Grote drukte door de crisis bij Voedselbank Kanaleneiland.

Grote drukte door de crisis bij Voedselbank Kanaleneiland.

Jantien van Riel, coördinator voedselbank Kanaleneiland

Jantien van Riel is twee jaar geleden aangesteld als coördinator van Voedselbank Kanaleneiland. De afgelopen maanden kwamen hier elke woensdag meer dan driehonderd mensen waarvan 95 gezinnen over de vloer om een voedselpakket op te halen. De mensen die langskomen zijn door de crisis nu ook gezinnen die voorheen hun boodschappen gewoon konden betalen. Een voedselbank hoort volgens van Riel niet te bestaan, maar is extra nodig in deze tijd.

“Huishoudens die normaliter net rondkomen moeten zich bijna verplicht melden voor de voedselbank,” laat Van Riel weten. De inflatie resulteerde in enorme drukte afgelopen maanden, ook bij Voedselbank Kanaleneiland, een wijk waar gemiddeld veel grote gezinnen wonen. In een interview met de Volkskrant meldde de voorzitter van Voedselbanken Nederland, Leo Wijnbelt, dat de toename in mensen die voedselpakketten afnemen sinds 2014 “nog nooit zo hoog is geweest.” In 2014 waren dit 94 duizend mensen, maar na een daling in de opeenvolgende jaren groeide het aantal sinds 2020 weer tot 120 duizend in 2022. In een goedwerkende samenleving hoort een voedselbank volgens Van Riel eigenlijk niet te bestaan. “Ik vind het absoluut belangrijk, maar het is bizar dat dit er is. Laat staan als het druk is. Het is een teken dat er dingen niet goed functioneren in onze samenleving.”

In november afgelopen jaar meldde het AD dat de Provincie Utrecht drie ton uit zal trekken om voedselbanken de winter door te helpen. Vanwege inflatie en de vraag om financiële steun, maar ook door de schaarste aan producten in de Voedselbank is het meer dan nodig. Van Riel kijkt hier niet van op. “Per persoon kost één pakket al ongeveer vijftig euro. Met 300 mensen over de vloer waarvan de meeste ook nog eens grote gezinnen zijn, en dus een groter pakket nodig hebben, kom je zo aan 90 duizend euro per afgiftedag.” Van Riel lacht maar laat de ernst van het probleem ook merken. “Alle hulp is echt van harte welkom, maar we kunnen niet eens halve pakketten maken met dit budget.”

“Met kerst krijgen we vaker meer giften en donaties, dan zijn de pakketten ook beter gevuld. Maar zodra de feestdagen voorbij zijn merken wij dat ook meteen.” Voedselbanken in Nederland hebben al lange tijd te maken met het financiële probleem dat zij te weinig geld hebben en het aantal donaties daalt. “We hebben te veel aanmeldingen, mensen lopen soms huilend weg omdat er zo weinig in een pakket zit.” Voedselbanken Nederland heeft geen winstoogmerk, werkt met vrijwilligers en betaald in principe niet voor eten, maar huurkosten en voedselveiligheid controles moeten wel betaald worden. Ook dit moet worden gedaan van de donaties van partners, bedrijven en particulieren.

De voedselbank is bedoeld voor mensen die onder een bepaald normbedrag komen; het bedrag wat zij per maand over houden, na de inkomsten op te tellen en vaste lasten af te trekken, is voor alleenstaanden zonder kinderen 300 euro per maand en voor samenwonenden met bijvoorbeeld twee kinderen 630 euro per maand. Om in aanmerking te komen voor een voedselpakket wordt een aanvraagformulier ingevuld en door mensen als Van Riel worden nagekeken. Door haar financiële en maatschappelijke achtergrond in de voedselbankwereld kan zij op een ethische manier kijken of iemand in aanmerking komt. “Een schema met cijfers zegt lang niet alles over de situatie”, legt Van Riel uit. “We kijken naar meerdere factoren; de reden van aanmelding, wat er verder speelt en of er schulden zijn om zo geen mensen uit te sluiten die bijvoorbeeld nét boven de toegestane grens uitkomen of door andere redenen in eerste instantie niet in aanmerking zouden komen.”

Wekelijks helpen voedselbanken in Nederland naar schatting bijna 100.000 mensen, omgerekend ongeveer 38.000 huishoudens (bron: Voedselbanken Nederland). In principe mogen mensen voor een periode van drie jaar voedselpakketten komen afhalen, hiervan is 25 procent binnen drie maanden weer weg en 52 procent binnen een jaar. “De beste oplossing zou een pasje zijn waar geld op gestort is, zoals het experiment in Rotterdam waarbij huishoudens met lage inkomens twaalf weken lang een bedrag gestort kregen om boodschappen mee te doen in een supermarkt. Dan heb je ook geen voedselbanken nodig. We zien hier ook dat er behoefte aan is, vooral de vrouwen hier vinden het veel fijner om zelf hun mandje te vullen. Met zo’n pasje worden mensen ook niet geconfronteerd met het feit dat zij op dat moment geen geld hebben voor boodschappen,” zegt Van Riel. Het experiment in Rotterdam bereikte mensen die niet in beeld waren bij de gemeente of zich niet durfden aan te melden bij een voedselbank. “Effectief is het in ieder geval wel, ik ben benieuwd wat hiermee verder wordt gedaan. Tot dusver blijft het bij ons aanpoten.”

Foto: Voedselbanken Nederland

Over de auteur