Onder aanvoer van de succesvolle Oranje Leeuwinnen kent het vrouwenvoetbal een stevige opmars. Steeds meer meisjes uit het KNVB-district West II – waar o.a. Utrecht onder valt – gaan aan het voetballen, en dat zien we terug in de cijfers. Bij leeftijdscategorie O7 tot O13 voetballen in vergelijking met 2016 23,39% meer meisjes.
BRIAN DEWULF
En zo verkleint de kloof tussen het aantal jongens en meisjes traag, maar gestaag. In 2017 was het aandeel van meisjes in het jeugdvoetbal (regio West II) 10,3%. Dat wil zeggen dat ongeveer één op tien van de voetballers een meisje was. In 2022 steeg het aantal meisjes ten opzichte van jongens naar 14,5%. Als we nog verder teruggaan, naar 2011 (toen 7,4%) is het aandeel meisjes bijna verdubbeld: ‘Ik verwacht wel dat deze stijging zich door gaat zetten, gezien de populariteit van de Oranje Leeuwinnen. De KNVB zet wel meer in op gemengde teams – voor de ontwikkeling – maar tijden zijn veranderd en niet alle meisjes willen nog met jongens spelen’, vertelt de Lucht, ‘En clubs hebben op hun beurt niet zomaar de middelen om al die ploegen en spelers te dragen. De trainers en velden liggen niet voor het oprapen.’ Er lijkt voorlopig geen stop te staan op de evolutie, maar steeds meer meisjes brengt niet alleen voordelen met zich mee. Ze geven de clubs vandaag steeds meer uitdagingen, en het is maar de vraag hoe groot die worden als de huidige evolutie zich blijft doorzetten.