Blijven of vluchten

Blijven of vluchten

Zeinab voelt haar hartslag versnellen en haar benen verzwikken. Ze moet moeite doen om niet te vallen. Zij knippert met haar ogen om haar tranen uit haar ogen weg te krijgen zodat zij weer iets kan zien. Terwijl deschokkende beelden opnieuw aan haar ogen voorbijflitsen, herhaalt zij in haar gedachten de naam van haar zoon: “Levan, Levan!”

De magere, middelgrote, grijsharige en bleke Zeinab kijkt naar de televisie en houdt haar adem in. Haar hele lichaam versteent. Het dringt nauwelijks tot haar door wat zij heeft gezien. Het huis van haar zoon was een vlammenzee. Er kwam vuur uit de kapotte ramen waarin resten van geblakerde gordijnen in flarden neerhingen.

Even daarvoor was dit onvoorstelbaar geweest. Zij was op haar kamer, waar zij pianoles geeft, de muzieknoten voor de lessen van vandaag aan het verzamelen. Toen kon zij nog trots en enthousiast alleen maar aan de dag van morgen denken. Drie van haar leerlingen nemen de volgende dag deel aan de Frederik Chopin Competentie voor jonge pianisten. Zij hoorde in haar gedachten Chopins sonate nr. 2 iets wat haar steeds in een wereld vol nostalgie brengt.

Als zij in haar kamer op haar piano de muziek van Chopin speelt, voelt zij zich zo vrij als een vogel in de lucht en alsof zij het hele wereld aan kan. Zij speelt op haar geliefde kastanjekleurige oude eikenhouten piano, die zij nog van haar overgrootmoeder heeft gekregen. Het gordijn in het open houten raam wiegt zachtjes heen en weer en er komt een ochtendbries de kamer binnen. Elke keer als Zeinab met haar vingers de koude toetsen van haar piano aanraakt, voelt zij een tinteling in haar lichaam en de wens opkomen om haar levensdroom te vervullen en een beroemde pianiste te worden en op grote podia te spelen.

Zij trouwde op 25-jarige leeftijd met een soldaat en ze kregen drie kinderen. Samen verhuisden ze naar Duitsland waar haar man gelegerd was. Haar man schafte speciaal voor haar een piano aan om haar eenzaamheid in een vreemd land te verlichten. Zo bracht zij tien jaar door. Toen zij met haar man terugkeerde naar haar arme thuisland, kon zij geen baan vinden. Zij besloot om thuis pianoles te gaan geven om geld te verdienen.

Ze speelde op haar piano met haar lange, dunne bleke vingers, toen zij plotseling werd opgeschrikt door een enorme ontploffing. Het huis rommelde, zij sprong op van haar piano kruk en rende de woonkamer in waar zijhaar oude moeder aantrof die bang en verward voor zich uitstaarde. Een tweede nieuwe ontploffing, nu dichterbij, deed de ramen trillen en verbrijzelde het glas waarna het op het parket viel. Door het open raam hoorde zij het angstwekkende geschreeuw van de buurvrouw die uitriep dat ze door de Russen werden gebombardeerd!

“Waarom bombarderen de Russen Georgië in Godsnaam?”, mompelde Zeinab terwijl zij de trap af rende. Toen hoorde zij de buurman in paniek uitroepen dat ze hun huizen moesten verlaten, omdat ze in de buurt van het militaire legerkamp woonden. “Ze zullen ons allemaal vermoorden”, hoorde zij hem zeggen.

Zeinab rende totaal van slag weer het huis in, nog steeds niet in staat te begrijpen wat er allemaal gebeurde. “Hoe konden de Russen dit nou toch doen?”, dergelijke gedachten raasden door haar hoofd. Haar kleinkinderen zijn nog op school. Moest ze rennen om ze op te halen? Of zou haar zus, die lerares was op die school, voor de kinderen kunnen zorgen?

Wat moest zij doen? De stad uit vluchten? Moest zij haar dochter bellen, de moeder van haar kleinkinderen, die in Nederland was? Maar bellen met een huistelefoon in 2008 was niet zo eenvoudig.

Nog een dreunend geluid. In totale paniek rende ze van de ene kamer in de andere, niet wetend of ze zich moest haasten om kleren in te pakken of te wachten tot haar zus thuiskwam met de kleinkinderen.

Op de televisie, die haar moeder had aangezet, hoorde zij dat het centrum van Gori was gebombardeerd. Via een ladder aan de muur van de keuken klom zij naar de zolder en opende het zolderraam om te kunnen zien wat er gebeurd was. De toren van het Stalinmuseum was vanuit het raam altijd goed zichtbaar, maar nu was hij door stofwolken en grijze rook niet te zien. “Hoe is dat mogelijk?”, mompelde zij. Ze kon zich niet voorstellen dat de stad waar Stalin geboren was door de Russen zelf gebombardeerd werd.

Zij besloot dat zij niet meer op haar zus kon wachten en rende naar de school die op de hoek van de straat was. Om hard te kunnen rennen, moest ze haar rok op tillen. Er was chaos op het plein van de school. Veel ouders waren al op school aangekomen en iedereen was op zoek naar hun kinderen. De kleinkinderen van Zeineb stonden bij de ingang van de school en hielden bang elkaars hand stevig vast. Zij greep haarkleinkinderen bij hun arm om ze mee naar huis te nemen. Ze was totaal vergeten om haar zus op te zoeken, maar er was dan ook geen moment te verliezen.

Zeinab was weer thuis gekomen en rende het huis in om tegen haar moeder te zeggen dat ze moesten gaan inpakken om te kunnen vluchten. Haar moeder weigerde en zei: “Jullie gaan, ik blijf. Ik kan het huis niet onbeheerd achterlaten.” Maar Zeineb wilde haar moeder niet in de steek laten. Er was geen tijd voor twijfel. Elk moment konden er weer bommen vallen. Toch wilde haar moeder daar blijven. Zij zei dat zij het huis van haar man niet kon achterlaten!

Dit grijze stenen huis van twee verdiepingen was alles voor haar. Zij was twintig jaar oud toen zij uit haar dorp kwam en trouwde met een geschoolde jongen uit de stad, met wie ze twee dochters kreeg. Ze hebben samen in dit huis de moeilijke jaren tijdens de Sovjet-Unie doorgemaakt. Het huis, dat zij zo moeilijk kon verlaten, hadden ze met hun eigen handen gebouwd. Haar man was timmerman en hij heeft elk detail van het huis zelf ontworpen. Het was voor die tijd ongewoon mooi versierd met smaakvolle ornamenten, bewerkte deuren en mooi geschilderde plafonds. Hoewel haar man al overleden was, gaf het hele huis haar het gevoel dat haar man nog bij haar was en in leven.

Zeinab heeft haar moeder niet langer geprobeerd te overtuigen het huis te verlaten, omdat zij haar kleinkinderen, die bij haar zijn opgegroeid, op een veilige plek wilde brengen.

Toen zij haar andere buurman Aliek op straat hoorde schreeuwen, heeft zij uit het raam gekeken en gevraagd wat er allemaal aan de hand was. Aliek was een vriend van haar zoon. Zeinab zag dat Aliek probeerde in een militaire auto vol mannen te klauteren. Aliek was een hoge legerofficier in Gori. Zij heeft tegen hem geschreeuwd: ‘’waar is een veilige plek om te vluchten?” ALiek zei dat hij dat niet kon zeggen omdat hij dacht dat de Russen van alle kanten zouden aanvallen .

Zeinab hoorde achter haar rug haar moeder mompelen, terwijl die naar de televisie keek: “hoe durven ze de stad van hun eigen held te bombarderen!”. En toen plotseling gaf haar moeder een vreselijke schreeuw. Zeinab draaide zich verbijsterd om en keek ook naar de televisie.

De tranen in Zeinabs ogen hebben haar het zicht ontnomen. Het voelde of alle grond onder haar voeten was weggeslagen. Haar hart bonkte tot in haar oren. Het dringt nauwelijks tot haar door wat zij heeft gezien. Het huis van haar zoon was een vlammenzee! Er kwam vuur uit de kapotte ramen waarin de resten van de geblakerde gordijnen in flarden neer hingen. Ze herkende die gordijnen, maar ze twijfelde. Was het echt het huis van haar zoon? Misschien leek het er alleen op. Misschien heeft iemand anders precies dezelfde gordijnen? Maar ze wist dat dit huis van haar zoon was, omdat ze die gordijnen herkende die ze speciaal voor hem uit Polen had meegenomen.

Haar hele gezicht was nat door de tranen. Zij knielde neer en raakte de grond met haar bezweten handen.

Het huis trilde opnieuw door de bommen, maar voor Zeinab gold maar één ding: leeft haar zoon nog? Misschien was hij tijdens het bombardement thuis met zijn vrouw en kinderen.

Haar moeder legde haar hand op de schouder van haar dochter. Zij wilde dat haar dochter zou kiezen om met de kinderen naar een veilige plek te vluchten.

Maar Zeinab vroeg zich af of zij moest vluchten of niet. Haar hele lichaam verzette zich ertegen. De wens om te weten of haar zoon nog leefde, was sterker dan de angst om te vluchten. Zij werd verscheurd door de drang om te vluchten en het verlangen om te weten of haar zoon nog in leven is…

Maar toen zag zij de angst in de ogen van haar kleinkinderen. Instinctief trok ze de kinderen bij hun arm mee en rende met ze de trap af in de richting van het station. Onderweg brak ze zo heftig in tranen uit als ze nog nooit in haar leven gehuild had.

Over de auteur