“Hoe komt dat nou! Jij bent zo leuk!”

“Hoe komt dat nou! Jij bent zo leuk!”

Bron: Unsplash (Andrew Neel)

Ergens begin februari op een industrieterrein hoog in het noorden, begint het donker te worden. De wijzer van de klok die aan de kale muur hangt verplaatst zich om vervolgens vijf keer te slaan. Dit betekent dat de stagedag van Roos op zijn einde loopt. “De dag zit er voor mij op Reinout. Tot morgen.” Waarop Reinout zegt: “Nog even over morgen…” Roos herinnert zich dat ze morgen samen een reportage gaan filmen in het stadhuis. Rond negen uur zullen ze daar mee klaar zijn, althans dat hoopt ze. “Heb je zin om daarna een hapje samen te eten?”. Roos weet niet zo goed wat ze hier mee aan moet, maar zin heeft ze er zeker niet in. “Bedankt voor het aanbod Reinout. Maar ik denk dat mijn moeder voor mij gekookt heeft”. Ze is bang dat Reinout gaat doorvragen, draait zich dan ook snel om en loopt het kantoor uit.

Een maand eerder. Het winterse zonnetje geef iets van warmte op Roos’ gezicht. Met een glimlach van oor tot oor loopt ze naar haar auto. Op weg naar haar eerste stagedag bij een kleine regionale omroep, hoog in het noorden. Ze rijdt, haar niet zo’n grote zwarte driedeursauto, het industrieterrein op. Ze kijkt nog even in haar binnenspiegel, vraagt zichzelf af: Zit mijn haar en make-up nog goed? Ze frunnikt nog wat hier en daar en stapt uit de auto, loopt met klamme handen naar de voordeur van het pand, belt aan en wacht.

Reinout, de baas van deze regionale omroep, doet de deur open. In een net even te klein shirt kwam hij aanlopen en er zijn welgeteld drie plukjes haar op zijn hoofd te vinden. Dat shirt van hem zal hij vast al tientallen jaren hebben en vast ook al honderd keer gewassen, denkt Roos nadat ze hem vluchtig van tot op teen beek. Met een overenthousiaste stem zegt hij: “Goeiemorgen Roos, wat leuk dat je er weer bent. Zo gezellig!” Hij steekt zijn hand voor zich uit en pakt die van Roos stevig vast. “Vanaf vandaag neem ik jou onder mijn hoede, heb je er een beetje zin in?” vraagt Reinout aan Roos. Roos antwoordt enthousiast: “Ja!”.

Op dit moment weet Roos nog niet wat haar te wachten staat. Reinout lijkt een hardwerkende man die alles doet voor zijn omroep. Al snel, binnen een paar dagen tijd, komt Roos te weten dat hij geen vriendin, vrouw of partner heeft, dat er geen kinderen in zijn leven zijn en dat hij een echte workaholic is. Hij is heel open naar haar toe over alles, Roos vindt dit bijzonder. Zelf is Roos de eerste paar weken echt nog niet zo open over haar privéleven. Hij vraagt dan ook geregeld wat haar ouders voor werk doen en of dat ze broers en/of zussen heeft. Een bijzondere man vindt ze. Roos is nog nooit iemand tegengekomen die op die leeftijd geen vrouw en/of kinderen heeft. Iets wat ze later misschien zal begrijpen.

Vandaag start Roos met alweer haar derde stage week. Ze is blij dat er nu ook ander stagiairs beginnen. Ze vindt het langzaam toch een beetje ongemakkelijk om als jonge meid op kantoor te zitten met alleen Reinout, die zeker wel dertig jaar ouder is dan zij. Als Roos een item aan het monteren is dan komt hij achter haar staan. Dan wil hij kijken hoe zij dat doet. Ze vraagt zich steeds meer af of hij dat doet voor het eindresultaat van de video, of omdat zij het aan het monteren is en omdat hij het leuk vindt om naar haar te kijken. Terwijl ze dit bedenkt wordt ze helemaal naar van het idee. Soms gaan Reinout en Roos samen items maken. Of wat Roos nog ongemakkelijker vindt, is samen lunchen. Wat gelukkig niet vaak voorkomt, ook dan stelt hij de hele tijd ongemakkelijke vragen. Vragen waarop Roos helemaal geen antwoord wil geven, ze is gewoon niet zo open naar mensen die ze nog maar net kent. Zo snapt hij het bijvoorbeeld niet dat zij nog geen vriend heeft, “hoe komt dat nou! Jij bent zo leuk!”, zegt Reinout tegen Roos, waarop Roos een gefronst hoofd trekt.

 “Wil jij mij naar huis brengen?”, vraagt Reinout een paar dagen later aan Roos. Ze kijkt direct de richting op van andere stagiair Sophie en denken allebei hetzelfde. Roos kijkt bedenkelijk om zich heen maar weet ook niet zo goed wat ze eigenlijk moet zeggen. Uit beleefdheid antwoordt ze dan ook met allemaal vraagtekens in haar hoofd: “Ja tuurlijk”. Maar raar vindt ze het wel. Ze vindt het dan ook raar dat hij geen rijbewijs heeft en dan aan een stagiair gaat vragen of dat zíj́ hem even thuis wil brengen. Ze zegt tegen zichzelf met een diepe zucht: Voorruit hij woont in de buurt, dus het ligt toevallig op mijn route. Reinout woont in een kleine huurflat tegenover het winkelcentrum. Hij kookt niet vaak voor zichzelf en eet dus ook vaak afhaal- of kant en klare maatlijden van de supermarkt.

Eenmaal buiten aangekomen, stappen ze samen de kleine zwarte auto in. Roos zit achter het stuur en Reinout aan de bijrijders kant. Hij gaat er goed voor zitten, met zijn arm tegen het raam aan en een beetje onderuitgezakt. Roos stopt de sleutel in het contact en gaan met die hap, dat is het enige wat er door Roos haar hoofd heen gaat. Ze zet de radio aan om de stilte te doorbreken, ook omdat ze helemaal geen zin heeft om vragen over haar privéleven te behandelen met hem. Want het gaat hem gewoon niets aan. Op het moment dat ze een provinciale tachtigweg bereiken voelt Roos spanning. Ze schakelt haar auto in zijn vijf en raakt de knie van Reinout aan. Ze heeft nog nooit iemand zo wijdbeens in de auto zien zitten. Ze vraagt zich dan ook af “Why…?”. Weken later kijkt ze hier misschien anders naar, als ze hem wat beter leert kennen.

Een week later, op dinsdag staat Roos om tien minuten voor elf voor de deur van het kantoor. Roos heeft de dag daarvoor een lange draaidag gehad waardoor ze later op kantoor mocht komen, normaal begint ze altijd om negen uur. Reinout komt naar haar toe gelopen en begint te praten over morgen. Morgen gaan ze namelijk samen op pad om een reportage te filmen over de opening van het nieuwe stadhuis. Hij bespreekt met haar wat er staat te gebeuren en hoe het item eruit moet komen te zien. Roos is er met haar hoofd niet helemaal bij. Ze heeft slecht geslapen en dat is geheel te danken aan de verslavende serie waar ze tot diep in de nacht naar heeft gekeken. Ze biecht dat op tegen Reinout en maken een slap babbeltje over de serie die net een nieuw seizoen heeft gekregen op Netflix.

Na afloop van het gesprek draait ze zich om, om weer verder te monteren. Hij loopt niet weg, maar hij blijft staan. Hij blijft kijken hoe Roos aan het monteren is, het is nog net niet zo dat hij een stoel erbij pakt. Reinout kijkt over Roos’ schouder mee en pakt zijn leesbril uit zijn borstzakje zodat hij het nog beter kan zien. Op dat moment staat Reinout zo dichtbij dat Roos zijn zweetgeur kan ruiken.

Aan het einde van de stagedag komt Reinout nog eens naast Roos staan en zegt hij: “Ohja, morgen he, wat dacht je ervan om samen wat te gaan eten, na het filmen?”. Roos wordt er helemaal stil van en kijkt om zich heen. “Uhmm nee ik eet wel thuis”, ze hoopt er namelijk op dat haar moeder wat voor haar heeft gekookt zodat ze dat kan opeten. “Dus nee bedankt, ik eet wel thuis na het draaien”. Aan Reinout’ gezicht kon ze zien dat dit niet het antwoord was waar hij op hoopte, hij liep dan ook meteen weg. Roos loopt dan ook direct naar de andere meiden die in een andere kamer zitten te wachten, totdat ze samen naar huis kunnen rijden.

Na een korte en slechte nacht slapen, komt Roos weer aan op kantoor. Ze pakt alle cameraspullen en benodigdheden en loopt naar Reinout toe. “Zullen we dan maar?”, Roos had er duidelijk geen zin in. Ze pakken beide een zware tas en lopen naar buiten. Beide stappen ze in Roos haar auto, sleutel in het contact, vanuit zijn één opschakelen naar zijn vijf. Met helaas weer die nare ervaring, van het contact met zijn knie.

 Als ze klaar zijn, is het al donker buiten. Het is koud, Roos verlangt dan ook nu nog meer dan anders naar haar warme bed. Ze hebben de hele opening van het stadhuis gevolgd en achteraf nog mensen geïnterviewd. Roos staat nog steeds bij haar standpunt. Ondanks dat haar maag brult als een leeuw, gaat ze gewoon echt niet met hem ergens uiteten. Ze vertikt het.

Ze stappen dan ook beide weer in Roos haar auto. Het is een lange ongemakkelijke rit waarin er eerst wordt gekletst over de draaidag, vervolgens over de insteek van het item en tot slot over koetjes en kalfjes. Totdat Roos te moe is en geen zin heeft om een gesprek aan te knopen. Dus doet Reinout dat wel. “Nog even over gisteren, ben je boos?”. Roos moet even nadenken wat hij precies bedoelt, maar herinnert zich de uitnodiging om na afloop wat te gaan eten. Ze antwoord dan ook dat ze niet boos is maar dat ze het gek vindt: “Het is niet dat we vrienden zijn ofzo”. Reinout heeft deze opmerking echt niet zien aankomen. Hij zegt dan ook: “Ohh dan moet ik maar eens eerlijk tegen je zijn”. Roos is bang voor wat hij nu gaat zeggen, is dit de stilte voor de storm? “Ik vind je namelijk leuk, echt leuk!” Roos weet niet wat haar overkomt, zegt hij nu echt hetgeen wat ze al weken denkt. Reinout doorbreekt de stilte en zegt dat hij denkt dat het wederzijds is. Roos weet echt niet meer wat ze moet zeggen, in haar hoofd vallen allemaal puzzelstukjes definitief op zijn plek.

Het bleef lang stil in de auto, net zo stil als dat het op straat was op dat tijdstip. Roos, die achter het stuur zit, is helemaal in shock maar moet natuurlijk nog wel op het verkeer en de weg letten. Normaal is de rit van het stadhuis maar vijftien minuten maar nu lijkt het wel alsof de tijd stil staat. In haar hoofd gaat rond: “Hoe de f*ck moet ik hier op reageren… what the f*ck”. Reinout gaat verder met zijn verhaal. Zo zegt hij dat ze veel raakvlakken en veel wederzijdse interesses hebben. Roos snapt er helemaal niets van. Reinout vervolgt: “Maar ik zie ook dat jij naar mij kijkt, als ik naar jou kijk”. Roos bekijkt bedenkelijk. Na veel pijnlijke minuten in de auto, bijna aangekomen bij Reinouts huis, vraagt hij dan toch echt om haar reactie. Voor de deur van de galerij van het flatgebouw waar hij woont, stopt Roos en geeft ze eindelijk antwoord. Alhoewel ze echt niet weet wat ze moet zeggen. Ze begint dan ook helemaal te verkleuren en begint vast te lopen in haar zinnen. “Nou uhm nee het is niet wederzijds”. Hij probeert haar nog over te halen en haar ervan te overtuigen dat het echt wel zo is. “Je moet ook altijd om mijn grappen lachen, we hebben dezelfde humor.” Maar al die voorbeelden gingen langs haar heen. Behalve het voorbeeld: “We kijken toch ook naar dezelfde series”, zegt Reinout. Roos denkt: “Jo meen je, de halve wereld kijkt dat”.

Roos heeft hem thuis afgezet en wist niet wat ze moest doen. Ze is zo in de war door wat hij daarnet allemaal vertelde. Ze liet de auto meerdere malen afslaan op weg naar haar huis. Aangekomen thuis, haalde ze de sleutel uit het contact. Draait de voordeur open en zoekt haar moeder. Met grote paniek valt ze in de armen van haar moeder. “Wat is er schat?! Haal eens diep adem.” Na enige minuten heeft ze onder het genot van een kop thee en chocolaatje alles aan haar moeder vertelt. “Hij spoort niet Roos. Wat een mongool. Stop daar en zoek wat anders, weg bij die griezel!”

Nadat Roos gekalmeerd is, alle verhalen van Reinout op haar zijn ingedaald, maakt ze een spraakmemo voor haar bestie op stage Sophie. “Moet je nou eens horen wat mij net is overkomen”. Ze vertelt aan Sophie dat hij heeft opgebiecht wat ze allebei al langer dachten “Hij vindt mij leuk, echt leuk…” Ze komt weer terug op dat hij vertelde dat ze veel raakvlakken hebben, waarop ze tegen Sophie zegt: “Dat is wat hij wil zien”. In de spraakmemo zijn veel stiltes aanwezig. “Hij vindt mij gewoon echt leuk…” in haar stem klinkt een duidelijke verbazing, hoe vaak ze het ook blijft zeggen. Ze eindigt haar zeven minuten durende spraakmemo: “Het is echt heel erg”, vervolgt door een diepe en lange stilte “alsof hij verwacht dat ik hem ook leuk vind”.

De volgende ochtend is zwaar. Roos heeft zich verslapen, dat doet ze anders nooit. Ze heeft echt geen zin om naar kantoor te gaan en om Reinout onder ogen te zien. Maar daar moet ze even overheen komen. Te laat komt ze aan op kantoor en gaat ze meteen aan de slag met het materiaal dat ze gisteren hebben gedraaid. Nog steeds komt hij achter haar staan. Uit beleefdheid zegt ze hem goeiemorgen, maar echt veel zin om met hem te praten heeft ze zeker niet.

Weken later komt Roos tot de ontdekking dat ze op de helft van haar stage is. Ze vindt het nog steeds niet prettig als hij achter haar staat, naar haar kijkt of haar een compliment geeft. Ze hebben na het beruchte moment dat hij aankondigde haar leuk te vinden, nog wel een één op één gesprek gehad. Waarin Roos ook tegen Reinout vertelde dat het echt nóóit gaat gebeuren. Toch bleef hij maar tegen Roos zeggen dat je de toekomst niet kan voorstellen. Hij bleef hoop houden.

Uiteindelijk heeft Roos een half jaar stagegelopen op de videoredactie van de regionale omroep, hoog in het noorden. Na haar stage krijgt ze nog een baan aangeboden, maar dat ziet ze niet zitten. Ze voelt zich niet op haar gemak bij Reinout, als ze er zo aan terug denkt heeft ze dat ook nooit gedaan. Ondanks dat ze het werk leuk vindt, voelt ze zich niet prettig bij deze hele situatie om te blijven. Ze is dan ook blij dat het nu allemaal achter de rug is. Daarnaast is de kans kleiner dat ze hem tegen gaat komen in het dorp. Ze heeft namelijk een eigen huisje gevonden, in de stad. Ze gaat het huis uit, op eigen benen staan.

Over de auteur