ZEIST – Voor Zeistenaren is het pas echt winter als de geur van oliebollen weer door de stad heen waait. De familie Van der Vorst staat al veertig jaar achter de kraam, maar inmiddels is Wout van der Vorst hét gezicht van de oliebollenzaak. Vanaf 1 oktober staat hij drie maanden lang op de Slotlaan om elke dag oliebollen in alle soorten en maten te bakken. Maar waar begon dit verhaal en wat vindt hij ervan om elk jaar weer terug te keren naar Zeist?
Morgen opent u weer de kraam voor het zoveelste jaar op rij, hoe voelt het om dat elk jaar weer te doen?
‘We openen voor het veertigste jaar op rij, dus het voelt heel goed om de kraam weer te openen morgen’, zegt Van der Vorst. Hij is tevreden over zijn klanten: ‘Het is een goed teken dat alle klanten weer terugkomen omdat ze de oliebollen lekker vinden.’ Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht als hij begint over zijn vaste klanten: ‘Je ziet alle vaste gezichten weer, die komen ook altijd gedag zeggen en vertellen dat ze blij zijn dat je er weer bent. Dat geeft altijd een heel fijn gevoel.’
U bent natuurlijk niet zomaar deze industrie ingerold. Hoe bent u in dit vak terechtgekomen?
Van der Vorst: ‘De kraam is al generaties lang in de familie; het gaat elke keer weer over van vader op zoon.’ Van der Vorst had een dubbel gevoel toen hij voor het eerst de zaak opende na zijn vader: ‘Het was spannend om voor het eerst te openen vlak nadat ik de kraam van mijn vader had overgenomen, ook omdat ik hiervoor niet als bijbaantje bij de kraam had gewerkt. Ondanks dat was het natuurlijk toch heel speciaal om in zijn voetsporen te treden.
De afgelopen veertig jaar heeft u natuurlijk al een hoop gezichten gezien. Is er een bijzonder moment geweest met een klant wat u altijd is bijgebleven?
‘Zoveel spannends gebeurt er niet bij de oliebollenkraam’, grapt Van der Vorst. Toch zijn er volgens hem wel minder leuke momenten: ‘Het gebeurt wel eens dat ik dan een paar bekende gezichten mis en dan kom ik er later achter dat die mensen zijn overleden, dat is wel heel triest.’
Als u nu zo terugkijkt op het verleden, wat is er in al die jaren allemaal veranderd?
‘We hebben een nieuwe kraam vergeleken met veertig jaar geleden’, begint Van der Vorst. ‘Daarnaast hebben we meer soorten oliebollen in het assortiment gekregen en ook meer verschillende soorten smaken.’ Hij kijkt iets minder vrolijk als het over de prijzen gaat: ‘De prijzen zijn helaas ook gestegen de afgelopen veertig jaar. Gelukkig is de kraam ondanks dat alsnog gegroeid.’
Het oliebollenseizoen duurt ongeveer drie maanden. Wat zijn momenten in het oliebollenseizoen waar u naar uitkijkt?
Van der Vorst begint meteen over de feestdagen: ‘Ik kijk erg uit naar de kerstdagen, dan is het heel druk. Dus vooral de laatste week van het jaar is het leukst.’ Toch is er nog één specifieke dag waar hij echt naar uitkijkt: ‘Oudejaarsdag, dat is natuurlijk ook één van de leukste dagen van het seizoen.’
U en uw klanten hebben inmiddels heel wat oliebollen geproefd. Heeft u zelf een favoriet en wat is die van uw klanten?
‘Mijn favoriet blijft de klassieke oliebol’, vertelt Van der Vorst. ‘We proberen altijd in te spelen op de trends. We hebben vorig jaar tompoucebollen gehad, maar de favorieten van de klanten blijven toch nog steeds appelflappen en gewone krentenoliebollen.’
Dan resteert er nog maar één vraag. Wat is het geheim van een goede oliebol?
‘Dat is het geheim van de bakker’, zegt Van der Vorst met een lachend gezicht.
Beluister hieronder het interview van Stephanie Soares Jamal met Wout van der Vorst