De nuance achter de criminaliteitscijfers: ‘’Er ontstaat een werkelijkheid, die niet de werkelijkheid is’’

De nuance achter de criminaliteitscijfers: ‘’Er ontstaat een werkelijkheid, die niet de werkelijkheid is’’

Twee jongen dealen drug. Fotograaf: Roos Koole

Het CBS en Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) brengen in samenwerking de ‘’Monitor jeugdcriminaliteit’’ uit. Uit het meest recente rapport blijkt dat de geregistreerde jeugdcriminaliteit in Nederland in de afgelopen twintig jaar sterk is afgenomen. Toch is de afgelopen vijf jaar de daling afgevlakt, er is zelfs sprake van een stabilisering. Opvallend is dat in een periode waarin migratie en veiligheid veel besproken thema’s zijn, het aantal verdachten met een migratieachtergrond juist het sterkst daalt. Het aantal jongeren met een Nederlandse achtergrond blijft daarentegen het grootst.

Waarom jongeren in de criminaliteit belanden, is volgens criminoloog Henk Ferwerda een complex vraagstuk. Het is volgens hem belangrijk om te benoemen dat een flink groep jongeren in Nederland nooit een strafbaar feit pleegt. Van de groep jongeren die wél een strafbaar feit pleegt, gaat het in het grootste deel om relatief lichte strafbare feiten, bijvoorbeeld een winkeldiefstal. Dit vormt het leeuwendeel van de jeugdcriminaliteit. ‘’En dan heb je een groep die echt in de criminaliteit terechtkomt; die is veel kleiner. De meeste van hen komen daar maar tijdelijk terecht. Een nog kleinere groep groeit verder de criminaliteit in; zij belanden in de georganiseerde misdaad.’’

‘’Jongeren met veel risicofactoren zijn het kwetsbaarst. Daarvan zien we een oververtegenwoordiging in de criminaliteit,’’ vertelt Ferwerda. Deze risicofactoren zijn factoren bij de persoon zelf, bijvoorbeeld agressie. Maar we zien ook risicofactoren in de omgeving, zoals het gezin, netwerken online en offline, en de woonbuurt. ‘’Voortijdig schoolverlaten is ook een hele belangrijke risicofactor. Maar je kunt het ook omkeren: onderwijs is misschien wel de beste vorm van preventie om niet in de criminaliteit te komen.’’

Het brede beeld van boeven

‘’Wij kijken het liefst naar drie bronnen, zegt Ferwerda. Enerzijds de politiecijfers, maar het is ook goed om zelfrapportagecijfers te bekijken, waarbij jongeren zelf rapporteren of ze iets gedaan hebben.’’ Veel delicten die gepleegd worden, komen gewoon niet ter kennis van de politie. En als laatste de slachtofferenquêtes. Ferwerda gaat verder: ‘’Daarnaast moet je rekening houden met het dark number van criminaliteit. Dat zijn misdrijven die buiten enige vorm van registratie blijven. Het dark number bij jeugdcriminaliteit in het algemeen is best hoog.’’

‘’Maar in Nederland hebben we een beleid waarbij de jeugd- en strafrechtketen integraal samenwerken. Dat doen ze rondom hotspots, dus locaties. Dat doen ze gericht op hotgroups; dat zijn de problematische jeugdgroepen. En als laatste doen ze het ook op hotshots; dat zijn eigenlijk de individuen die echt opvallen door hun delictgedrag. We noemen dat focused policing. Jeugdcriminaliteit is behoorlijk gedaald. Een van de verklaringen kan zijn dat het beleid dat we voeren succesvol is,’’ aldus de criminoloog.

Achtergronden

Volgens Ferwerda schrijven kranten over het algemeen niet hoe goed het gaat met de criminaliteit. Waardoor er een werkelijkheid ontstaat, die niet de werkelijkheid is. Die ligt iets genuanceerder. Een voorbeeld hiervan is dat in de media wordt gesproken van een verdachte, maar dat de afkomst toch regelmatig wordt genoemd. Ook op sociale media is de reactie ‘’Afkomst, religie?’’ dikwijls terug te vinden. Maar is dit wel terecht?

Het is goed om te beginnen met dat je per duizend van de doelgroep kijkt, omdat je anders niet kunt vergelijken. Dan is de vraag die je moet stellen: welke jongeren komen per duizend inwoners het vaakst in beeld? Dan zie je dat Marokkaanse jongeren over het algemeen een wat groter aandeel hebben. Tegelijkertijd is er een grotere daling te zien bij bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren. Ik denk dat dat te maken heeft met het feit dat Marokkaanse jongeren wat meer in die persoonsgerichte aanpak terechtkomen, omdat die vaak een iets zwaarder profiel hebben dan een andere groep.

Maar je moet ook kijken naar wat nou nog steeds de grootste groep is die zich schuldig maakt aan strafbare feiten. Dat zijn nog steeds jongeren met een Nederlandse culturele achtergrond. In aantallen is dat de grootste groep, maar we hebben ook meer Nederlandse jongeren.

Dataverantwoording:

Alle gebruikte data is afkomstig uit rapporten van het WODC. Hiervoor is gebruik gemaakt van de Jeugdmonitor Criminaliteit 2023 en andere publicaties van het WODC. Alle data is overgenomen. Deze is vervolgens handmatig geselecteerd om een overzicht in kaart te brengen. Vervolgens is deze verwerkt in een datavisualisatie van Flourish.

De bewerkingen van de data per visualisatie:

  • Stabiele daling jeugdcriminaliteit: De originele data bevatte cijfers vanaf het jaar 2000. Omdat er bij de laatste visualisatie pas wordt gemeten vanaf het jaar 2010, laat deze visualisatie ook de ontwikkeling vanaf dat jaar zien. Zo geven de visualisaties in combinatie het beeld over dezelfde periode.
    Belangrijk om te vermelden is dat een verdachte niet schuldig hoeft te zijn aan een misdrijf. Het aantal daders is wel veroordeeld door het Openbaar Ministerie (OM) of Zorgmachtiging (ZM).
  • Groot aantal misdrijven ontgaat politie in 2023: De originele data van het aantal zelfrapportages stond aanvankelijk in percentages. Deze zijn omgerekend naar promille, zodat ze vergeleken konden worden met de data van het aantal verdachte per type misdrijf, per 1.000 van de betreffende doelgroep. De omvang van de steekproef van het percentage zelfrapportages is 9.639
  • Daling jeugdcriminaliteit onder alle doelgroepen: De originele data is exact overgenomen. Er is voor gekozen om drie jaren te tonen. Het eerste, middelste en laatste jaar. Deze brengen het evenwichtigst de verandering in kaart. Er is wel gekozen voor een andere visualisatie dan in het oorspronkelijke rapport.

Over de auteur

Nina Bakker

Mijn naam is Nina Bakker, ik ben studente journalistiek aan de Hoge School Utrecht. Ik ben geboren en woonachtig in Gorinchem. Momenteel ben ik 18 jaar. Voor mijn studie heb ik eerst de mavo (Cum Laude) en daarna de havo afgerond. Voor mijn mavo heb ik het jaarboek gemaakt van mijn examenjaar. In mijn eerste jaar als journalistiek student wil ik vooral basiskennis opdoen over het vak. Het maken van een eigen nieuwswebsite op SvJ media sluit hier ook mooi op aan, want als je iets in de praktijk veel doet leer je ook sneller. Ik heb dan ook erg veel plezier in het werk wat ik hiervoor moet verrichten. Mijn journalistieke interesses liggen vooral bij mode en cultuur. Ik ben hier in mijn vrije tijd dan ook graag mee bezig. Een voorbeeld hiervan is dat ik een bijbaantje heb bij de Douglas. Op het eerste gezicht is het misschien geen journalistiek werk, maar je bent wel continu bezig de klant te ondervragen om een product te zoeken wat goed bij die klant past. Het werk bij een parfumerie is natuurlijk ook iets wat weer aansluit bij het werk op een moderedactie. Voor info: nina.bakker@student.hu.nl