Zondag 22-05-2016
Midden in de nacht vertrokken we, we liepen richting het water. ‘’Kom eens hier tawil’’, wat lange betekent, riep een Arabische man naar me. Met een aantal mannen tilden we de rubberboot in het water. Er gingen wel 121 mensen in. De meeste ongelukken gebeuren hier op zee. Miljoenen vluchtelingen waagde deze oversteek al eerder en velen gingen hun noodlot tegemoet. Ook mijn broertje kwam om het leven tijdens zijn reis, aan hem denk ik nog elke dag.
Het eerste halfuur op zee was ik aan het huilen, ik shakete en praatte met niemand. Ik deed mijn ogen dicht en begon te bidden. ‘’Allah, u ziet mij, mijn broertje overleefde deze reis niet, laat mij alstublieft niet hetzelfde lot tegemoet gaan. Dat kan mijn moeder niet aan. Laat deze reis succesvol zijn.’’ Midden op zee is er niets, omringd door het donker met ergens heel in de verte licht. Volledig overgeleverd aan het lot, alleen Allah kan ons hierdoor helpen.
In de ochtend kwam er water onze boot in, de boot bleek lek. Mensen begonnen te schreeuwen en huilen, iedereen deed kledingstukken uit en legde ze op de bodem, zodra ze water opgenomen hadden wrong je het buiten de boot uit. Het zou een kwestie van tijd zijn voordat we zouden gaan verdrinken. Gelukkig bleek er een reddingsboot in de buurt. Het duurde nog ongeveer een halfuur voor we gered werden. Ik was zo opgelucht en dankte Allah, ik heb het overleefd. Anderen waren aan het juichen, ‘’we hebben het gehaald!’’. Maar het gevoel van verdriet overheerste, het was zo traumatisch dat ik niet eens echt blij kon zijn dat ik eindelijk in Europa was.
Jarenlang was Gambia in bedwang door dictator Yahya Jammeh. Tijdens zijn regime waren er buitengerechtelijke executies, verkrachtingen, martelingen, verdwijningen en talloze ernstige mensenrechtenschendingen. Mensen werden gedwongen om op het land te gaan werken van de president, ik weigerde. De overheid zag dat als verzetsdaad. Op een vrijdag ging ik naar de school waar ik werkzaam was, ik werd naar een kantoortje geroepen.
‘’Je kunt beter voor maandag vertrekken’’, er viel een lange stilte. ‘’Er kan ieder moment wat met je gebeuren, ik heb gehoord dat er mensen komen, je bent hier niet veilig.’’ Ik twijfelde geen moment, ik zag aan alles dat het serieus was en besloot om het land te gaan verlaten. Als ik op dat moment niet vertrok had er van alles kunnen gebeuren, je wordt vermoord of verdwijnt. Tegelijkertijd deed het pijn om mijn moeder, vader en andere geliefden achter te laten. Het was vreselijk om gedwongen aan een onzekere reis te beginnen.
Maandag 2 november 2015
Vroeg in de ochtend vertrok ik. Bagage meenemen maakt je verdacht dus naast wat geld, mijn telefoon en wat kledingstukken had ik verder niets bij me. Mijn familie heb ik niet verteld dat ik weg zou gaan, ze hadden geen idee waarheen ik vertrokken was. In het begin wist ik niet waar ik heen ging, waar ik heen moest. Ik ben docent dus ik dacht dat op te kunnen pakken in Senegal, dat grenst aan Gambia. Maar eenmaal daar voelde ik me nog steeds erg onzeker en onveilig. Dus ik reisde door.
‘’Ik denk dat ik naar Libië ga om een bestaan op te bouwen.’’ ‘’Waarom zou je daar heengaan? Je broertje is daar gestorven Pisco, wil je dat jou hetzelfde overkomt?’’ ‘’Wat er ook staat te gebeuren, dat is het lot en dat is onvermijdelijk.’’ ‘’Als je dat echt gelooft dan moet je maar gaan, maar ik vind het niet verstandig.’’
Zo een reis kun je niet alleen maken. Soms zaten we met meer dan honderd mensen in een bus. Ik denk dat er onder ons maar één vrouw was, leeftijden verschilden, de jongste was net 15 jaar, zelf was ik op dat moment 24 jaar. We hadden te weinig water en als je geluk had at je één keer per dag. Soms kwamen we langs plekken waar we staande werden gehouden door politieagenten, ze wilde geld van ons voor we door konden reizen. Als je dat niet had dan werd je opgepakt. Continu ging de gedachte door mijn hoofd dat de kans groot was dat ik deze reis niet ging overleven.
In Libië moesten we een paar dagen onderduiken in een mijngebied. Tussen de bergen was een soort gat waar we drie dagen hebben gezeten zonder eten of drinken. De enige optie is om in de nacht te reizen omdat de kans om gepakt te worden overdag groot is. Daarnaast ben je afhankelijk van de smokkelaars dus je moet afwachten totdat je verder kunt. Als je wordt vastgezet is dat een serieus probleem, ze laten je vaak je familie bellen om geld over te maken. Mensen smokkelen is echt big business. Maar het is de enige weg, je kunt niet halverwege stoppen want dat overleef je niet. En teruggaan is geen optie, dat is teruggaan naar je dood. Dus je houdt de hoop en blijft doorgaan.
Ook in Libië heerst onrust en Pisco maakt op zondag 22-05-2016 de overtocht naar Malta
Al zeven maanden had ik mijn ouders niet gesproken. ‘’Mama, ik ben in Italië aangekomen, ik ben in Europa.’’ ‘’Europa, je bent in Europa?’’ ‘’Ik ben vanaf Libië met de boot gegaan.’’ ‘’We waren zo ongerust, waarom heb je niks gezegd, waarom heb je niet eerder wat laten horen?’’ ‘’Sorry, ik wilde je niet nog meer verdriet doen. Als ik je had verteld dat ik dezelfde reis ging maken als Ahmed, daar zou je aan onderdoor gegaan zijn.’’ ‘’Ik wist niet dat je naar Europa wilde, ik had gehoord dat je in Dubai zou zitten.’’
Italië
Nadat we gered waren ging het hele proces in werking. We werden geïnterviewd over waar we vandaan kwamen, kregen te eten en gingen naar een opvangplek. Vanuit daar werd ik verwezen naar een plek voor langere tijd. In totaal heb ik drie jaar in Italië gewoond. Ik heb op veel verschillende plekken gezeten, soms was het voor een maand en het langste verblijf was 1 jaar. Het is stressvol om continu te moeten verplaatsen maar je hebt geen keuze.
Ik ervaarde veel racisme en voelde me niet welkom in de samenleving. Ik werd uitgemaakt voor verkrachter, crimineel en mensen voelden zich bedreigd door mijn aanwezigheid. Op een gegeven moment had ik geen goede verblijfplaats meer waardoor ik regelmatig buiten sliep. Dat is niet het leven wat je wenst dus het leek me beter om verder te gaan. Van Italië ging ik naar Finland, na een paar maanden ging ik naar Spanje om daar acht weken te werken, vervolgens verbleef ik een week in Frankrijk om uiteindelijk door naar Nederland te gaan.
[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/specialisaties/wp-content/uploads/sites/735/2022/06/europe2.pdf” panorama=”off” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]
Vrijdag 18-10-2019 – aankomst in Nederland
De reis is erg eenzaam, je bent met heel veel mensen maar tegelijkertijd met niemand. De mensen met wie je onderweg bent, wisselen continu. Sommigen gingen naar andere Afrikaanse landen, anderen reisde richting Saudi-Arabië, bleven in Italië of gingen naar andere bestemmingen in Europa. Je maakt zeker vrienden onderweg, zoiets samen meemaken schept een band.
Eenmaal in Nederland aangekomen wist ik dat ik mijn eindbestemming had bereikt. Wat opviel is dat er ontzettend veel fietsen waren en de infrastructuur is totaal anders dan in mijn geboortedorp. Maar ook keken mensen me aan en glimlachte, dat kende ik niet. Vergeleken met de andere landen waar ik ben geweest, zijn mensen hier niet racistisch. Natuurlijk zijn sommige mensen vriendelijk en andere niet, maar dat is overal zo. Vanuit Ter Apel werd ik overgeplaatst naar een AZC in Leersum.
Zolang je de wet niet overtreedt kun je hier doen wat je wilt, zijn wie je wilt zijn. Het is een ontzettend vrij land. Ik denk dat ik goed kan aansluiten bij deze cultuur en mijn best doe om erbij te horen. Ik ga naar Nederlands lessen en doe een cursus om te leren lassen zodat ik in de toekomst daar hopelijk werk in kan vinden. Leraar worden in het basisonderwijs zit er hier helaas niet in. Ik heb te veel moeite met de Nederlandse taal en de eisen zijn compleet anders.
Afwijzing
In mijn ogen wil de overheid niet dat mensen integreren in de maatschappij. Nadat mijn tijdelijke verblijfsvergunning was verlopen kreeg ik te horen dat de nieuwe aanvraag afgewezen was. Volgens de Nederlandse overheid is Gambia een land dat veilig is om naar terug te keren. Kun je, met de lange en zware reis in gedachten, je voorstellen hoe dat is om te horen? Ik wil zo graag bij de maatschappij horen en integreren maar mijn lot ligt in de handen van een ander.
Officieel gezien ben ik nu illegaal in Nederland, dat is overigens geen strafbaar feit. Maar het is geen makkelijk bestaan. Ik zou heel graag willen werken maar dat mag niet volgens de wet. Een mens moet toch rondkomen, eten kopen, een onderdak hebben, enzovoorts. Ik werk waar het kan en betaal mijn huur zwart. Het is heel dubbel. Ik kom niet in aanraking met de politie en meng mezelf niet in criminele praktijken. Maar wat ik nu doe mag eigenlijk ook niet, alleen heb ik geen andere keus. Ik krijg de kans niet om mee te werken en doen aan de maatschappij.
Toekomst
Zonder status hoor je niet bij de maatschappij, bij geen enkele. Mijn reis duurt nu al zes jaar, de dag dat mijn reis ten einde is, is de dag dat ik status krijg in één van de lidstaten. Ik kan niet terug naar Gambia, er is geen toekomst voor mij daar. Mijn toekomst ligt in Nederland, dat geloof ik echt. Ik wil integreren in de samenleving en daar wat aan bijdragen.
Ik denk niet dat je kunt zeggen dat het de reis waard was, dan bekijk je het vanuit een verkeerd uitgangspunt. Geen mens maakt deze reis omdat diegene dat wil. Toen ik Gambia verliet wist ik niet dat mijn reis hier zou eindigen. Je gaat niet met een bepaalde bestemming of doel op reis, je bent aan het overleven. Je riskeert je leven omdat er een situatie gaande is waardoor je noodgedwongen weg moet. Het gaat om leven of dood. Zoveel mensen komen om in de Middellandse zee, het had anders kunnen aflopen. Natuurlijk heeft het me wat gebracht maar ook veel gekost.
Pisco is een schuilnaam, echte naam bekend bij de redactie.