Woensdag 17 maart, de dag dat iedereen in Nederland boven de 18 jaar mocht stemmen voor de landelijke TweedeKamer verkiezingen. Dit jaar was er naast de traditionele stemwijze ook iets nieuws: Door de coronacrisis mochten iedereen van zeventig jaar en ouder zijn of haar stem per brief uitbrengen. Een paar dagen voor de verkiezingen begonnen, hadden zij dan al hun stembiljet ingevuld en op de post gedaan. Vervolgens kwamen die stemmen weer bij de betreffende gemeente terecht en die de stemmen telden. Hierdoor hoefde de 70-plussers niet naar het stemlokaal zelf te komen.
Wij, Lisanne van Gent en Julia den Heijer, liepen mee met trouwe stemmer en 70-plusser Ton Kohlbeck.
Hoe beleefde hij het briefstemmen?
Geschiedenis
Voor 1919 mochten alleen de mannen stemmen. Sindsdien is er een paar keer geëxperimenteerd met digitaal stemmen, maar dat hield geen stand. In de overgebleven jaren is er altijd met de hand gestemd bij een stemlokaal in een stemhokje. Nog voor de officiële verkiezingsdag was er al een hoop ophef ontstaan over het briefstemmen, nadat demissionair minister Kajsa Ollongren bekend maakte dat er al minimaal 10.000 briefstemmen ongeldig waren verklaard. PostNL had toen 400.000 briefstemmen ontvangen en daarvan was 2,5% ongeldig verklaard. Dat kwam dan vaak volgens Ollongren doordat mensen het stembiljet in de verkeerde envelop hadden gedaan of de stempas niet los hadden gedaan in de andere envelop.
Er is nadien wel bekend gemaakt dat deze briefstemmen toch geldig worden verklaard, om zo toch nog alle stemmen mee te laten tellen. De vraag is nu of briefstemmen in Nederland vaker gaat plaatsvinden, ook buiten de coronapandemie.
