Zeist

Selecteer Pagina

Ook in Zeist leeft de discussie over cijfers voor gym bij kinderen

Ook in Zeist leeft de discussie over cijfers voor gym bij kinderen

Foto: Stichtse Vrije School

Want hoort dat nog wel bij deze tijd? Op verschillende scholen, sportopleidingen en in de politiek wordt het een steeds groter discussiepunt. Zo ook hier in Zeist. Het is een ethische kwestie, maar ook praktisch. Paul Ebert is gymdocent op de Stichtse Vrije School in Zeist en vertelt hoe hij ernaar kijkt.

U werkt op een vrije school, waar sowieso geen standaard cijfersysteem is. Hoe zit dat bij het vak gym?

‘Ja klopt, we zijn er de afgelopen jaren veel mee bezig geweest. We vinden dat niet alles beoordeeld hoeft te worden. Ons onderwijs is gericht op hart, hoofd en handen. Dus de cognitieve prestaties zijn belangrijk, maar de creatieve prestaties vanuit het hart worden net zo belangrijk gevonden. Dat is iets wat onze leerlingen goed meekrijgen.

Ik moet nog wel cijfers invoeren op magister, dus ik moet wel beoordelen wat ik zie. Maar ik ben zelf enorm bezig met alternatieve manieren vinden om tot zo’n cijfer te komen. Ik werk sinds een tijd met een portfolio app, waarin kinderen hun eigen progressie bijhouden. Ik laat ze reflecteren en soms een kort verslagje schrijven. Hierdoor wordt hun persoonlijke proces een stuk zichtbaarder, wat ik enorm belangrijk vind. Zo gaat het niet alleen maar om de eindprestatie. Ik heb er zelf gewoon echt een tijd mee zitten worstelen omdat ik vind dat kinderen niet afgerekend mogen worden met een cijfer voor een fysieke prestatie.

Een collega van mij doet er al jaren onderzoek naar, en die deelt zijn bevindingen ook met de school. We zijn als onderwijsinstelling dus ook al een tijd aan het kijken of het anders kan en hoe het dan beter kan. We kijken of we dus bijvoorbeeld met een protfolio kunnen gaan werken, en zo dat stukje beoordeling anders aan kunnen pakken. We willen met de huidige tijd meegaan, maar het is lastig om dat goed te doen.’

Vindt u het moeilijk om te zien of een kind vooruitgaat wanneer er geen cijfers worden gegeven?

‘Ja je moet natuurlijk wel terug kunnen koppelen, ook bijvoorbeeld naar ouders. Een cijfer zegt natuurlijk wel daadwerkelijk iets over wat er behandeld is en de groei die een kind doormaakt. De progressie moet zichtbaar zijn, maar hoe je dat doet zijn naar mijn mening enorm veel verschillende methodes voor, die anders zijn dan hoe het nu gaat.’

Is fysieke aanleg volgens u hetzelfde als bijvoorbeeld aanleg voor wiskunde?

‘Ik geloof wel dat je met training heel ver kan komen, en dat je mentale weerbaarheid ook heel belangrijk is bij gym. Dus: hoe gemotiveerd ben je? Maar ja natuurlijk zit er een stuk aanleg en talent ook in. Ik denk zeker dat je een deel vanuit je genen meekrijgt, maar dat motivatie, doorzettingsvermogen en training ook voor minstens 50% van de prestatie zorgt.

Maar eigenlijk is dat bij een vak als wiskunde natuurlijk ook zo. Sommige leerlingen hebben er automatisch aanleg voor, maar ik geloof ook in het gezegde ‘oefening baart kunst’. Ik ben het daarom ook zeker niet eens met het systeem van de centraal examens. Het is een momentopname, die toch zo ontzettend belangrijk is. Eigenlijk meet je dan hoe goed iemand iets kan onthouden, en niet hoe goed iemand iets kan.’

Wat is volgens u het doel van gym op school, en past het geven van cijfers daar wel bij?

‘Ik zie gym meer als een middel. Het sociale aspect van een gymles is bijvoorbeeld ook enorm groot. Het is echt een vak waar je je op verschillende aspecten kunt ontplooien. Ik krijg nu nog vaak de vraag of oefeningen meetellen voor een cijfer. Dat vind ik jammer, ik zou het liefst zien dat kinderen gewoon plezier krijgen in bewegen en zien hoe leuk het is. De spelvreugde en het plezier worden weggenomen, en naar mijn mening streef je dan je doel voorbij.

Kinderen worden natuurlijk van jongs af aan al beoordeeld, dus ze zitten zo in die cijfer mentaliteit. En nou gaat dat bij ons op de vrije school wel iets anders, in de eerste twee klassen werken we totaal niet met cijfers namelijk. Dus daar ben ik blij om. Maar ik vind het toch elke keer weer jammer als ik hoor ‘is dit voor en cijfer meneer?’.’

Denkt u dat cijfers motiverend kunnen werken of juist ontmoedigend?

Beide. Ik heb leerlingen in tranen gehad van de spanning voor een cijfer, maar ook leerlingen die er enorm gemotiveerd van worden en alles uit zichzelf halen. Die zie je helemaal groeien gedurende zo’n schooljaar. Dus een cijfer heeft positieve kanten en negatieve kanten. Het is naar mijn mening maar net hoe je het als docent aanvliegt en er mee omgaat. Je kan het als docent denk ik heel moeilijk maken voor leerlingen, maar je kan er ook iets opbouwends van maken.’

Over de auteur

Indy van den Brandhof

Ik ben Indy van den Brandhof, 20 jaar en eerstejaars student aan de School voor Journalistiek. In 2022 heb ik mijn Havodiploma behaald op het Wolfert Tweetalig in Rotterdam, waarna bij mijn studiekeuze bleek dat journalistiek aan de Hogeschool Utrecht toch echt favoriet was. Mijn passie voor het vak stamt voort uit een oneindige nieuwsgierigheid naar alles wat ik tegenkom. Van psychologie, politiek en geschiedenis tot de sportwereld en de showbusiness, ik kan me eindeloos interesseren en vastbijten in een onderwerp. Mijn brede interesses maken mij een journalist die van elk willekeurig onderwerp een pakkend artikel maakt.