Antidepressivagebruik in de EU: een zorgwekkende stijging

Antidepressivagebruik in de EU: een zorgwekkende stijging

In steeds meer West-Europese EU-landen gebruiken mensen antidepressiva. De stijging is het sterkst in Zuid-Europa, maar ook in Nederland worden deze medicijnen de laatste jaren opvallend vaker voorgeschreven. Hoe komt dat en wat zegt het over hoe wij met mentale gezondheid omgaan?

chart visualization

Volgens cijfers van de OECD gebruiken inwoners van Portugal verruit het meeste: in 2023 ging het om gemiddeld 154 dagelijkse dosissen per 1000 mensen. Ook Zweden (117,8) en Spanje (101,5) behoren tot de koplopers. Nederland bevindt zich daar nog onder, maar het verschil in groei lijkt de laatste jaren af te vlakken. Sinds 2010 is het gebruik hier met ruim 22% gestegen.

Portugal: waarom zo’n uitschieter?
Dat Portugal zo hoog scoort is geen toeval. Het laat zien dat er meer speelt in de samenleving, zeker ook onder jongeren. Uit recent onderzoek onder Portugese studenten blijkt dat mentale klachten zoals depressie en angst opvallend veel voorkomen. In een landelijke studie uit 2024 gaf 35,7% van de studenten aan last te hebben van depressieve symptomen, en 43,1% kampte met angstklachten. Vooral studenten die financieel onder druk staan, ver weg wonen van familie of vrouw zijn, lopen extra risico. Veel van hen krijgen geen langdurige begeleiding, maar komen uit bij een snellere oplossing: medicatie.

“In Spanje kreeg ik wel iets voorgeschreven”
De culturele verschillen binnen Europa zijn groot, merkt ook Femke (26) op. Zij woonde een aantal jaar in Spanje voor studie, waar ze antidepressiva kreeg voorgeschreven. “Het werd daar gezien als iets dat je tijdelijk kan ondersteunen, net zoals je een pijnstiller krijgt bij hoofdpijn,” vertelt ze. “Toen ik terugkwam naar Nederland, kreeg ik bij de huisarts te horen dat ik voor de medicatie pas later in aanmerking kon komen. Ik moest het eerst ‘op andere manieren proberen’. Dat voelde alsof mijn klachten minder serieus werden genomen.”

Femkes ervaring is geen uitzondering. In Zuid-Europese landen is het gebruik van antidepressiva dus al jaren hoger, mede doordat artsen daar sneller medicatie voorschrijven bij psychische klachten. In Nederland bestaat er nog vaak terughoudendheid. Toch laat de recente stijging in de grafiek zien dat ook hier de drempel lager wordt.

Nederland
Het Trimbos-instituut laat weten dat Nederland vasthoudt aan een voorzichtig medicatiebeleid. In de vernieuwde richtlijn voor angst- en dwangstoornissen staat dat therapie, met name cognitieve gedragstherapie, de eerste stap blijft. Antidepressiva zijn pas aan de orde als gesprekken onvoldoende helpen of als de klachten zwaar zijn. Ook wordt geadviseerd om medicatie weer af te bouwen zodra het beter gaat. Maar, geven ze zelf ook aan: dat beleid staat onder druk. De wachttijden zijn lang, en steeds meer jongeren melden zich met serieuze klachten.

De vraag is: kunnen we deze terughoudende aanpak in Nederland blijven volhouden, nu de behoefte aan snellere hulp alleen maar groter wordt?

Verantwoording:
Voor dit artikel heb ik een dataset van de OECD gebruikt over antidepressivagebruik, gemeten in dagelijkse dosissen per 1000 inwoners. Ik koos voor deze bron vanwege de betrouwbaarheid, actualiteit (data t/m 2023) en internationale vergelijkbaarheid.
Ik heb me specifiek gericht op West-Europese EU-landen, omdat die qua zorgstructuur en welvaartsniveau goed te vergelijken zijn met Nederland. In de grafiek zijn landen opgenomen die zowel hoog als laag scoren, om verschillen duidelijk zichtbaar te maken.
De dataset heb ik geschoond om bruikbaar te maken voor de visualisatie. Ik heb onder andere de originele tabel verwerkt tot een overzicht per jaar met landen als kolommen. Dit maakte het mogelijk om de ontwikkeling over tijd goed te vergelijken.
De grafiek laat op een duidelijke manier zien hoe de trends zich ontwikkelen en legt de nadruk op opvallende uitschieters zoals Portugal, maar ook op de stijgende lijn van Nederland.

Over de auteur