Hulp buiten het beleid om: deze vrouw ving een Syrisch gezin op in haar schuur

Hulp buiten het beleid om: deze vrouw ving een Syrisch gezin op in haar schuur

Foto: ANP

Annechien Kaatsma loopt op een zonnige zondagochtend in 2020 haar achterdeur uit. Ze is onderweg naar de moestuin. Daar gaat ze haar planten water geven voor ze aan de rest van haar dagelijkse activiteiten begint. De deur van de schuur naast haar boerderij klapt open en een lange, slanke man met een ingevallen gezicht en een loshangende broek en shirt om zijn lijf stapt naar buiten. Hij heeft een reeds gedraaid sjekkie in zijn rechterhand en pakt met zijn linkerhand een gele aansteker uit de zak van zijn joggingbroek. Ze glimlacht en zwaait naar de man, loopt door naar haar moestuin en denkt terug aan de tijd dat er ‘s ochtends geen rokende mannen uit haar schuur stapten. Dat is ondertussen al zo’n drie maanden geleden. Al drie maanden wonen de man, zijn vrouw en hun 4 kleine kinderen in Annechiens schuur. Het verhaal daarachter begint ongeveer een half jaar daarvoor, toen ze het Syrische gezin op het asielzoekerscentrum in Aalden ontmoette.

Annechien werkte in die tijd als verloskundige voor het AZC. Zo ontmoette zij Leila, een zwangere, Syrische vrouw die samen met haar man genaamd Kadan en hun 3 kinderen op een kamer in het centrum verbleven. Zoals met meer van haar cliënten in het AZC onderhield Annechien een fijne, vriendelijke band met Leila. Na de geboorte van haar zoontje kwam Annechien nog een paar keer langs bij Leila, tot het gezin te horen kreeg dat ze niet langer op het AZC mochten verblijven. Nu ze niet meer zwanger was had het COA geen geldige reden meer om Leila en haar gezin op het AZC te laten wonen. Ze besloten na hun uitzetting te vluchten naar een gezin in Borger dat ze via via kenden. Zij hadden een boerderij en Leila en Kadan hadden geregeld dat zij, met hun gezin, in de kinderkamer van een vertrokken tiener mochten verblijven. Na twee weken bleek de man uit Borger een stuk minder vriendelijk dan zij hadden gedacht. Volgens Annechien bedreigde hij Kadan met een mes en vertelde hij hem dat hij terug moest naar zijn eigen land. Leila en Kadan zouden diezelfde nacht nog zijn gevlucht en de volgende ochtend Annechien hebben gebeld met de vraag of ze hen kon helpen.

Na haar werk in de tuin loopt ze terug, weer langs de schuur, waar Kadan net zijn sjekkie uitmaakt in de rode, daarvoor bestemde asbak. Ze zouden vandaag samen aan de reparatie van de kas gaan werken. Eigenlijk kijkt Annechien daar een beetje tegenop. Doordat niemand in het gezin een baan kan hebben, met als rede hun illegale verblijfsstatus, is er geen inkomen. Dus kan er niet worden bijgedragen aan de huur. Dat vind ze zelf niet zo erg, maar het gezin wel en dus proberen ze op allerlei andere manieren bij te dragen.

Kadan was in Syrië een timmerman en wil dus graag helpen met klusjes op het terrein. Op haar beurt wil Leila graag dat Annechien elke avond bij hen komt eten en als haar dochter over de vloer is, dan moet en zal zij ook meekomen. Uiteraard moet zij dan naast de oudste zoon van Leila plaatsnemen aan de eettafel. Alles wat het gezin voorstelt is met de beste bedoelingen en komt vaker wel dan niet van pas, maar Annechien merkt dat de afgelopen maand de irritaties soms nogal oplopen. De cultuurverschillen worden steeds duidelijker. Zo heeft Annechien Kadan zijn zoon van vier wel eens een tik zien verkopen. Omdat ze bij haar ingetrokken zijn vond ze dat ze daar iets van mocht zeggen. Ze legde hen uit dat we dat in Nederland niet doen. Het gezin vond dat ze als huisbaas niks te maken had met de opvoeding van hun kinderen. Ze beet op haar tanden en sprak de familie een paar dagen niet.

Toen Leila Annechien in de lente van 2020 belde, voelde ze al dat er iets mis was. Ze wist van de man in Borger en had sinds ze bij hem verbleven niks van het gezin gehoord. Toen ze het verhaal hoorde besloot ze na enig overleg om het gezin niet te helpen zoeken naar een nieuwe plek, maar ze zelf op te vangen. Volgens bepaalde wet- en regelgeving zouden ze na zes maanden namelijk terug mogen komen bij het COA om een nieuw verzoek voor een verblijfsvergunning in te dienen. Dan zouden ze weer op een AZC mogen verblijven en wie weet zouden ze zelfs permanent in Nederland kunnen blijven. Maar goed, dan zouden zij eerst die zes maanden moeten zien te overbruggen. Annechien wilde de familie er graag bij helpen en vol teleurstelling in het Nederlandse vluchtelingenbeleid begon ze diezelfde dag nog met de voorbereidingen. Haar schuur had al een wc en een keuken, de douche moest alleen nog afgemaakt worden. Ze verzamelde gratis meubels die ze in de buurt kon vinden en zette 1 bed en 5 matrassen in de rechterhoek van de schuur. In de linkerhoek zette ze een bank en daar tegenover haar oude tuintafel als eettafel. De dag erna stond het gezin al op de stoep, met niet veel meer dan een paar boodschappentassen aan spullen en eeuwige dank voor Annechien.

Kadans joggingbroek blijft achter een stukje glas haken als hij voorover buigt. Hij scheldt hard en lang met woorden die Annechien niet begrijpt. Ze negeert het voorval en richt haar aandacht weer op de kas. In steenkolenengels probeert ze haar plan voor de reparatie aan Kadan voor te leggen: ‘If I go like this, and you like that, we hold the glass together. If I say ‘yes’, you gently let go and hand me tool. Yes?’. ‘Yes’, antwoord Kadan. ‘No questions? You understand plan?’, vraagt Annechien. ‘I understand’.

Nog geen drie minuten later is de interactie van rustig en coöperatief naar een woest meningsverschil getransformeerd. Kadan heeft de ruit kapot laten vallen en Annechien is flink boos op hem geworden. Hij schreeuwt tegen haar dat ze als vrouw hem niet tegen had mogen spreken. Dat is de druppel. Er knapt iets in Annechien. Ze staart hem voor haar gevoel een eeuwigheid aan zonder een woord uit te kunnen brengen. Wat zeg je tegen iemand die je nooit zal begrijpen, hoe hard je ook je best doet? Hoe help je iemand integreren die zich niet aan wil passen aan deze nieuwe cultuur?

Ze vindt geen antwoord op de vragen in haar hoofd en besluit haar kokende woede niet op de man tegenover haar te laten ontploffen. Ze draait zich om, loopt zonder een woord te zeggen naar de schuur waar Leila met iemand zit te bellen. De kinderen liggen op de bedden in de hoek. Annechien houd haar tranen tegen als ze tegen Leila zegt dat ze het niet meer aan kan. Ze zullen moeten vertrekken. Annechien zegt dat als Leila vragen heeft, ze deze aan Kadan mag stellen. Leila barst in huilen uit. Annechien kan haar tranen nu ook niet meer houden en ze omhelzen elkaar.

De volgende ochtend zwaait ze naar de auto die het terrein afrijd. Niemand zwaait terug. Het grind onder de banden van de zwarte taxi maakt een schel, malend geluid. Ze draait zich om naar de schuur achter zich en zucht zachtjes. Hopend dat ze veilig zullen zijn, waar ze dan ook terecht zullen komen, is ze opgelucht dat dit de laatste keer was dat ze naar ze zal zwaaien.

Kader: Annechien Kaatsma is een pseudoniem van de vrouw die de vluchtelingen opving. Haar naam en adres zijn bekend bij de redacteur, maar kunnen door veiligheidsredenen niet met de lezer worden gedeeld.

Over de auteur