Ajax staat al decennialang bekend om zijn sterke jeugdopleiding. Die bracht spelers voort als Johan Cruijff, Marco van Basten en Dennis Bergkamp. In 2022 werd die status opnieuw bevestigd: het CIES Football Observatory meldde dat Ajax met 77 zelfopgeleide spelers in de 31 hoogste Europese competities de tweede plek innam, net achter FK Partizan. Maar hoe staat het er anno 2025 voor? Is Ajax nog steeds die toonaangevende opleidingsclub, of neemt het belang van eigen jeugd juist af?
In het huidige seizoen maken meerdere spelers uit de eigen opleiding deel uit van het eerste elftal. Jorrel Hato is een vaste waarde in het centrum van de verdediging, Kenneth Taylor is basisspeler op het middenveld en ook Youri Baas krijgt geregeld minuten op de linksbackpositie. Don-Angelo Konadu en Jorthy Mokio kloppen nadrukkelijk op de deur. Maar liefst 55 procent van de spelers in Ajax Eredivisie-selectie dit seizoen is afkomstig uit de eigen jeugdopleiding.
Voormalig Ajax-jeugdspeler Derwin Martina herkent dat beeld. “De opleiding was ontzettend professioneel en tactisch sterk onderbouwd,” zegt hij. “Je leerde niet alleen techniek, maar ook hoe je moest denken als Ajax-speler: altijd vooruit voetballen, initiatief nemen, domineren.” Tegelijkertijd noemt hij de mentale druk zwaar. “Het was leerzaam maar ook keihard: je moest constant presteren, anders stond er meteen een ander klaar. Er werd niet alleen naar talent gekeken, maar ook naar karakter en discipline.” Blessures gooiden roet in het eten voor zijn doorbraak, maar hij kijkt met trots terug op zijn tijd op De Toekomst. “In mijn jaren bij de club, van 2008 tot 2014, voelde je aan alles dat het opleiden van eigen spelers de kern van het beleid was. Alles draaide om ontwikkeling. Dat was geen bijzaak, dat wás het beleid.”
Opleiden als verdienmodel
Ajax staat niet alleen nationaal maar ook internationaal bekend als springplank naar de Europese top. De club heeft een reputatie opgebouwd als leverancier van talent aan de grootste clubs van Europa. De verkoop van zelfopgeleide spelers is essentieel voor de financiële stabiliteit van de club.
De meest sprekende voorbeelden van de afgelopen jaren zijn Matthijs de Ligt (Juventus, €85 miljoen), Frenkie de Jong (FC Barcelona, €86 miljoen inclusief bonussen) en Donny van de Beek (Manchester United, €39 miljoen). Volgens gegevens van UEFA en Deloitte behoort Ajax, mede dankzij deze transfers, al jaren tot de financieel sterkere clubs buiten de ‘big five’ competities. In hun jaarlijkse Football Money League (2023) stond Ajax op plek 23 wereldwijd, waarmee het zich structureel in de subtop van Europa nestelt.
Hoewel ook aankopen als Antony, Kudus en Álvarez flinke bedragen opleverden, is het opleiden van spelers uit de eigen academie goedkoper en strategisch duurzamer. Bovendien draagt het bij aan de identiteit van de club.
In een analyse van ESPN door Sam Planting, blijkt dat Ajax nog altijd koploper is als het gaat om speeltijd voor spelers met een verleden in de eigen opleiding. Maar liefst 47,4 procent van alle speeltijd in de Eredivisie ging dit seizoen naar spelers die zijn opgeleid aan De Toekomst. Daarmee blijft Ajax ver voor op clubs als Feyenoord en PSV, die respectievelijk rond de 30 en 25 procent scoren.
Volgens Marijn Beuker, sinds eind 2023 Directeur Voetbalzaken bij Ajax, is dat geen toeval. In een interview met Ajax TV benadrukte hij dat Ajax inzet op ‘gestage, duurzame ontwikkeling’ binnen de jeugdopleiding. Spelers worden volgens hem structureel voorbereid op de overstap naar het eerste elftal door ze vanaf jonge leeftijd bloot te stellen aan complexe spelomstandigheden en een uniforme trainingsmethodiek. Volgens Beuker is het van fundamenteel belang dat Ajax blijft investeren in de jeugd, zowel om de clubcultuur te bewaken als om competitief te blijven zonder structureel afhankelijk te zijn van dure aankopen.
In Europa is het jeugdmodel van Ajax eerder uitzondering dan regel. Het staafdiagram toont het aantal jeugdspelers dat in de selectie zat van Champions League-winnaars van de afgelopen tien jaar. Daaruit blijkt dat clubs als Real Madrid en City zelden meer dan twee zelfopgeleide spelers in het veld brengen. Ajax’ aanpak wijkt daarin fundamenteel af.
De verkoop van jeugdspelers financiert investeringen in de selectie, trainingsfaciliteiten en academie. Volgens financieel directeur Susan Lenderink is de financiële positie van Ajax stabiel, maar sterk afhankelijk van sportieve prestaties. Het mislopen van Champions League-deelname zou een gat van tientallen miljoenen euro’s in de begroting slaan. Al lijkt dat scenario dit seizoen onwaarschijnlijk.