Wanneer een maatschappij gebaseerd is op de waarde van je diploma dan weegt het niveau hiervan zwaar. De hoogte bepaalt je waarde en hoe lager je op de educatieve ladder staat, hoe lager je waarde. De kloof tussen hoog en laag en de waarde die aan het niveau van opleiding hangt is groot in Nederland, op jongeren met de stempel laag opgeleid heeft dit vaak een negatieve invloed.
Het besef dat je niveau verschilt van dat van je leeftijdsgenoten kan al vroeg gevolgen hebben voor een leerling. Ons onderwijssysteem is opgebouwd als een ladder, met ‘hoog’ bovenaan en ‘laag’ onderaan. Ouders stimuleren vaak het streven naar een hogere positie op deze ladder; het idee dat er altijd ruimte is voor verbetering is diep geworteld.
‘In onze moderne maatschappij is het niveau van je opleiding van aanzienlijk belang, en de bijbehorende classificatie heeft een grote impact’. Femke Koekkoek, onderwijswetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam, pleit voor meer gelijke kansen binnen het Nederlandse onderwijs. Ze benadrukt de meritocratische aard van het Nederlandse bestuurssysteem. ‘Je spreekt van een meritocratie wanneer het bestuur in handen is van de ‘hoogopgeleiden’, degenen die het “verdienen”. Door het fundament van ons onderwijssysteem te baseren op een educatieve ladder draagt dit bij aan ongelijkheid. Deze ladder kun je zien als een soort ongelijke sorteermachine, niet alleen het niveau van je opleiding is bepalend voor je uiteindelijke status in de samenleving maar ook voor de kansen die je hierdoor krijgt’.
Meer duiding? Bekijk de ‘BLOK’huis aflevering over; opleidingsniveau!
De perceptie van waar iemand zich bevindt op deze ‘ladder’ is cruciaal voor de ontwikkeling van een leerling. Het bewustzijn van dit verschil, of het nu hoger of lager is dan het gemiddelde niveau, heeft al op jonge leeftijd impact. ‘In Nederland is het onderwijssysteem sterk verankerd in een hiërarchie, waarbij ‘hoger’ meer gewaardeerd wordt dan “lager”. Dit leidt tot het verlangen om op te klimmen, om ‘beter’ te worden, wat vaak wordt aangemoedigd door ouders en docenten’. Aldus Koekkoek.
Het taalgebruik dat inherent is aan deze hiërarchie, waarbij ‘hoog’ als beter wordt beschouwd dan ‘laag’, draagt bij aan gevoelens van minderwaardigheid. Het regelmatig horen dat wat je als jong individu presteert vrijwel altijd niet goed genoeg is, kan op lange termijn invloed hebben op je zelfbeeld en vertrouwen in je eigen kunnen. Het is daarom volgens Femke de hoogste tijd om afscheid te nemen van deze hiërarchische terminologie.