Zingen voor winstkansen of vaderlandsliefde

Zingen voor winstkansen of vaderlandsliefde

Beeld: anticipazionitv.com

In het verleden was het Eurovisie Songfestival een toonbeeld van taalvariatie, waarbij elke inzending verplicht in een eigen officiele taal zong. Met de afschaffing van deze regel in 1999, bleek al snel dat Engels de lingua franca werd tijdens de wedstrijd. Er is jarenlang massaal overgestapt naar het Engels. Over nog geen twee maanden strijden 37 landen voor de winst van de 68ste editie van het evenement. De afgelopen jaren, dit jaar niet uitgezonderd, lijkt er een heropleving van culturele trots bij deelnemende landen. De vraag is echter of het niet gaat om winstkansberekening. Heeft de winst invloed op de inzendingen van het jaar daarop?

In de afgelopen 25 jaar is het een kleine 3 keer gebeurt dat een land in eigen taal er met de winst van door ging. Tijdens het Songfestival strijden verschillende Europese landen om uiteindelijk de beste te zijn. Toch draait het volgens songfestivalkenner en redacteur bij Eurovoix, Sem Anne van Dijk, niet alleen daarom. ‘’Tuurlijk wilt elk land en elke artiest graag winnen, maar het gaat ook over culturele identiteit en nationale trots. Voor sommige landen is het zingen in de eigen taal een belangrijke manier om deze identiteit te behouden en te laten zien aan de wereld. Een goed voorbeeld daarvan is Frankrijk, maar ook landen als Spanje en Portugal zingen graag in eigen taal.’’

Dat we de afgelopen jaren een stijging zien in het gebruik van eigen officiële talen is volgens Van Dijk niet zo gek. . “Je ziet in jaren dat er een land heeft gewonnen met een liedje dat gezongen is in de moedertaal van dat land, het jaar daarop een daling is in het gebruik van Engels. Dat is enigszins opvallend en anderzijds valt dat weer mee. Er is sowieso elk jaar een kleine schommeling wat te verklaren valt, omdat er een heel proces aan de inzending vooraf gaat. Zo zingen bepaalde landen meestal in eigen taal uit trots, maar veel landen schommelen en dat heeft alles te maken met winstkansberekeningen en uitprobeersels.”

Daarnaast is zijn er nog andere aspecten die we niet moeten vergeten als we het hebben over taalkeuze. ‘’Veel landen die bij elkaar in de buurt liggen, nijgen ernaar om toch veel punten uit te delen aan de buren. Dat is niet eens zozeer vriendjespolitiek, maar wel erkenning. Toch is het zo dat als je echt wilt winnen, je de stemmen van alle windrichtingen jouw kant op moet krijgen. Dat laatste is een grote reden om toch voor het engels te gaan. Ook zien we dat de artiesten die graag naar het songfestival willen, het liefst in het engels willen zingen. Dat heeft te maken met dat ze wellicht verder willen doorbreken dan hun eigen land.’’, aldus Van Dijk. Toch is het niet allesbepalend: ‘’De afgelopen vijf jaar doen eigen talen het enorm goed. Een goed voorbeeld is natuurlijk Måneskin uit Italie. Misschien dat we de komende jaren op de lijn blijven van onze eigen taal hierdoor. Of dat dan vaderlandsliefde is laat ik in het midden.’’

Verantwoording Voor dit dataverhaal is er gekeken naar de afgelopen 25 jaar aan inzendingen, aangezien er in 1999 een regel werd ingevoerd waarbij landen vrij waren in taalkeuze. Hiervoor is gekeken op Wikipedia en Eurovision.tv, de officiële website van het Eurovisie Songfestival. Hierin staat van elk jaar wie er meedeed voor welk land en wie de uiteindelijke winnaar was. Ook de puntentelling is hierin terug te vinden. Omdat er voor deze datavisualisatie gefocust is op de inzendingen, is ook 2024 meegerekend, ondanks dat de finales van dit jaar nog niet hebben plaatsgevonden. Om zeker te weten welke taal iedere inzending was, is er gekeken op Diggiloo.net. Daar is tot en met 2013 te vinden van elke inzending in welke taal er gezongen is. De resterende 10 jaar is handmatig opgezocht. Ook is er per deelnemend land handmatig gekeken naar welke officiële talen en dialecten er zijn. Als een inzending volledig in een officiële taal gezongen werd, kreeg die het label ‘ja’. Wanneer er een mix was met een vreemde taal, werd het label ‘deels’ toegewezen. Als er helemaal niet in een eigen taal of dialect gezongen werd, kreeg die het label ‘nee’. Op basis hiervan is er procentueel berekent in hoeverre landen kozen voor hun eigen taal of niet. Dit is procentueel gegaan, omdat niet elk land evenveel inzendingen heeft gehad de afgelopen 25 jaar. Als bron is Sem Anne van Dijk benaderd. Hij is Songfestivalkenner en draagt deze kennis ook uit als redacteur van mediaplatform Eurovoix. *Op de bovenstaande kaart is Australië niet te vinden, ondanks dat het wel deelnemer is van het Eurovision Songfestival. De gegevens zijn wel meegerekend in de cijfers van de gehele visualisatie.

Over de auteur

Joyce Kaffa

Joyce Kaffa (2003) is een enthousiaste journaliste uit Leiden met een hart voor maatschappelijke problemen. Ze studeert aan de school voor journalistiek en probeert op die manier de wereld beter te begrijpen.