Het is een erg koude maandagmorgen in januari. Harm Jan Dedden (47) heeft net de gordijnen van zijn slaapkamer opengetrokken en ziet de ijskristallen in sierlijke figuren op de ruiten staan. Hij rilt even en dat komt zeker niet alleen door de kou, maar ook door de gedachte aan vanavond. Dan is het voor hem erop of eronder. Eerst moet hij de lange werkdag nog door, maar nu al is hij in zijn hoofd bezig met vanavond half acht. Natuurlijk het is maar zijn hobby, maar toch hangt er voor Harm Jan persoonlijk buitengewoon veel van af. De afgelopen weken heeft hij zich zo goed mogelijk proberen voor te bereiden en over ongeveer twaalf uur moet dat uitmonden in het voor hem gestelde doel: lid worden van een ambitieus orkest in zijn regio.
Als kind wilde Harm Jan het liefst al niets anders dan met muziek bezig zijn. Vriendjes op school renden zich in het zweet op het voetbalveld, maar hij begon met blokfluitles van vader Gerrit om muzieknoten te leren lezen. Al snel werd die fluit ingeleverd voor een veel interessanter instrument dat al jaren bij zijn ouders in de woonkamer stond: de 100 jaar oude eikenhouten piano. “Hoe vaak hij niet als kleuter gefascineerd op de toetsen en de pedalen heeft gedrukt om dan versteld te staan van al die prachtige klanken. Om nog maar te zwijgen van dat schitterende mechaniek met al die hamertjes en snaren die hij af en toe te zien kreeg als ik die houten klep weer eens weghaalde. Wat wilde Harm Jan daar graag eens op kunnen spelen!”
Gelukkig boden zijn ouders hem ook de kans om op de muziekschool hiermee aan de slag te kunnen gaan. “De dubbele notenbalken, de vingerzetting en de juiste dynamische aanslag waren een enorme uitdaging, maar wat genoot ik er enorm van!” Na enkele jaren begon Harm Jan de piano steeds beter te beheersen, maar hij begon ook steeds meer te merken dat het een tamelijk individueel instrument is. “Ik vond het prachtig om familie en vriendjes te laten meegenieten van wat ik speelde op feestjes, maar ik raakte ook steeds meer gefascineerd door de klanken van harmonie en fanfare, die ik al vaak in door de straten had zien marcheren.”
Hij ging toen ook geregeld kijken bij het plaatselijke showkorps als die buiten aan het repeteren waren. In zijn fantasie liep hij dan ook mee met een blaasinstrument aan zijn mond. Aangezien zijn vader vroeger ook in uniform langs de deuren ging om te musiceren en zijn platenkast vol lag met elpees van trompettisten en militaire orkesten, was het voor vader Gerrit dan ook een droom die uitkwam toen zijn zoon aangaf dit ook graag te willen gaan doen.
Een blaasinstrument en een piano zijn natuurlijk twee totaal verschillende instrumenten, maar Harm Jan was vastbesloten om ze allebei te kunnen bespelen. “Ik sloot mij als 10-jarig jochie aan bij de fanfare in mijn toenmalige woonplaats en kreeg via de vereniging een zilveren hoorn in bruikleen. Tegen gereduceerd tarief kon ik naar de muziekschool en het allerbelangrijkste voor mij: Ik mocht direct aanschuiven in het jeugdorkest!’
Samen met leeftijdsgenootjes muziek maken was waar hij altijd al van had gedroomd en nu was dat werkelijkheid geworden! Na een aantal jaren muzieklessen mag Harm Jan zelfs doorstromen naar het A-orkest en zit hij tussen de volwassenen vol trots zijn partijtje mee te blazen. Hoogtepunt is het jaarlijkse concert in de schouwburg. Wat was het steeds opnieuw een magisch moment als de dikke rode pluche gordijnen opengingen en hij het publiek kon zien zitten die kwamen luisteren naar hem en zijn orkest!
Een aantal jaren gaan voorbij en Harm Jan heeft de hoorn inmiddels verruilt voor de trompet. Hij behaalt in die periode ook nog een aantal diploma’s op de muziekschool. Hij is inmiddels een gevorderde amateurmuzikant die merkt dat hij bij zijn eigen vereniging aan het plafond zit. Zijn muzikale niveau is inmiddels hoger dan dat van het gemiddelde orkestlid en hij komt qua ambities dus niet echt verder. Wat ook meetelt is dat hij andere dingen in het leven ontdekt en hij weet inmiddels ook dat -ondanks zijn grote passie voor muziek maken- het hem aan het echte talent ontbreekt om professioneel aan de slag te kunnen gaan als muzikant. “Op de middelbare school besloot ik dan ook dat mijn vervolgstudie niet het conservatorium zou worden.” Hij rondt en passant nog wel het vak muziek succesvol af voor zijn Havo-eindexamen. Harm Jan gaat een hele andere kant op en zelf muziek maken is ineens niet meer zo heel belangrijk in zijn leven. Zijn prioriteiten liggen elders: goed worden in het vak waar hij voor studeert en snel afstuderen om daarin aan het werk te kunnen en dat gebeurt ook.
Zo verstrijken de jaren tot ongeveer zes maanden geleden. Het is een regenachtige zomerdag en Harm Jan besluit zijn huis wat op te ruimen. Op zolder achter een luik ontdekt hij een oude kist waarin vader Gerrit allerlei persoonlijke spullen van hem bewaarde. Harm Jan kreeg die kist van hem toen hij zijn eerste huis kocht en nadien verhuisde die overal mee naar toe, maar open ging ie nooit. “Eigenlijk was ik ook al vergeten wat er allemaal in zat.” Na enig zoeken vond hij het bijpassende sleuteltje terug en opende hij de kist en zie daar, naast oude rapporten van basis- en middelbare school en zwemdiploma’s lagen ook de behaalde examens van de muziekschool er nog in. Harm Jan begon er met interesse in te lezen. Articulatie, dynamiek, ritmiek, allemaal als ruim voldoende beoordeeld. Hij moet ineens terugdenken aan die tijd van de wekelijkse lessen op de muziekschool en hoe bevlogen hij toen was om bezig te zijn met zijn trompet. Zou hij het eigenlijk steeds nog kunnen? “Mijn trompet en lessenaar fungeerden tot dan toe eigenlijk vooral nog als veredelde meubelstukken. En mijn instrument meer zwart dan zilver, maar dat was zo weer keurig gepoetst.”
Harm Jan pakt het instrument van de standaard. Hij brengt zijn lippen op de juiste spanning en plaatst het mondstuk er tegenaan. Vrijwel direct klinkt een prachtige warme klank door zijn huis. In de boekenkast ligt nog een muziekboek met etudes die hij vroeger vaak speelde! Zou dat ook nog lukken? Hij zet het boek op de lessenaar en bladert naar de vierde bladzijde. Dat was altijd zijn favoriete stuk. Harm Jan begint te spelen en direct merkt hij dat hij het nog kan. Natuurlijk, zijn toon is wel eens fraaier geweest, maar dat is een kwestie van embouchure en conditie opbouwen. Maar qua techniek is het nog prima voor elkaar en wat is het vooral heerlijk om weer zelf muziek te maken!
Zo gaat het een paar weken en Harm Jan speelt iedere dag opnieuw om weer een echte band op te bouwen met zijn trompet. Hij is er zo intensief mee bezig dat hij zelfs weer nadenkt om te gaan spelen bij een orkest. Immers, al die diploma’s uit zijn jeugd heeft ie toch niet voor niets behaald? En nog iets van vroeger: Harm Jan zoekt uitdaging bij een orkest, want hij wil niet meer beter zijn dan zijn medemuzikanten. Hij moet dus op zoek naar een orkest met flinke ambities en vindt na een tijdje zo’n band in de buurt van zijn woonplaats. “Deze vereniging is bovendien zo ambitieus dat ze deelnemen aan nationale kampioenschappen in Tivoli-Vredenburg”.
Op een maandagavond in december meldt Harm Jan zich met zijn instrument bij de repetitieruimte. Hij heeft daar een ontmoeting met dirigent Vincent Verhage. Een gedreven jonge dirigent die al veel heeft gepresteerd met deze vereniging. Vincent vindt het leuk dat Harm Jan interesse heeft en vraagt hem vrijwel direct naar zijn muzikale niveau en ervaring. Hij vermeldt er ook meteen maar even bij dat je niet zomaar bij de band kunt aanschuiven, zoals Harm Jan dat vroeger gewend was. “Je moet eerst auditie doen waarin je moet voorspelen voor mij en een paar orkestleden. We willen meerdere muziekstukken horen zodat we kunnen goed beoordelen wat je niveau is. Op basis hiervan bepalen we je lid kunt worden. De komende weken kun je daar op studeren.”
Die auditie is op deze koude maandag in januari en hoewel Harm Jan zich de afgelopen weken de blaren op de lippen heeft geblazen en vertrouwt op zijn muzikale verleden, is hij toch allerminst zeker van hoe het zal gaan. Heeft hij nog wel die muzikale gedrevenheid van toen hij jong was en wil hij niet gewoon te snel te veel? Hoe dan ook, hij is de uitdaging aangegaan en nu moet hij het ook maar gewoon gaan doen. Hij is immers niet het type dat op voorhand al opgeeft.
Na een lange, intensieve werkdag rijdt hij rechtstreeks door het staartje van de avondspits richting de repetitieruimte. Ondanks een korte file is Harm Jan ruimschoots op tijd, zodat er nog genoeg voorbereidingstijd is. Hij smeert alle ventielen en buizen nog maar een keer, poetst de laatste vlekken van zijn trompet en speelt zijn instrument goed warm.
Vincent en de overige leden van de auditiecommissie zijn ook binnen. Ze praten uitvoerig met elkaar, drinken koffie en nodigen Harm Jan daarna uit in het kleine bestuurskamertje waar de auditie plaatsvindt. Nog even en dan moet het gebeuren! Inzet: een plek in het orkest. De zenuwen gieren door het lijf, maar Harm Jan weet ze goed te onderdrukken en begint met spelen. Af en toe kijkt hij op van zijn blad. Zouden ze het wel mooi vinden en ziet hij daar nou een bedenkelijke frons? Hij probeert het los te laten en op het beste te hopen!
Na de slotnoot krijgt hij applaus van de commissieleden. Zou dat dan iets betekenen? Harm Jan wordt verzocht de ruimte te verlaten. Vincent gaat met de anderen in conclaaf voor een aantal minuten, maar die voelen aan als een uur. Daarna gaat de deur weer open en Vincent nodigt Harm Jan uit om weer naar binnen te komen. Dan volgt direct het verlossende woord: “Welkom bij ons orkest, je hebt het geweldig gedaan! Complimenten, want je was totaal niet zenuwachtig en dat maken wij vaak anders mee!”