Een uitgesteld begin

Een uitgesteld begin

Het is 18 juni, één minuut na middernacht. In zijn slaapkamer in Utrecht loopt Nelson al enige tijd als een ijsbeer in een te klein verblijf heen en weer tussen zijn bureau en bed. Hij heeft zijn telefoon in zijn handen en zal die het komende uur niet meer neer leggen. Op zijn scherm ziet hij de cover van zijn debuutalbum ‘NELCONIC’, die hij zo snel als hij kan de wereld in probeert te sturen via Instagram. Hij gaat naar voren gebogen op zijn bureaustoel zitten om vervolgens twee keer delen-knop te missen met zijn vinger die uit enthousiasme te snel op het scherm klikt. Na een derde poging staat de aankondiging van het album op Instagram. Zijn rechtervoet trilt op en neer tegen zijn rechtopstaande muziek box aan als hij Spotify opent. Nelson laat alle twaalf de nummers van zijn album afspelen terwijl hij de Instagram pagina blijft vernieuwen door zijn vinger elke 10 seconde over het scherm heen te vegen. De likes stromen binnen en bij elke positieve reactie schiet zijn rechtermondhoek een beetje omhoog. Nelson zijn beste vriend Justin belt, hij gaat rechtop staan en neemt op, de twee beginnen bij het zien van elkaars gezichten te lachen. “Wauw gefeliciteerd man, eindelijk kunnen mensen je muziek luisteren” “Thanks, ik ben zo blij niet normaal. Hopelijk wordt het goed ontvangen en dan gaan we echt shows vlammen. De timing is ook perfect want als het veel wordt beluisterd, kan ik ook festivals meepakken deze zomer, dat zou zo vet zijn.”

Nelson zijn blijdschap trekt nog een paar weken door. Hij krijgt positieve reacties van het label, andere artiesten en van luisteraars. Ook de streamingcijfers zijn goed. Maar hier blijft het bij. De verspreiding van het coronavirus gaat ondertussen door en dat betekent dat de zalen en clubs net zoals de afgelopen maanden dicht blijven. Op een regenachtige maandagavond ligt Nelson languit in zijn kingsize bed op zijn kamer. Het is nog licht buiten maar de gordijnen zijn dicht en het licht is uit, alleen de twee flikkerende geurkaarsen op de vensterbank zorgen voor wat licht in de duisternis. De geur van Jasmijn verspreid zich door zijn slaapkamer evenals de muziek uit zijn laptop. Net zoals elke andere avond kijkt Nelson naar een liveoptreden van één van zijn favoriete artiesten. Onderuitgezakt maar zonder met zijn slaapkamerogen ook maar één moment van het scherm af te wijken, kijkt hij naar de één uur en 23 minuten durende show van rapper Tyler the Creator een Amerikaans festival. Halverwege het optreden begint Nelson met zijn pianovingers aan elkaar te frummelen, zijn gezicht kleurt wat rood en met zijn tanden bijt hij op zijn onderlip. Het duurt niet lang voor er heel langzaam een traan over zijn wang begint te rollen. Nog voordat de traan van zijn gezicht is afgevloeid veegt Nelson hem met een diepe frons in zijn gezicht weg. Hij pakt het scherm met twee handen stevig vast en klapt zijn laptop hard dicht. “Het is gewoon fucking oneerlijk. Nu mag er dus opgetreden worden in Amerika en hier nog steeds niet.” “Nelson het komt echt wel goed, alles gebeurt met een reden en je haalt er ook weer een les uit.” “Ja nou die les duurt me echt veel te lang. Ik heb net een album uitgebracht dus ik ben nú relevant, weet je hoe snel dat weer verandert.”

“Focus je nu op muziek maken en blijf veel de studio in gaan. Als je dan eindelijk kan gaan optreden heb je tenminste genoeg muziek liggen.” Dat is de boodschap die Nelson van zijn label krijgt. In de weken die volgen is hij dag in dag uit in de studio in Amsterdam te vinden, waar hij bij binnenkomst elke keer met een opgetrokken neus door een walm van wietlucht heen loopt. Toch blijft hij er soms hele nachten omdat hij zo goed bezig is. In deze periode begint Nelson ook aan een nieuw project met een producer waar hij al naar opkijkt sinds hij een klein jongetje was, dit werkt erg motiverend. Daarnaast ontstaat er ineens een ander groot lichtpunt. “Wat ben je echt serieus? Van september tot november zeg je? Is het echt zeker dat ik het mag doen?” Nelson krijgt het nieuws dat hij de voorprogramma’s voor rapper Gotu Jim en rapformatie De Jeugd van Tegenwoordig mag gaan doen. Dit betekent wekelijks optreden op de grootste poppodia door heel Nederland en België heen. Na het goede nieuws loopt Nelson met grote passen de studio uit naar buiten. Hij knijpt zijn ogen dicht tegen het felle zonlicht en bedekt zijn brede glimlach met zijn handen. “Dit kan niet waar zijn, dit is gewoon een droom. Het is ook nog is best ver weg, tegen die tijd mogen shows vast wel weer joh.” In de weken die volgen lijkt dit inderdaad realiteit te worden. Er gaan geruchten de ronde dat de corona maatregelen worden versoepeld in augustus. Toch staan Nelson zijn ogen en mond ineens wagenwijd open als hij zijn mailbox opent en de ene na de andere booking een optreden ziet staan. “Down The Rabbit Hole en SmibTno hebben mij gebookt, gewoon echt festivals dat is toch bizar. Die shows ga ik echt knallen.” Nelson gaat de dag zelf nog over tot actie en neemt contact op over de gastenlijst, hij wil dat iedereen erbij kan zijn om dit te zien. “Wat zal ik op mijn rider zetten? Echt vet dat ik gewoon de gekste dingen kan doorgeven en ik het dan ook echt krijg. Maar ik ga wel normaal doen hoor, het is mijn eerste festival dus ik houd het bescheiden. Dat moet wel toch?” “Het ligt eraan wat je gek vindt, wat ben je nu van plan om erop te zetten dan?” “In mijn notities heb ik een lijstje. Ik heb boven aan paar flessen vodka en hennesy staan.” “Wat jij houdt toch helemaal niet van de drank hennesy?” “Nee maar dat hoort gewoon bij een show weet je wel. Verder heb ik mango’s, ijsblokjes, mixdrank, flesjes water en paprika chips staan.”

In de aanloop naar de optredens toe loopt de spanning op. De versoepelingen waar iedereen het over had, blijven maar uit. De optredens en festivals van juli worden allemaal naar eind augustus verplaatst en de tours waar Nelson het voorprogramma van doet, gaan zelfs naar oktober. Op zijn telefoon ziet Nelson een appje binnenkomen vanuit het label “Jongens bereid jullie erop voor dat de festivals hem niet meer gaan worden dit jaar.” Nelson staart een halve minuut naar het berichtje, legt zijn telefoon neer en loopt naar beneden. Daar rent zijn hondje op hem af en springt tegen zijn benen op, maar Nelson zijn mondhoeken en oogleden blijven op een laag punt hangen. Met een capuchon op, oortjes in en een blik die niet van de grond afwijkt, laat Nelson zijn hondje uit op het tempo van een opa die een nieuwe heup nodig heeft. Voorbijgangers met hondjes kunnen vandaag ook niet op een glimlach rekenen. Eenmaal thuis loopt Nelson in een rechte lijn naar zijn bed en doet hij zijn licht uit. Een uur lang wisselt hij van rechter zij naar linker zij, waarbij elke draai gepaard gaat met een diepe zucht. De volgende dag, twee dagen voor zijn geplande optreden op SmibTno, krijgt Nelson duidelijkheid.  “We gaan niet versoepelen en daarmee gaat er definitief een streep door de festivalzomer”, Luiden de woorden van premier Mark Rutte. “Ik wist het. Het was te mooi om waar te zijn. Alsof het ons gewoon niet is gegund. Hierdoor komen nu zelfs de voorprogramma’s in gevaar, die kunnen toch ook niet eeuwig verplaatst worden.”

Twee weken later staat Nelson op een woensdag ochtend onder de douche. Zijn box staat op de hardste stand en hij rapt de teksten van zijn eigen muziek mee die door de badkamer heen galmen. Na het douchen scheert Nelson zich, hij blijft bewust van zijn dunne snorretje af, die is gister perfect bijgewerkt door zijn kapper. Met hem heeft Nelson een deal gesloten, hij betaalt de komende drie maanden elke maand vijftig euro en dan kan hij elke week langskomen. Aanleiding voor de deal is het feit dat Nelson zijn leven in één klap is veranderd: De versoepelingen zijn ingezet en optreden mag weer. Op de planning staat nu elke week een show en vanavond is de allereerste in Amsterdam. Vanuit de badkamer loopt Nelson al dansend naar zijn kast waarvoor hij een tijdje stil staat. Vervolgens trekt hij een wijde spijkerbroek en zwart band shirt met gaten aan en zet hij een paarse New York Yankees pet op. Hij bekijkt zichzelf van alle kanten uitvoerig in de spiegel, draait wat rondjes en trekt alles weer uit. Dit gebeurt drie keer en dan staat hij in een oranje broek met een grote zilveren Levi’s riem, in een wit T-shirt en een zwart vrouwen sjaaltje om zijn hoofd heen gewikkeld, tevreden voor die spiegel. Uit zijn sieradendoosje haalt hij zijn gouden oorbellen, ketting en armband en doet deze om. Vervolgens pakt hij een doosje op waarvan hij het dekseltje er met zijn vingertoppen heel voorzichtig vanaf trekt. Hij tovert er zijn zilveren grill uit die hij eerst nog even met een doekje van binnen en buiten schoonmaakt en dan op zijn tanden klikt. Met zijn hoofd beweegt hij op de beat van zijn eigen muziek, die nog altijd vanuit de badkamer te horen is, terwijl hij met een klein borsteltje zijn haar strak in model naar voren kamt. Af en toe kijkt hij of er al genoeg golfjes in zijn haar zijn gekampt en gaat dan weer ontevreden verder.

In de trein onderweg naar Amsterdam staart Nelson naar buiten terwijl hij met zijn vingers op het tafeltje voor hem tikt, verder zegt hij niks. “Stop met tikken” zegt zijn vriend Justin. “Ik ben toch nerveus, laat me.” “Waarom ben je nerveus, wat kan er nou misgaan?” “Nou wat als het geluid niet goed is of als het publiek helemaal niet op mij reageert. Ik weet ook niet of we nog wel tijd hebben om wat te drinken voor de show en ik zeg je eerlijk, dat heb ik wel nodig tegen de zenuwen.” “Je hebt zomaar zoveel zenuwen, chill gewoon.” Even later lopen de vrienden het gebouw in waar het vanavond gaat gebeuren. Op het moment dat Nelson de zaal binnen komt, begint hij langzamer te lopen, zijn stappen worden steeds kleiner, tot het moment dat hij midden in de zaal stil staat. Met grote ogen kijkt hij om zich heen en op zijn gezicht is een brede lach van zilveren tanden te zien. “Dit is wel ziek hoor, vooral als het hier straks vol met mensen staat. Maar wacht er komen wel veel mensen toch? Niet dat de halve zaal straks leeg is ofzo.” Zijn dj stelt hem gerust en samen lopen ze de kleedkamer in waar ze zo snel als het maar kan hun eerste drankje inschenken. Er wordt geproost op een mooie eerste show. Om klokslag acht uur loopt Nelson het podium op lopen waar hij wordt ontvangen door volle juichende zaal.

Over de auteur