Alle Dagen Heel Druk

Alle Dagen Heel Druk

© Eslin van Zessen

De dreunende bas en het meezingende uitgaanspubliek kan Eslin bijna ruiken. Ze voelt voor een laatste keer in haar ‘te’ kleine handtas. Een uur geleden zat haar paspoort precies tussen haar pakje sigaretten en telefoon gepropt, maar het is nu nergens te bekennen. Gisteren is ze ook al haar identiteitsbewijs kwijtgeraakt en nu haar paspoort. 25 september 2021 staat met grote letters in haar agenda gemarkeerd. Het is de allereerste avond dat het uitgaansleven weer is geopend. Ze vergeeft het zichzelf nooit als ze deze avond moet missen door haar chaotische levensstijl. Inmiddels kijkt de breedgebouwde bewaker Eslin met een strenge blik aan; “Komt er nog wat van wijffie?”. Ze besluit haar truitje iets omlaag te trekken, waardoor er een geaccentueerd decolleté tevoorschijn komt. Ze spuit snel het laatste restje parfum in haar nek en zet de altijd werkende puppy-ogen op. “Helaas kan ik mijn paspoort niet vinden, meneer. Zou ik alstublieft naar binnen mogen?” Ze schuift een briefje van tien euro in zijn hand. Dit trucje is ze niet verleerd en samen met haar vriendinnen danst ze de avond tegemoet.

De zon schijnt door de halfopen gordijnen voor het raam. Felle zonnestralen laten Eslin ontwaken uit een diepe roes. Haar handen zoeken naar de waterfles naast haar bed, maar het enige wat ze voelt zijn kleren. Een smaak van alchohol, sigaretten en pizza motiveert Eslin om uit bed te stappen. Haar voeten schuifelen door de kledingstukken en zoeken de waterfles, maar deze is nergens te bekennen. Voordat ze haar kamer uitkomt, besluit ze de mascara onder haar ogen vandaan te halen en de zuigzoen in haar nek te verbergen met een coltrui. In de hoop dat ze er nu acceptabel genoeg uitziet, loopt Eslin de keuken in; “Lekker uitgeslapen schat?”, vraagt haar moeder. Aan tafel zit haar moeder omringd door vijf yoghurtschaaltjes, drie opengeslagen boeken en liggen de papierpropjes over de hele eettafel. Een glimlach verschijnt op Eslin’s gezicht, wat lijkt ze toch enorm op haar moeder. “Heb je lekker uitgeslapen schat?”, herhaalt haar moeder. Het brakke hoofd van Eslin was de vraag allang vergeten en ze antwoordt gehaast; “Zeker mam.” Met een grote fles water en twee paracetamol gaat ze aan haar bureau zitten. Op de planning stond dat ze vandaag ging studeren, maar haar kater helpt niet mee. Voordat de paracetamol is ingewerkt, besluit Eslin zoveel mogelijk kleding in haar kast te proppen: “Opgeruimd staat netjes.”

Starend naar haar laptop klikt ze nog een kattenfilmpje aan op YouTube. Haar uitstelgedrag neemt vandaag het voortouw en na twee uur heeft ze nog geen zin opgeschreven. Terwijl de katten zich een weg vormen op Eslin’s beeldscherm begint ze van zichzelf te balen. “Waarom kan ik mij nooit concentreren? Zo kan ik deze vakken wel voor een vierde keer gaan herkansen…” Geïrriteerd drukt ze de miauwende katten weg en opent de lege pagina van Word. Het witte blad geeft haar een stressgevoel. In een rap tempo leest Eslin haar opdracht door en begint als een kip zonder kop te typen. Een uur later loopt ze met haar gevulde Word pagina naar haar moeder; “Wil je deze opdracht nog even doorlezen mam? Dan kan ik hem strakjes inleveren.” Haar moeder pakt de laptop aan, maar na vijf minuten kijkt ze verward op; “Heb je toevallig de opdracht bij de hand?” Met tegenzin geeft Eslin het uitgeprinte papiertje met uitleg aan haar moeder. Een kleine traan van teleurstelling rolt over haar wang. Door de dyslexie is lezen niet één van Eslin’s sterkste punten. Haar moeder weet dit maar al te goed en samen staren ze naar de opdracht. De theepot en koekjes worden op tafel gezet en de radio gaat uit. Ruim drie uur later kijken moeder en dochter tevreden naar het ingeleverde document. Zonder haar moeder was dit nooit gelukt. 

Het belletje van zojuist heeft ervoor gezorgd dat ze morgenochtend een afspraak heeft bij de huisarts. “Het is geen spoedgeval, maar wel van belang dat dit traject zo snel mogelijk wordt gestart. De wachtrijen worden alleen maar langer en je studie leidt eronder,” zegt huisarts Bergmans. Eslin weet maar al te goed dat de huisarts gelijk heeft. De afspraak om te gaan ontbijten met een vriendin zegt ze af. 18 november zal Eslin spenderen in de wachtkamer van de huisartsenpraktijk.

Het getik van haar benen en gefriemel aan haar nagelriemen verraden de zenuwen. De assistente kijkt haar met een geïrriteerde blik aan, net zoals de andere wachtenden in de wachtkamer. Met moeite houdt Eslin haar benen stil en bladert gespannen de Flair door. Wanneer ze haar weekhoroscoop doorleest, gaat de deur open van de spreekkamer en hoort ze haar naam. De tintelingen in Eslin’s buik veranderen in krampen. Ze is hier tenslotte voor zichzelf en loopt braaf achter de huisarts aan de spreekkamer in. “Klopt het dat je hier bent, omdat je in aanmerking wilt komen voor een ADHD test mevrouw Van Zessen?”, vraagt huisarts Bergmans. Met volle overtuiging schudt Eslin haar hoofd van boven naar beneden: “Ja, dat klopt.” De huisarts begint te vertellen over haar zoon die al van kleins af aan gediagnostiseerd is met ADHD en dat medicatie voor hem een goed hulpmiddel is. Het is de eerste keer dat Eslin hier met iemand over praat die er verstand van heeft en dit voelt vertrouwd. Tijdens het gesprek heeft ze de hele spreekkamer in zich opgenomen. De stethoscoop trekt haar aandacht, hier speelde ze vroeger doktertje mee. Ook de bloeddrukmeter en het pillendoosje bevonden zich in haar dokterskoffertje. Haar moeder was altijd de zieke patiënt die zij dan mocht verzorgen en… “Mevrouw Van Zessen? Bent u de aandacht verloren?”, vraagt dokter Bergmans.

De e-mail is duidelijk. De ADHD test bevat honderd vragen over haar mentale gezondheid, gezinssituatie en levensstijl. Op basis van de antwoorden gaan de experts beslissen of ze in aanmerking komt voor de basis- of gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg. De woorden overvallen haar, maar het is tijd om het beestje een naam te gaan geven. Haar concentratieproblemen, chaotische levensstijl en impulsieve beslissingen moeten soms getemd worden. Gemotiveerd begint ze aan de eerste vraag. “121, 122, 123. Er hangen 123 kerstlampjes in de kerstboom.” Ze draait haar hoofd terug naar het computerscherm. “Ben je afgeleid?” staat er geschreven. Er zijn nog maar dertig vragen ingevuld, maar de uitkomst ADHD zal Eslin niet verbazen. 

Het heeft een aantal maanden geduurd, maar eindelijk loopt Eslin het pand binnen van de geestelijke gezondheidszorg. De vergeelde muren en muffe lucht laten niet de beste eerste indruk achter. In de kleine ruimte staan twee verkleurde, stoffen stoelen, waarvan de linkerstoel in beslag genomen is door een roodharige kat. Eslin neemt plaats in de rechterstoel. Het druppelen van de kraan vult de kleine kamer met geluid. Een tengere mevrouw met verwarde zwarte krulletjes en een bril met jampotglazen onderbreekt het gedruppel: “Goedemiddag, jij moet Eslin zijn. Ik ben psycholoog Kwast. Loop maar achter mij aan.” Eslin neemt onwennig plaats op een andere verkleurde, stoffen stoel in de spreekkamer en kijkt om zich heen. Ze hoopt dat het uiterlijk van dit pand niks te maken heeft met de inhoud van de begeleiding. 

De kennismaking met de psycholoog verloopt wat stroef, maar telkens wordt Eslin eraan herinnerd dat zij hier voor zichzelf is. Ze zet het uiterlijk van mevrouw Kwast en het gebouw aan de kant en focust zich op de woorden van de psycholoog. “De antwoorden van de test laten zien dat er een grote kans is op de diagnose ADHD. Het is vooral opgevallen dat je last hebt van concentratieproblemen en hyperactiviteit. Ik ben benieuwd hoe een gemiddelde week er voor jou uitziet?,” vraagt psycholoog Kwast. Eslin probeert haar week zo logisch mogelijk te omschrijven en begint bij maandag; “Op maandag werd ik wakker bij mijn beste vriendin Marie-Fee en gingen we samen een film kijken. Daarna hebben we ons opgefrist en zijn we op het terras gaan zitten. Hierna zijn we gaan winkelen bij de Primark en hebben allemaal nieuwe make-up spullen gekocht. We hebben samen kippensoep gemaakt en zijn toen bij vrienden drankjes gaan drinken. Rond een uurtje of half drie ’s nachts lagen we in bed.” Eslin gaat verder naar de volgende dagen en na tien minuten is ze bij zondag. Als ze uitgepraat is, ziet ze dat de psycholoog drie blaadjes heeft volgeschreven met aantekeningen. Psycholoog Kwast begint met het vertellen over een onderzoek waarin het verschil is onderzocht tussen mensen met ADHD en mensen zonder de diagnose. De mensen zonder ADHD vertellen drie minuten over hun gemiddelde week, mensen met ADHD doen hier meestal tien minuten over. De psycholoog begint te grinniken en Eslin schiet ook in de lach. Het is voor beiden al duidelijk welke uitslag ze zal ontvangen aan het einde van dit traject.

Op 5 april gieren de zenuwen door Eslin haar lichaam. Over vijftien minuten heeft ze een adviesgesprek gepland staan met haar psycholoog. Een aantal weken geleden kwam ze voor het eerst binnenlopen in de kleine, muffe spreekkamer van mevrouw Kwast. Inmiddels is ze gewend geraakt aan de geur en vriendjes geworden met de roodharige kat, Harry. Vandaag is misschien wel de laatste keer dat ze op de verkleurde stoel plaatsneemt. Uit het adviesgesprek zal blijken of Eslin in aanmerking komt voor de officiële ADHD test. Ze duimt dat dit de uitkomst zal zijn, omdat ze er dan een naam aan kan hangen. Mevrouw Kwast komt binnenlopen met twee glazen water en een gespannen gezicht. Ze weet op welke uitslag Eslin hoopt, maar laat niks van haar gezicht aflezen: “Houdt 25 april vrij in je agenda, want dan staat je officiële ADHD test ingepland.”

Over de auteur

Roos Herselman

Hi! Ik ben Roos Herselman, 22 jaar oud en geboren en getogen in Rotterdam. Ik zit in het laatste jaar van de opleiding Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht.