Zeist- In Nederland werd de Week van het Verboden Boek voor het eerst gevierd. Deze week is bedoeld om het vrije woord te vieren en aandacht te geven aan alle landen, waaronder Nederland, waar censuur sluipend telkens weer zijn weg vindt via boeken. Kinderboeken recensent Jaap Friso vertelt over het belang van deze nieuwe campagne en deelt zijn persoonlijke verhaal.
‘In Nederland heb je niet veel verboden boeken, maar dingen worden hier wel veel sneller verdacht gemaakt, en dat is denk ik juist heel schadelijk. Misschien is de week van het verdachte boek wel een betere benaming dan de week van het verboden boek.
Het nieuws over boeken die in de ban worden gedaan in Amerika, maar ook een aantal zaken in Nederland, volg ik echt wel, ook vanuit mijn professie. Om die reden was ik ook bij de lezersmars in Utrecht. Dat vond ik een mooi signaal: mensen kwamen bijeen met hun favoriete boek, het was een vredig protest tegen censuur. Er is namelijk veel ontwikkeling op dat gebied, en er zijn ook veel zorgen over, dat is vrij evident.
Het gaat voor een groot deel over kinderboeken en jeugdliteratuur, en dat is best verontrustend. Vaak draait het natuurlijk om LHBTI-achtige thema’s of onderwerpen die met seksualiteit te maken hebben, zeker als het om kinderboeken gaat. Daar is een heel reactionaire en conservatieve beweging aan het ontstaan, en dat gaat soms echt ver. Kijk maar wat er met Pim Lammers een paar keer is gebeurd: hij ontving bedreigingen en trok zich toen terug uit de Kinderboekenweek. Ja, dat was vrij heftig. Ik ben geen pedagoog of orthopedagoog hoor, ik ben gewoon iemand die met boeken bezig is. Maar mijn ervaring is dat kinderen dat soort ‘woke’-thema’s heel speels en op een leuke manier tot zich nemen.
Weet je, dat in Indonesië of in bepaalde islamitische landen mensen niet zo gemakkelijk een ‘homoboek’ uit de kast trekken, dat vind ik een ander verhaal dan wanneer westerse landen echt censuur gaan toepassen. En dat ouders zich daar soms ook heel erg mee bemoeien, dan ontstaat er een soort heksenjacht op boeken. Ik denk dat daar vaak een kwaadaardige en conservatieve agenda achter zit.
Ik ben in 1967 geboren en groeide op in een gereformeerd gezin in Friesland. Dat was niet de meest progressieve omgeving, zeg maar. In 1990 kwam ik uit de kast. Dat was toen best een ingewikkelde tijd. Toen het homohuwelijk werd goedgekeurd, ben ik getrouwd, ook al vond ik het een beetje onzin, was het toch wel handig. En nu denk ik soms: het is eng dat sommige dingen weer lijken te marginaliseren, alsof we terug in de tijd gaan. Toen ik opgroeide, waren er niet veel kinderboeken waarin seksualiteit een rol speelde. Ik geloof altijd dat het goed is voor een kind als je jezelf een beetje kunt herkennen in boeken of films, dat je voelt: Oh, ik mag er ook zijn. Dit gaat ook over mij. Pas achteraf denk je: ja, het zou best fijn zijn geweest als ik daar meer herkenning in had gehad. En op een gegeven moment ga je ook zelf ook wel een beetje op zoek naar dat soort boeken.
Maar het is belangrijk dat die boeken er niet alleen zijn voor kinderen die het direct aangaat, maar ook voor kinderen die niet gay zijn, of niet van kleur, of niet gehandicapt. Zij moeten ook in boeken zien dat diversiteit ‘normaal’ is. Het bestaat gewoon nou eenmaal. Weet je, je kunt dat leuk vinden of niet, maar trans mensen bestaan, mensen van kleur bestaan, alles bestaat gewoon. Ik vind het goed dat kinderen dat zien, ook via kinderboeken.
Literatuur moet een afspiegeling zijn van de maatschappij en van wat er leeft. En dat mag ook voor kinderen. Dat doet het Jeugdjournaal tenslotte ook. Daarnaast zijn er natuurlijk nog altijd veel leuke heldenverhalen, sprookjes en boeken over boomhutten en andere avonturen. Dat moeten kinderen óók allemaal lezen. En zelfs in die boeken komen maatschappelijke thema’s voor. Het is natuurlijk absurd om dat soort thema’s te gaan verbieden.We moeten gewoon heel erg oppassen, het zou heel erg zijn als schrijvers thema’s uit de weg gaan of bang worden om te schrijven wat ze willen.
Ik denk dat er nu wel meer aandacht is voor inclusiviteit op allerlei gebieden. Maar het is niet zo dat Nederland nu één keer een week ter aandacht voor verboden boeken organiseert, we klaar zijn. Maar we moeten blijven signaleren en de actie blijven ondernemen. Ik denk dat het heel belangrijk is om gesprekken te voeren met jongeren en ouderen: praat erover, geef informatie, geef ze boeken.
Ik denk niet per se na over wat ik met mijn werk wil bereiken, ik heb geen stip op de horizon. Ik vind het belangrijk dat jeugdliteratuur gezien wordt als een serieuze literaire stroming, en daar hoop ik mijn steentje aan bij te dragen. Ik hoop dat mensen plezier in het lezen blijven houden, en dat we als samenleving eraan bijdragen dat kinderen meer gaan lezen.
Wilt u meer over dit onderwerp te weten komen? Beluister dan hoe Bienlavie Mushikiwabo door verschillende boekenwinkels in Zeist loopt en ondermeer sprekers en boekenhandelaar Femke Dotman spreekt over de week van het verboden boek.