De coronacrisis sloeg in als een bom. De verwachte werkloosheid bleef echter uit.
In de nasleep van de kredietcrisis liep de werkloosheid nog jarenlang op. Pas in 2014 bereikte deze haar piek en begon geleidelijk af te nemen. Eenzelfde effect werd verwacht als gevolg van de coronacrisis, in retrospect blijkt dit niet het geval.
In augustus 2020 bracht het Centraal Plan Bureau een coronapublicatie uit. Hierin werd vooruitgelopen op de mogelijke effecten van de coronacrisis op de arbeidsmarkt en met name op de werkloosheid. Evenals na de kredietcrisis werd verwacht dat de werkloosheid een flinke stijging zou inzetten, om op de middellange termijn weer te kalmeren en terug te zakken naar het oude niveau.
De piek van deze werkloosheid werd verwacht in 2021. Met de kennis van nu blijkt dit een loze voorspelling. De piek vond plaats in 2020 en zowel de algemene werkloosheid als de langdurige werkloosheid bevinden zich weer op hetzelfde niveau als eind 2019. Ook het aantal faillissementen is niet significant te noemen. Bedrijven vielen massaal om na de kredietcrisis, tijdens de coronacrisis werden deze echter massaal in leven gehouden.
De aanpak van de coronacrisis is dan ook heel anders geweest dan die na de kredietcrisis in 2008. Destijds was bezuinigen het devies, investeren werd echter het wapen tegen de coronacrisis. De getrokken lessen na de kredietcrisis hebben deze aanpak hoogstwaarschijnlijk in de hand gewerkt en lijken vooralsnog hun vruchten te hebben afgeworpen. De meest zwartgallige prognoses zijn door overheidsingrijpen niet uitgekomen. Dit mag een klein wonder genoemd worden.