Opeens voelde ze het, al haar haren gingen recht overeind staan. Ze moest er naar toe, zonder moeite werd ze naar de plek getrokken. Het is negen december 1999 en Sharon rent door het Volkerenmuseum in Leiden. Al jarenlang heeft ze dromen. Over hoge bergen, tempels en mannen in rooie gewaden. Terwijl ze hier nog nooit is geweest weet ze de weg. Links, rechts en twee keer de trap naar boven. Het voelt als thuiskomen wanneer ze uiteindelijk in de grote hal staat. Ze herkent alles. De rood-blauwe vlaggen, de beelden en de muziek. Ze heeft eindelijk de bestemming van haar dromen gevonden, en staat voor een Tibetaans Boeddha beeld.
Sharon Zaal groeit op in Papenveer, het Zuid-Hollandse plaatsje waar meer kerken dan supermarkten te vinden zijn. Haar broer is uit huis wanneer zij de puberteit in komt en haar vader is vooral met zichzelf bezig. In het weekend bezoekt Sharon haar moeder in de psychiatrische kliniek. Haar moeder is sinds Sharons geboorte vaak somber en verdrietig. Meiden van haar leeftijd waren bezig met Madonna en de nieuwste walkman, terwijl Sharon zich wijdde aan haar Boeddhabeeld. Met de gordijnen dicht stak ze kaarsjes aan en knutselde bloemenkettingen. Ze was anders, hoog sensitief en helderziend. Ze had dromen over Boeddhabeelden. Maar ze wist niet wat ze hier mee aan moest.
‘Hey Sharon ga je mee naar De Ark in ons tussenuur?’ roept Jochem. Zijn joint die tot het filter aan toe was op gerookt gooit hij expres naast de prullenbak. De Ark was een grote woonboot van Jochem een paar straten van haar school. Eigenlijk heeft ze veel werk te doen aan wiskunde en natuurkunde, maar het is ook weer een kans om met zijn moeder te praten. ‘Is je moeder er ook?’ vraagt ze aan hem. ‘Natuurlijk’ roept hij. School kan wel wachten denkt ze. Jochem zijn moeder is antropoloog geweest in Tibet en Nepal. Ze had Jochem en haar vorige maand meegenomen naar het volkerenmuseum in Leiden. Ze kan uren luisteren naar haar verhalen over de cultuur en het geloof daar, en Jochem kan prima zoenen.
Jochem en zijn vrienden ploffen op de bank en zetten de stereo aan terwijl Sharon gelijk doorloopt. Bij binnenkomst word ze begroet met grote schilderijen van boeddha’s en een mist van wierook. ‘Ik verwachtte je al’. Sharon schrikt en kijkt om. De moeder van Jochem zit in de hoek met een kop thee. ‘Wat wil je gaan doen na je school?’ vraagt ze direct terwijl ze een tweede kopje inschonk. Sharon heeft lang getwijfeld, maar een sterke eerste keuze heeft ze niet. ‘Waarom zoek je geen leraar in boeddhisme, om non te worden?’. Ze heeft er wel eens naar gegoogeld maar niets gevonden. ‘Ik ken iemand’, zei Jochems moeder. Ze legt haar hand geruststellend op die van Sharon. ‘Een leraar in Zwitserland’.
‘TAKE OFF EN DENK OM DIE BOTTOM TURN’ schreeuwt Sharon over het water. Na twee jaar gooit ze er soms nog wat Nederlandse woorden tussendoor. Ze lacht terwijl verschillende leerlingen onhandig op hun board ziet klimmen. Na haar opleiding durft ze het boeddhistische avontuur nog niet aan. Ze ging op reis en is via Australië in Brazilië beland. Daar ontdekte ze een ander talent : surfen. 16:00 al? ‘Shit’ zegt ze zachtjes in zichzelf. ‘Okay guys, lets pack’. De leerlingen sjokken het water uit en leggen hun boards binnen in het schuurtje. Boven de ingang staat met sierlijke letters ‘Sharons Surfschool’. Snel sluit ze af en schiet ze de auto in. Sinds ze in Brazilië woont, is ze in aanraking gekomen met het Candomble. Elke maand gaat ze wel een keer naar de wateroffers die de Afro-Braziliaanse gemeenschap daar brengt.
Via een modderig slingerpaadje door de jungle komt ze uiteindelijk op het kiezelstrand aan. Ze is iets te laat, de vrouwen staan al klaar met hun versierde witte jurken. Ze dansen en zingen op en brengen verschillende offers naar de zee. De rest van de groep staat in een kring om een grote boom. Een jongen van rond de 17 is net gastheer geweest van een andere geest en is aan het bijkomen. Hij lijkt uitgeput. Ze kijkt eerst om zich heen of ze niemand kent. Haar nieuwe katholieke vriend is streng tegen haar aanwezigheid bij deze bijeenkomsten, het gaat al een tijdje niet goed tussen hen hierdoor.
‘Sharon’ klinkt het. De oude man bij wie ze zich had aangemeld voor deze bijeenkomsten wenkt haar. ‘Step forward please’ klinkt het met Portugese tongval. Sharon loopt langzaam naar voren. ‘Would you like to host a spirit’. Ze schrikt, deze vraag had ze niet verwacht. Sinds haar reizen is ze niet meer met spiritualiteit bezig geweest. ‘Come sit with me’ zegt de priester ‘and close your eyes’. Ze sluit haar ogen terwijl de groep begint met zingen.
Sharon schrikt wakker van een luid gejuich om haar heen. ‘Waar ben ik?’ ze kijkt schichtig om zich heen. Haar ogen zijn waterig, De fel schijnende zon heeft plaatsgemaakt voor een schemerige lucht. De meeste mensen zijn naar huis. De priester komt naar haar toegelopen als hij ziet dat ze wakker is. ‘You are very special, you were speaking a different language’. Ze kijkt verbaast naar hem. ‘You have healed some of the sick people’. Ze kijkt op haar horloge, 19:00 uur. Ze had allang thuis moeten zijn, haar man maakt zich vast zorgen. ‘I have to go’ stamelt ze tegen de priester. ‘Okay, but come back next time, you have special powers’.
Op de terugweg kan Sharon zich niet focussen op de weg. Ze weet niets meer van de avond en dat maakt haar bang, maar ook benieuwd. Eenmaal thuis aangekomen ziet ze de lichten al branden. ‘Shit’ hij haat het als ze niet op tijd thuis is. Langzaam doet ze de voordeur open, hij zit al aan de keukentafel met zijn handen gevouwen voor zijn hoofd. ‘I am praying, please be quit’ zegt hij als ze stilletjes aan schuift. ‘Where were you?’ vraagt hij bedenkelijk. ‘Administratie’ liegt Sharon terwijl ze begint met eten. ‘Don’t lie to me’ zegt hij boos ‘Were you with those esotiricoa’s? You know you shouldn’t go there, its black magic’. Sharon zwijgt. Nog voor ze het weet zit ze met betraande ogen in haar auto met de koffers op de achterbank. TRRR TRRRR, haar telefoon trilde in haar binnenzak. Het was een sms van haar broer. ‘Het gaat niet zo goed met pap’.
Een paar maanden later checkt ze nog een keer haar lijstje. Kleding, tandenborstel, ze legt het vignet nog even goed onder haar spiegelflap. ‘Zo pap jij kan hier’ zegt ze in zichzelf terwijl ze de gordel van de passagiersstoel om de urn van haar vader klikt. Na de openbaring van haar krachten in Brazilië en dood van haar vader heeft ze een doel voor ogen. In de leer gaan bij (…….naam leraar Zwitserland…) in Zwitserland. Ze is vorige maand in Friesland voor het eerst door hem gedoopt, dat was de eerste drempel, en dus nu Zwitserland. Al de dromen van vroeger, haar interesse in het geloof en de spirituele tekens. Dit was haar roeping.
De sneeuw knispert onder haar voeten op het pad van het grote houten chalet. Ze drukt haar neus nog iets dieper in haar jas, haar auto heeft ze beneden in het dal gelaten. Voordat ze de bel in wil drukken zwaait de deur open. ‘Kom binnen’ zegt een kale man met een rood gewaad om. Hij loopt naar de woonkamer waar Sharon begroet wordt met de warmte van een knapperend haardvuur. ‘Ga maar even zitten want er is hier al iemand aangekomen’. Sharon schrok was iemand haar voor geweest? ‘Hoe is het met je vader?’ vraagt hij. Sharon had hem niks verteld over haar familie, laat staan over zijn ziekte en dood. ‘Ik wil je condoleren, je hebt hem meegenomen toch? Ga hem maar halen, en laten we hem eren. Daarna kun je mij pas vragen om je leraar te zijn’. Op de weg terug naar de auto barst Sharon in tranen uit. Dat deze man zonder voorkennis dit wist, dan moet hij wel speciaal zijn.
Ze kan het niet langer voor zich uitschuiven, de dag was daar om het aan hem te vragen. Ze woonde nu twee maanden in Zwitserland en de rituelen met haar vader waren 2 dagen geleden tot zijn eind gekomen. Het was buitengewoon geweest, het was een openbaring voor haar. De beelden die ze te zien had gekregen waren niet voor de buitenwereld vatbaar. Dit was haar bestemming, en haar missie om meer te leren over het geloof en daardoor haar krachten te kunnen gebruiken. Ze klopt bibberend op de deur van zijn kantoor. ‘Binnen’ klinkt het, ze neemt plaats voor zijn bureau. ‘Jij komt hier om te vragen of ik jou leraar kan zijn’, Sharon knikt.
‘Wat?’ roept Sharon verbaasd terwijl haar hele lichaam verstijft. ‘Hoe bedoelt u ik kan niet jouw leraar zijn, na alles wat we hebben gedaan in die 3 maanden?’. ‘Ik zie jou in jouw totaliteit Shanon’ zegt hij kalm. ‘Ik zie jouw karma, jouw achtergrond, waar je vandaan komt en waar je heen gaat. Om jouw het Boeddhisme en zijn gaven te leren is niet aan mij’. Sharon wil iets zeggen maar is sprakeloos. Tijdens het inpakken spoken zijn woorden steeds door haar hoofd. ‘Je bent verdwaald, ik kan jou niks leren’. Boos pakt ze haar spullen. Eenmaal thuisgekomen verdwijnen al haar boeddhistische spullen gelijk in de prullenbak. Alle beeldjes, wierook, thangka’s en andere spullen worden woest bij het grof vuil gezet. Alle tekens die ze haar hele leven had gekregen betekenden niks. ‘Wat moet ik nu? zonder baan, opleiding of geliefde’ denkt ze bij zichzelf.
‘Dat was lekker hè mam’ zegt ze terwijl ze de borden in de vaatwasser zet. Haar moeder knikt ‘Ding Dong’. ‘Ik doe wel open’ schreeuwt ze. Voor de deur staat een vrouw met een grote bos bloemen. ‘Goedemiddag, ik ben de arts van mevrouw Groenink. Ik wil u hartelijk bedanken voor uw hulp. Ik weet niet hoe u het gedaan heeft, maar haar situatie is stukken beter’. Sharon kijkt verbaasd. Ze heeft sinds haar teleurstelling in Zwitserland de draad weer opgepakt met een yoga studio waarbij ze ook mensen heelt met Tibetaanse geneeskunde, maar nooit eerder kwam de arts zelf een bloemetje brengen. ‘Dank u wel’ stamelt ze. Binnen zet ze de bloemen in een vaas. ‘Wie was dat?’ kraait haar moeder. ‘Iemand van de praktijk’. ‘In het dorp gaan er verhalen rond dat je mensen heelt’. ‘Je moet niet alles geloven wat zeggen hè mam’ lacht Sharon.
’s Avonds in bed kan Sharon niet in slaap vallen. Haar moeder had nog gevraagd of ze nog eens een nieuwe relatie kreeg. ‘Ik weet niet wat het is mam. Het wil gewoon niet lukken met die mannen’. En dat er verhalen rond gaan in het dorp over haar bijzondere heelingpraktijken, daar wordt ze ook zenuwachtig van. Opeens voelt ze het, het gevoel, het was terug. Hetgeen wat ze in Brazilië en Zwitserland ook gevoeld had. Het was een ingeving, door de doodse stilte om haar heen probeert ze het te ontvangen. Morgen, morgen gebeurt het, het was haar moeder.
Na de begrafenis van haar moeder is het duidelijk voor haar. Het wil niet lukken met haar relaties, en ze wil haar gaven in het hoger bewustzijn begrijpen. Ze moet en zal een Boeddhistische non worden. Het geloof wat haar van klein af aan heeft geïnspireerd, kan ze eindelijk beoefenen. Ze kijkt in de achteruitspiegel van haar auto. Ze ziet haar kale hoofd glimmen in de zon. Het was een lang proces geweest de afgelopen maanden. Na in de leer te zijn gegaan in een Boeddhistisch klooster in België, verhuisde ze voor haar inwijding naar Zeeland.
In de stromende regen kwam ze aan, haar Peugeot 206 had moeite om al het water van haar ruiten af te slaan. Langs de eenbaansweg was geen lantaarn te vinden en het begon al te schemeren, maar ze zag het huis in de verte opdoemen. De deur werd opengemaakt door een kleinere vrouw gewikkeld in een rood gewaad, met een kort kapsel. ‘Welkom Sharon, je kleding ligt klaar’ zei ze met een zachte stem. Voor haar kamer lag een oranje doek. Onhandig wikkelde Sharon deze doek om zich heen, terwijl steeds meer zusters haar kamer kwamen reinigen met wierook, kaarsen en verschillende planten. Wanneer ze de kamer verlieten, ging de deur achter hun dicht, en het licht uit.
‘Heeft ze kanker of zo?’ Door haar hooggevoeligheid hoort ze alles, zelfs het gefluister van haar collega’s. ‘Nee hoor, ik ben Boeddhistische non geworden’ roept Sharon. Haar collega’s draaien zich verschrikt om. ‘Sorry, ik wist niet dat je dat hoorde’ stamelt ze. Zo krijgt ze wel meer vragen na haar bekering. De twee maanden mediteren in een donkere ruimte waren zwaar geweest. Zo had ze veel visoenen gekregen. Tijdens de laatste rituelen hadden ze haar haar afgeschoren en haar een nieuwe naam gegeven, ‘Thubten Palmo’. Ze heeft wel meer roddels de afgelopen tijd moeten ontkrachten. Geen transgender, niet ziek, maar non geworden. Gelukkig heeft haar eigen omgeving hier heel respectvol op gereageerd. Ze heeft door haar bekering leren omgaan met zichzelf, haar hoog gevoeligheid zet ze om in het positieve. Ze heeft haar weg gevonden om door het leven te gaan door haar geloof.