Overwonnen

Overwonnen

bron: Swiss Hempcare

Het is vrijdag 31 maart. Ik ben al wakker voordat mijn wekker gaat. Terwijl ik uit mijn bed stap besef ik me dat dit de laatste ochtend is dat ik wakker word in deze sfeerloze kamer. Al voor dat de begeleiding bij mijn kamer staat ben ik bezig met spullen aan het inpakken, om 09:00 uur in de ochtend ben ik al klaar voor vertrek. ‘Goedemorgen Sjoerd! Goed geslapen?’ ‘Absoluut! Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld’ reageer ik op begeleidster Marije. ‘Begrijpelijk! Je hebt het goed gedaan afgelopen periode.’ Even later in het rokershok komt Nigel naast me staan ‘Vind je het niet eng om straks weer ‘vrij’ te zijn? Ben je niet bang dat je de verleiding van coffeeshops in de stad niet aankunt?’ terwijl deze vraag aan me gesteld wordt raak ik lichtelijk in paniek want hier ben ik helemaal niet mee bezig, misschien wel te weinig. ‘Nee man. Totaal niet. Dat ‘duivelskruid’ heeft me uitgeput laatste jaren. Voor mij niet meer! Ik voel me voor de eerste keer sinds mijn 16efris.’ Na het korte gesprek met Nigel vraag ik mezelf af of ik er wel echt klaar voor ben. Denk ik niet te makkelijk over nuchter blijven na deze opname? Het zijn gedachtes die ik niet wil hebben op deze dag waarop ik euforisch wakker werd. Ik besluit het naast me neer te leggen. Met gezonde spanning loop ik naar de gemeenschappelijke ruimte waar Anouk, Alex en Nigel zitten. Ik omhels ze. Alle drie tegelijk. ‘We hebben het toch samengedaan.’ Zeg ik tegen mijn maatjes. Ik voel verbondenheid en raak sentimenteel bij de gedachte dat ik deze mensen waarschijnlijk niet snel meer ga zien. We besluiten nog een theetje te drinken met zijn vieren en spelen een kaartspel. Na een discussie over welk kaartspel het wordt besluiten we te gaan toepen. Terwijl we het spel aan het spelen zijn hebben we alle vier door dat we meer aan het kletsen zijn, dus we besluiten om het spel te staken. Na een halfuurtje ontstaat het gevoel dat ik er klaar voor ben en neem nu écht afscheid ‘Ik moet gaan jongens! Mijn taxi staat zo voor. Althans Suus en Floor, goede vriendinnetjes van me spelen taxi. Het aller beste voor jullie en we spreken elkaar snel.’

‘We moeten opschieten Suus! Het is al 12:45. Ik wil niet te laat zijn.’ Roept Roos gestrest tegen haar vriendin in bloemenwinkel Casa Verde. Gehaast kiest het duo een boeket rozen en rijden met piepende banden richting Novadic Kentron. Na het eindgesprek met mijn begeleiding stap ik dan toch echt de buitenwereld in en staan Suus en Floor me met open armen op te wachten, inclusief bloemen. Gewapend met een glimlach van oor tot oor vlieg ik mijn beste vriendinnen in de armen. Onderweg in de auto naar Tilburg besef ik me hoe fijn het is dat ik beter ben. Diezelfde middag fiets ik door de stad om mijn hoofd te legen. Fietsend door het centrum van Tilburg merk ik dat het als een opluchting voelt als ik een coffeeshop zie. Ik weet dat ik er niet meer naar binnen hoef en dat voelt fijn. In de avond heb ik met mijn vriendengroep afgesproken bij café Berlijn op de Korvelseweg in Tilburg. ‘Dit heb ik zo enorm gemist.’ zeg ik tegen mijn vrienden waarop ze vervolgens hun liefde voor mij uiten. Na twee biertjes begint de vermoeidheid in te dalen. Ik merk dat ik zin heb om te slapen. Ik begin mijn vrienden te bedanken voor de steun die ze mij gegeven hebben en neem afscheid. Ik fiets naar huis over de- voor mijn gevoel- oneindige Korvelseweg. Ik neem de tijd om de laatste jaren eens na te gaan in mijn hoofd.

Ik merk dat het roken van wiet als hobby veranderd naar een levenstijl. Het is woensdagochtend in de zomervakantie van 2018 als ik wakker word om 12:00 in de middag en uit bed kom om een broodje hagelslag te smeren voor mezelf en vraag aan mama of ze ook trek heeft. Ik merk dat de sfeer vreemd is als ze kortaf reageert met ‘Nee, Sjoerd.’ Ik vraag op de man af wat er aan de hand is. Vervolgens stelt ze me bezorgd allerlei vragen als ‘Waarom ben je elke dag weg? En wat ben je dan aan het doen?’ Ik probeer mijn moeder gerust te stellen en geef aan dat ik ‘gewoon aan het chillen ben met vrienden, niets geks.’ Mama heeft ongetwijfeld een vermoeden dat ik ben begonnen met blowen maar durft het beestje niet bij de naam te noemen. Het feit dat mama me niet aanspreekt over het blowen voelt voor mij als een opluchting want wat zou ik in hemelsnaam moeten zeggen. Tegelijkertijd voelt het naar om niet eerlijk te zijn, maar een keuze heb ik niet.

De weken in de vakantie vliegen voorbij en mijn schuldgevoel neemt met de dag toe omdat ik bij elke joint die ik rook meer bewust word van mijn verslaving.

Na het behalen van mijn middelbareschooldiploma ben ik gaan wonen in een studentenhuis op de korte Heuvel in Tilburg. Op 14 december 2022 besluiten we rode wijn te gaan drinken. En veel ook. Na ongeveer 1,5 fles wijn per persoon besluiten we de stad in te gaan. Ik ga mee besluit ik. ‘Wie ben ik om niet mee te gaan’ zeg ik op een grappige manier tegen mijn huisgenoten. Mijn zicht is wazig en ik wrijf in mijn ogen terwijl ik weet dat het een slecht idee is. Na nog meer alcoholische versnaperingen in café de Baret besluit ik dat het een goed idee is om naar huis te gaan en thuis een jointje te roken. Ik strompel rond 02:00 uur naar huis en ga nog snel langs snackbar Tropical waar ik een zak hotwings haal. Ik besluit de kip te bewaren voor na mijn jointje want dan krijg ik altijd honger. Rond 02:30 neem ik een paar trekjes van een joint en vanaf dit moment vloeit mijn avond over in een groot vraagteken.

Ik word wakker met al mijn kleren nog aan en ruik gefrituurd voedsel. Gadverdamme, het zijn de hotwings die ik klaarblijkelijk gehaald heb. Na het adten van twee glazen water neem ik de trap naar beneden om een kop koffie te drinken. Onderweg naar beneden merk ik dat de sfeer in huis grimmig is. Roos, Thijs en Brit zitten in de woonkamer, klaar om met mij te praten. Ik vraag stotterend wat er aan de hand is. Ik voel aan de situatie dat ik te ver gegaan ben. ‘Sjoerd. Dit gaat zo niet langer.’ Spreekt Roos moedig namens het hele huis. Ik kijk ze alle drie aan en zie dat ze geschokt zijn vanwege de situatie. ‘Waar hebben jullie het over?’ vraag ik. Ze vertellen me dat ik gisteren doorgedraaid ben en mezelf volledig te buiten ben gegaan. Ik ben in een foetushouding gaan liggen op mijn bank en gaan gillen, ‘Waarschijnlijk omdat de piep in je oren niet draaglijk was en je te hard naar de klote was.’ Ik schiet volledig op slot en raak in een staarstand. Ik kan heel even niet meer praten. Ik begin te huilen. Heel hard. Britt zet een glaasje water voor me neer en iedereen begint me te troosten. Even later ben ik iets gekalmeerd en probeer ik mijn excuses aan te bieden en geef aan dat ik hulp ga zoeken voor mijn verslaving, vandaag nog.

Na 5,5 week krijg ik eindelijk bericht van Novadic Kentron dat ik volgende week al opgenomen kan worden. In staat van lichte paniek besluit ik het te vertellen aan mijn huisgenoten tijdens het eten. ‘Volgende week is het zover jongens. Jullie zullen me voor drie maanden moeten missen.’ Iedereen aan tafel reageert heel positief en geeft aan er voor me te zijn.

Na vier weken in de kliniek zit ik er enorm doorheen. Door de afkickverschijnselen is mijn slaappatroon afgelopen tijd-tijdens de detox fase- extreem slecht. Met gemiddeld 2 uur slaap moet ik het doen per nacht. Ik word in de nacht wakker met verschrikkelijke nachtmerries waarvan ik direct erna het verhaal niet kan navertellen. Ik ben nat van het zweet. Dit zijn dus de afkickverschijnselen waar men me over verteld heeft bedenk ik me. Deze zijn in combinatie met de tinnitus- die steeds dominanter begint op te spelen- ondraaglijk. Het voelt als de meest hoge piep die er is, en het wordt alleen maar erger doordat ik nuchter ben. Wanneer wordt dit minder vraag ik de dag erna wanhopig aan de verslavingsarts. De arts geeft aan dat dit bij afkicken hoort. ‘De afkickverschijnselen zullen komende weken afnemen en je zult steeds meer jezelf worden. Ook is de verwachting dat de tinnitus daardoor draaglijker wordt.’

2,5 week geleden had ik de afspraak met de verslavingsarts en ik begin beter door de nachten te komen. Vannacht was de eerste nacht dat de piep in mijn oren minder dominant aanwezig was en word daardoor wakker met meteen veel meer energie. Ik voel me op een bepaalde manier hyper omdat het vreemd voelt om zo energiek te zijn. Na een week goed geslapen te hebben en beter in mijn vel te zitten besluit ik het gesprek weer aan te gaan met mijn verslavingsarts en het goede nieuws te brengen. Ik vertel dat ik enorm geniet van het nuchter zijn en me daardoor veel energieker en scherper voel. Hij is enorm blij voor me en geeft aan dat als ik het traject doorzet op deze manier er een kans is dat ik eerder naar huis mag.

Drie weken en twee dagen na het gesprek met de verslavingsarts heb ik met vriend en oud-huisgenoot Freek afgesproken om te pingpongen. Ik ben enorm blij omdat ik goed nieuws te vertellen heb. Terwijl we samen een pot spelen tot de 21 en drinken van onze koffie- wat meer op slootwater lijkt- besluit ik het goede nieuws te brengen. ‘Ik mag eerder weg hier. Drie weken om precies te zijn. Ze zeggen dat ik er klaar voor ben.’ Terwijl ik dit zeg laat Freek zijn bedje vallen en rent vol ongeloof op me af om me te knuffelen. ‘Ouwe! Wat goed! Gefeliciteerd.’

*In dit artikel is gebruik gemaakt van gefingeerde namen wegens de privacy van de hoofdpersoon

Over de auteur