Beeld: SV Kampong

Tekst: Max Heederik

SV Kampong in Utrecht leidt, net zoals veel andere verenigingen in het land, onder de hoge energiekosten door de inflatie en de oorlog in Oekraïne. De club mist hierin steun vanuit de gemeente. ‘Je kan niet wachten en wegkijken totdat de regering wat gaat doen’.

Stand van zaken

Na de coronacrisis komt SV Kampong voor een nieuwe uitdaging te staan. Door alle hoge energieprijzen in Nederland komen veel mensen in de problemen op financieel gebied. Zo wordt het steeds kouder en sneller donker waardoor de kachel aangezet moet worden en de verlichting langer aan moet. Vooral het verlichten van de velden op de vereniging is een duur grapje verteld voorzitter Diederik Kersten. “Eén veld kost normaal 1.000 tot 1.500 euro per maand, maar nu kost dat ongeveer 4.000 euro.” SV Kampong heeft vier jaar geleden al zonnepanelen laten aanleggen en is daardoor deels af van het gas. Ook hebben ze ledverlichting aangeschaft voor in de lichtmasten. Deze investeringen hebben bij elkaar zo’n 200.000 euro gekost, maar in dit soort tijden gaat dat je helaas niet genoeg helpen. Dit is ook waarom de club hulp wil van de gemeente, maar dat blijft nog uit.

De gemeente

De gemeente laat weten dat ze het probleem herkennen en dat ze zich zorgen maken om veel doelgroepen vanwege de stijgende energieprijzen. Ze zeggen dat dit probleem door heel Nederland zorgen opwekt en niet alleen bij de sportverenigingen waardoor er landelijke oplossingen moeten komen. SV Kampong is het hier niet mee eens. Ze vertellen dat als de gemeente wil dat de mensen in Utrecht kunnen blijven sporten, dat ze dan niet kunnen wachten totdat Den Haag iets gaat doen op landelijk niveau.

Ook laat de gemeente weten dat ze verenigingen steunen met verduurzamen om de kosten te drukken. Nu heeft SV Kampong al voor een vermogen geïnvesteerd om te verduurzamen, maar de kosten zijn nog te hoog. Diederik Kersten hoopt daarom ook dat de gemeente snel lokaal zal reageren.

Noodfonds

De voornaamste bron van inkomsten van verenigingen is de contributie. Nu alles duurder aan het worden is, waaronder ook de contributie, kunnen veel ouders het geld hiervoor niet meer ophoesten om hun kinderen te laten sporten. Voor beide partijen is dit een slechte ontwikkeling. Zo kunnen veel kinderen niet meer sporten en lopen clubs hun voornaamste bron van inkomsten mis.

Zo zet de oud-profvoetballer Wesley Sneijder zich in voor zijn oude club DHSC. De recordinternational noemt het een soort noodfonds waar hij zijn wijk, Ondiep, mee wil helpen en uiteindelijk ook heel Utrecht en Nederland. Met alle contacten en het aanzien dat Sneijder heeft, wil hij bedrijfsleven strikken om financiële bijdragen te leveren.