wilde zijn. Ik denk ook niet dat dat ooit nog zal veranderen.
Mijn broertje was pas vier toen ze overleed. Hij heeft niet veel van die periode bewust meegemaakt, maar dat betekent niet dat het geen impact heeft gehad. Elk jaar vieren we Moederdag samen met hem, mijn stiefmoeder en stiefzusje. Dit jaar kochten we een bos bloemen en een boekenbon voor mijn stiefmoeder. En op dezelfde dag steken we thuis een kaarsje aan bij een foto van mijn moeder. Dat doen we ook met kerst, haar verjaardag en haar sterfdag. Die gewoonte is begonnen op initiatief van mijn stiefmoeder. Daar ben ik haar heel dankbaar voor. Ze betrekt mijn moeder er actief bij, zonder dat ik daar steeds om hoef te vragen. Dat doet me veel. Want hoewel ze mijn moeder niet is, respecteert ze haar wel en mij daarin ook.
Op de basisschool ging dat wel een beetje anders. Daar waren knutsels voor Moederdag, elk jaar weer. En elk jaar zat ik daar tussen kinderen die met liefde iets maakten voor hun moeder, terwijl ik die van mij net was kwijtgeraakt. Ik heb vaak het gevoel gehad dat ik ‘meedeed’ omdat het moest. Maar het voelde leeg. Moederdag is nou eenmaal een commerciële dag, die iedereen viert alsof het vanzelfsprekend is dat je moeder er nog is. En voor heel veel kinderen ís dat zo. Maar voor mij niet. Dat maakte het soms ondraaglijk.
Toen ik ouder werd, begon ik beter om te gaan met dat gemis. Maar er waren nog steeds momenten dat het me overviel. Afgelopen jaar vroegen zes verschillende mensen waarom ik iets had gekocht voor mijn stiefmoeder. Of ze deden alsof dat vreemd was. Dat vond ik zo moeilijk. Want je probeert iets moois te doen, iets uit respect, en dan krijg je daar opmerkingen over. Alsof je moeder vervangen is. Maar zo voelt het helemaal niet. Mijn stiefmoeder is belangrijk in mijn leven, maar ze is niet mijn moeder. En dat hoeft ook niet. Mijn stiefzusje voelt wel echt als een zusje, en mijn stiefmoeder is gewoon onderdeel van mijn dagelijks leven. Alleen niet op diezelfde plek als mijn moeder en dat wil ik ook zo houden.
Lange tijd voelde ik me alleen, zonder dat ik dat eigenlijk was. Mensen waren er wel, maar ik kon moeilijk uitleggen wat ik voelde. Ik wilde niemand belasten. Rouw werd iets van mijzelf, iets wat ik liever voor me hield. En dat is nog steeds zo. Ik praat er alleen over als het echt nodig is, of als ik weet dat iemand het begrijpt. Gelukkig ken ik inmiddels iemand die iets soortgelijks heeft meegemaakt. We hoeven het niet eens altijd over onze moeders te hebben. Het is genoeg om te weten dat we elkaar begrijpen. Dat helpt enorm.
Daarnaast heb ik over de jaren een sterk supportsysteem opgebouwd. Goede vrienden, familieleden, mensen bij wie ik me veilig voel. Dat maakt een wereld van verschil. Want ook al voel ik soms nog steeds die leegte, ik voel me niet meer verloren zoals toen ik acht was. Ik weet nu waar ik terechtkan.
Tegenwoordig is Moederdag geen last meer voor me. Natuurlijk mis ik haar nog steeds. Dat zal nooit veranderen. Maar het overweldigt me niet meer. De scherpe randen zijn zachter geworden. Ik voel haar aanwezigheid op mijn manier, in de kaarsjes die we aansteken, in de herinneringen die ik koester. En ook al is ze er niet fysiek bij, ze hoort er nog altijd bij.
*Caro is niet de echte naam van de geïnterviewde, deze is bij de redactie bekend.