Een toenemend aantal Oekraïense vluchtelingen in Nederland keert terug. Dit blijkt uit cijfers van het ministerie van justitie en veiligheid. Het leger heroverd met een tegenoffensief steeds meer grondgebied in het oosten. Volgens de Oekraïense president Volodymyr Zelensky heeft het leger inmiddels zesduizend vierkante kilometer terug in handen. Oekraïners blijven vooralsnog wel in grote getalen vluchten uit Oekraïne, dit is ook te merken in Utrecht.
Crisisopvang Utrecht
Een hal in de Jaarbeurs in Utrecht is ingericht als crisisopvang. Hier merken ze tot nu toe geen verschil in het aantal Oekraïense vluchtelingen die zich aanmelden. “Over het algemeen ontvangen we zo’n 50 – 60 personen per nacht. En dit is al maanden zo,” zei Herman Wesseling, Ploegleider bij Opvang Jaarbeurs. De doelstelling bij de opvang is om ze met een dag te verplaatsen naar een noodopvang in andere gemeentes. Hier krijgen ze iets meer privacy en kunnen ze voor een langere tijd blijven.
Afname vluchtelingen
Uit cijfers van de rijksoverheid blijkt wel dat het aantal geregistreerde vluchtelingen bij gemeenten in Nederland afneemt. Vanaf het begin van de maand tot 15 september hebben zich 1.830 Oekraïense vluchtelingen geregistreerd bij gemeentes. Dit is een duidelijk mindere stijging dan de 2.160 vluchtelingen in de laatste 15 dagen van augustus.
Een bescheiden terugkeer
“Veel Oekraïners keren terug naar huis. Mijn familie gaat volgende maand ook naar Oekraïne. Oekraïners missen hun huis, hun echtgenoten en gezinnen erg.”
Dit zei Oekraïense journalist Iryna Drabok. Zij is correspondent voor het Oekraïense persbureau Ukrinform en woont nu in Nederland. Sinds 2018 werkt zij voor Ukrinform. Daarvoor werkte zij voor de Oekraïense televisie. Iryna is al meer dan 10 jaar toegewijd aan haar vak.
De familie van Iryna gaat wel naar huis, maar dat is zeker niet de intentie van een groot deel van de vluchtelingen. Volgens instituut Clingendael is het einde van de oorlog nog lang niet in zicht. Er blijkt uit onderzoek dat een kwart van de Oekraïners al voor de oorlog overwoog te emigreren. Dus de intentie om terug te keren valt wel tegen, stelt Clingendael. Hierdoor moet er ook rekening gehouden worden met een lang verblijf van Oekraïense vluchtelingen.
Iryna en haar Oekraïense kennissen in Nederland zijn verder heel dankbaar voor de steun die zij hebben ontvangen sinds de oorlog begon in februari. “Nederlanders openden hun huizen voor Oekraïners. Er hangen Oekraïense vlaggen op straat en in kerken wordt gebeden voor vrede in Oekraïne. Ze bieden een zeer sterke morele en emotionele steun. Ze helpen Oekraïners werk te vinden, hun kinderen naar school te krijgen en de regels te begrijpen. Ik was erg geraakt door de menselijkheid van de Nederlanders.”
“Hartelijk dank aan Nederland voor uw steun.”
De politieke toekomst van het land zal in de eerste plaats afhangen van het succes op het slagveld. Iryna is hoopvol, maar vraagt wel om steun. “Oekraïners zullen nooit slaven zijn van het regime van Poetin. Ik geloof dat we de oorlog zullen winnen en een succesvol land zullen opbouwen. Poetin vecht tegen heel Europa. Oekraïne vecht vandaag voor de waarden van vrijheid en democratie, en andere landen van de beschaafde wereld moeten onze staat steunen.”
Op de Jaarbeurs gaan ze ervan uit dat de stroom van vluchtelingen zo aanhoudt. “Het gaat al maanden zo, dus we gaan er nu van uit dat het zo even doorgaat.”, zei Herman Wesseling. Hij hoopt, net als Iryna, op een goede toekomst. “De vluchtelingen op de opvang hopen ook zo snel mogelijk terug te kunnen keren.”