Zeist

Selecteer Pagina

Orgelpijpenmakerij Stinkens heeft jonge mensen nodig voor eeuwenoud vak

Orgelpijpenmakerij Stinkens heeft jonge mensen nodig voor eeuwenoud vak

Directeur Jos van Dijk in de fabriek van orgelpijpenmakerij Stinkens

ZEIST – Het eeuwenoude ambacht van orgelpijpen maken leeft voort bij Stinkens Orgelpijpenmakers in Zeist. In 1914 opende Jacques Stinkens sr. het bedrijf in het centrum van Zeist. Meer dan honderd jaar later is het bedrijf nog steeds actief en levert het wereldwijd orgelpijpen. Toch wordt het steeds moeilijker om jonge mensen te vinden die het vak willen leren. Directeur Jos van Dijk blijft optimistisch: ‘We zijn nu nog een gezond bedrijf en het zou zonde zijn als zo’n oud, traditioneel vak verloren gaat.’
In de werkplaats van Stinkens wordt nog grotendeels met de hand gewerkt, volgens technieken die al eeuwenlang worden toegepast. Tin en lood worden gesmolten en gegoten tot platen, waaruit pijpen worden gesneden, rondgemaakt en gesoldeerd. Het maken van orgelpijpen vraagt om precisie en vakmanschap. ‘Het zou zonde zijn als dit werk uit Nederland zou verdwijnen,’ zegt Van Dijk, ‘want dan gaat er veel ambacht verloren.’

Geen opleiding, wel kennis in huis
Aangezien er in Nederland geen opleiding tot orgelpijpenmaker bestaat, werkt Stinkens volgens het ouderwetse meester-gezelprincipe. ‘Je leert het beroep van een oude rot in het vak,’ zegt Van Dijk. ‘Dat betekent: veel tijd investeren, stap voor stap. Het duurt gemiddeld vijf jaar voordat iemand echt zelfstandig kan werken. Zo hebben wij dit altijd gedaan bij Stinkens en dit is ook de enige manier waarop dit ambacht kan worden doorgegeven.’
Dat vergt toewijding – iets dat niet vanzelfsprekend is op de huidige arbeidsmarkt. ‘We zien dat jongeren tegenwoordig sneller wisselen van baan of liever iets met computers of management doen. Met je handen werken is minder populair,’ stelt Van Dijk. Toch blijft hij geloven in de aantrekkingskracht van het vak. ‘We bieden jongeren een werkplek waar je iets echts maakt, iets wat generaties blijft bestaan. Het is jammer dat de overheid stimuleert dat jongeren niet te lang bij dezelfde werkgever blijven.’

Het vak doorgeven
Intonateur Pim Schipper (35) zit wel op zijn plek bij Stinkens. Hij begon al op zijn veertiende bij de orgelpijpenmaker met schoonmaken. ‘Ik fietste er elke dag langs en het trok mij altijd al aan,’ vertelt hij. Inmiddels werkt hij er vijftien jaar als vaste kracht. ‘Wat me aantrok, was dat je werkt aan iets wat bijna niet veranderd is sinds de zestiende eeuw. De handelingen die ik nu verricht, deden ze toen ook al. Dat vind ik bijzonder.’
Als intonateur zorgt hij voor de klank van de pijpen. ‘Je moet er gevoel voor hebben, en in mijn geval ook echt een muzikale achtergrond. Het is niet zomaar metaalbewerking – je maakt een muziekinstrument.’ Inmiddels leidt hij, eerder dan verwacht, zelf ook nieuwe mensen op. ‘Het is mooi om te merken dat je kennis kunt overdragen. Iemand iets zien leren wat jij ook ooit hebt geleerd, dat maakt het compleet.’

Structurele krapte
Het probleem bij Stinkens is niet het werk – dat is er gestaag. Het bedrijf levert aan orgelbouwers wereldwijd. De afzetmarkt wordt weliswaar kleiner maar daardoor sluiten ook concurrenten in Europa. Van de achttien medewerkers gaan er een aantal de komende jaren met pensioen. ‘We hebben nieuwe mensen nodig die de komende decennia het vak willen dragen,’ aldus Van Dijk. ‘En dat is op dit moment de grote uitdaging.’
Daarin is Stinkens niet uniek. Volgens het CBS ervaart ruim 75 procent van de ondernemers personeelstekort. Doordat het inwerken bij Stinkens jaren duurt, kunnen ze geen gebruik maken van uitzendkrachten of tijdelijke medewerkers. ‘Je hebt hier geen vakantiebaantje aan. Je moet echt investeren in het vak.’
Dit traditionele beroep staat daarin niet alleen. Denk aan ambachten als hoefsmid, molenmaker of orgelbouwer. Ook voor deze beroepen bestaan in Nederland geen reguliere opleidingen en er zijn steeds minder mensen die ervoor kiezen. Funest voor deze ambachten is dus dat werknemers steeds minder lang bij hun werkgever willen blijven. Volgens cijfers van het CBS blijft één op de drie werknemers langer dan tien jaar bij hun werkgever. Bij bedrijven als Stinkens wordt het pas echt rendabel na vijf jaar. Deze trend onderschrijft de uitdagingen van de orgelpijpenmaker.

Investeren in zichtbaarheid
Stinkens wil vooruit en blijft investeren in de toekomst. Scholieren mogen meelopen, er worden workshops georganiseerd en geïnteresseerden krijgen de kans om het vak van dichtbij te beleven. ‘We proberen Zeist te blijven betrekken door zichtbaar te blijven,’ zegt Van Dijk.
Om jongeren te laten kennismaken met ambachtelijk werk, is het bedrijf ook begonnen met workshops in glas-in-loodprojecten. Tijdens workshops kunnen kinderen dat zelf proberen. ‘Als ze zien hoe leuk het is om iets met je handen te maken, worden ze enthousiast.’ Het glas-in-loodwerk helpt het bedrijf bovendien om duurzaam te blijven: op momenten dat er minder opdrachten uit de orgelbouw komen, zorgt dit voor nieuwe inkomsten én betrokkenheid. ‘We doen dit ook bewust tijdens de workshops met scholen,’ aldus Van Dijk. ‘Zo blijft het ambacht zichtbaar én levensvatbaar.’

Over de auteur

Flip Schaafsma

Flip Schaafsma Nieuwegein (2006) Mijn naam is Flip Schaafsma en ik ben opgegroeid in Driebergen. Nadat ik mijn HAVO heb afgerond ben ik mij gaan oriënteren op een vervolgopleiding. Ik ben vol gegaan voor journalistiek, dat doe ik in het prachtige Utrecht aan de HU. Ik ben in veel dingen geïnteresseerd zoals sport, misdaad, cultuur en politiek.