De koloniale erfenis in Nederlandse musea is groter dan veelal wordt erkend. Wereldmusea in Nederland, waaronder die in Leiden, Amsterdam en Rotterdam, beheren samen ruim 1,2 miljoen kunstobjecten. Van deze verzameling worden er slechts 15.000 bestempeld als mogelijke roofkunst. Dat terwijl journalist Erik Dijkstra eerder schatte dat zo’n 5 tot 10 procent van de Nederlandse wereldmusea collectie als roofkunst kan worden beschouwd. Toegepast op de collectie van wereldmusea zou dat betekenen dat er minimaal 61.000 objecten onder die noemer vallen: ruim vier keer zoveel als nu officieel wordt erkend.
Uit analyse van collectiedata blijkt dat één land daarin veruit domineert: Indonesië (samen met de rest van Azië). Van alle objecten met een bekende herkomst in de wereldmuseumcollecties komt bijna 40 procent uit Indonesië. Dat is een duidelijke oververtegenwoordiging vergeleken met andere voormalige koloniën of landen van herkomst. Deze disbalans is direct terug te voeren op het koloniale verleden van Nederland, waarbij grote aantallen voorwerpen onder dwang, via handel of militaire expedities het land werden binnengebracht.
Deze objecten zijn niet zomaar gebruiksvoorwerpen: veel ervan hadden een spirituele, ceremoniële of culturele betekenis in de lokale context. Waar in Nederland gesproken wordt over ‘kunstobjecten’, gaat het elders vaak om essentieel cultureel erfgoed.
De Nederlandse overheid stelt sinds 2019 musea verplicht tot herkomstonderzoek, en landen van herkomst kunnen formeel verzoek doen tot restitutie. Toch komt dat proces moeizaam op gang. De tweede data-analyse toont dat er in totaal enkele tientallen formele restitutieverzoeken zijn ingediend; een fractie van wat je zou verwachten bij zulke disproportionele koloniale verzamelingen.
Daarbij komt dat lang niet alle verzoeken worden ingewilligd of zelfs behandeld. Een derde analyse laat zien dat een deel van de restitutieverzoeken nog steeds in behandeling is. De complexiteit van de context, denk aan vage eigendomslijnen, gebrek aan documentatie of interne conflicten in herkomstlanden, vertraagt de besluitvorming.
Erfgoedexpert Marianel Schipper zegt hierover: “Hoelang een herkomstonderzoek duurt, hangt volledig af van het object dat je onderzoekt. Stel, je hebt een object uit Ghana dat in de 18e eeuw is meegenomen door een Brit en uiteindelijk in Nederland is terechtgekomen. Dan moet je terug in de tijd om de Britse contacten te achterhalen, onderzoeken met welk schip het is vervoerd, en nagaan uit welk gebied en welke gemeenschap het object oorspronkelijk komt. Rond die periode vonden veel oorlogen plaats en veranderden landsgrenzen regelmatig, wat het nog ingewikkelder maakt om te bepalen van wie het object was. Bovendien komen stammen onderling er vaak niet uit en kunnen meerdere gemeenschappen aanspraak maken op hetzelfde object. En dan is er nog de vraag of de Brit het object eerlijk heeft verkregen, of dat het is gestolen of op een andere manier in zijn bezit is gekomen. Al deze factoren maken dat herkomstonderzoek veel tijd en zorgvuldigheid vereist.”
Analyse 2
Analyse 3
Restitutie is meer dan het teruggeven van kunst. Het is erkenning van onrecht, het herzien van de machtsverhoudingen tussen Nederland en haar voormalige koloniën, en het herstellen van geschiedenissen. Zolang het tempo van teruggave achterblijft bij de omvang van de koloniale collectie blijft de vraag urgent: hoeveel van deze objecten horen eigenlijk terug te gaan? En vooral: wanneer?
Data en verantwoording
Deze productie is gebaseerd op drie datasets:
- Objectherkomstanalyse (NMVW-data)
De eerste analyse is gebaseerd op gegevens van het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW).
De collectiecijfers zijn verwerkt in Excel en vervolgens gevisualiseerd met Flourish. In de visualisatie is bewust gekozen voor kleurverschillen om de spreiding van koloniaal erfgoed per regio of land te verduidelijken. De oververtegenwoordiging van objecten uit Indonesië en bredere Azië wordt op deze manier visueel inzichtelijk gemaakt. Daarnaast is de categorie ‘roofkunst’ in een aparte kleur weergegeven om de disbalans te illustreren tussen het totale koloniale erfgoed en het (beperkt) erkende deel daarvan.
Bronnen:
NMVW-Collectie. (z.d.). https://collectie.wereldmuseum.nl/#/query/e8bba0c4-0546-497d-9bae-bba586e87d66
NMVW-Collectie. (z.d.-b). https://collectie.wereldmuseum.nl/#/query/f9dbbe0a-a04e-4040-9334-3a7ba47cf4bb
- Analyse van restitutieaanvragen (Restitutiecommissie)
De tweede dataset betreft cijfers uit openbare rapporten van de Restitutiecommissie.
De data zijn geanalyseerd in Excel en gevisualiseerd met Flourish. Deze visualisatie maakt op overzichtelijke wijze inzichtelijk hoeveel verzoeken er in 2002 t/m 2023 zijn ingediend, en hoeveel daarvan uiteindelijk tot een advies hebben geleid. Door gebruik te maken van contrasterende kleuren wordt duidelijk zichtbaar dat slechts een deel van de aanvragen ook daadwerkelijk behandeld is.
Bronnen:
Dick Oostinga & Toon van Mierlo. (z.d.). Jaarverslag 2023.
https://www.restitutiecommissie.nl/wp-content/uploads/2024/10/Verslag-2023.pdf
Restitutiecommissie – Adviescommissie restitutieverzoeken cultuurgoederen en WO II. (2025b, juni 5). Restitutiecommissie. https://www.restitutiecommissie.nl/
- Statusanalyse van behandelde en onbehandelde aanvragen
De derde analyse laat zien dat een deel van de restitutieaanvragen nog altijd in behandeling is. Ook deze cijfers zijn afkomstig uit het Jaarverslag 2023 van de Restitutiecommissie. De gegevens zijn opnieuw verwerkt en geanalyseerd in Excel en gevisualiseerd via Flourish. De gekozen visualisatievorm benadrukt de kloof tussen het aantal ontvangen verzoeken en het aantal uitgebrachte adviezen.
Bron:
Dick Oostinga & Toon van Mierlo. (z.d.). Jaarverslag 2023.
https://www.restitutiecommissie.nl/wp-content/uploads/2024/10/Verslag-2023.pdf