Zijn vegan en vega trending of blijven we liever flexibel?

Zijn vegan en vega trending of blijven we liever flexibel?

Asperges met biefstuk.

Veganist, vegetariër, flexitariër, pescotariër er zijn een hoop varianten, maar wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze geen of minder vlees eten. Het wordt steeds hipper en hoe dat komt werd onderzocht door het CBS in het onderzoek Beleving 2020. In dit onderzoek publiceert het CBS voor het eerst cijfers over vleesconsumptie in Nederland.

Grote kans dat minder of geen vlees eten steeds populairder wordt door de klimaatcrisis. Mensen worden steeds bewuster van het negatieve effect van vlees eten voor het milieu. Dat is niet geheel onterecht. Voor de productie van een kilo vlees is gemiddeld vijf kilo veevoer nodig. De productie van plantaardige eiwitrijke voedingsmiddelen veroorzaken veel minder milieuschade.

Er zijn veel meer redenen om geen vlees te eten dan alleen het milieu. Het CBS deed een onderzoek naar de vleesconsumptie in Nederland en maakte een percentuele schatting van hoeveel mensen welke hoeveelheid vlees eten. Hier wordt onderscheid gemaakt in zes groepen: vegetariërs, pescotariërs, veganisten, flexitariërs, iedere dag vlees of vijf of zes dagen per week vlees. Onderstaande datavisualisatie geeft de schatting weer met daarbij de beweegreden om geen (vegetariër, pescotariër en veganist) of minder (flexitariër) vlees te eten.

[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/specialisaties/wp-content/uploads/sites/735/2023/04/DATAVISU_DatavisualisatieArtikel_webversie-2.pdf” panorama=”off” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]

Opvallend om te zien is dat bij flexitariërs de belangrijkste redenen vooral persoonlijke redenen zijn (te duur, huisgenoot eet geen vlees, geen behoefte/niet lekker en gezondheid), bij elkaar komen deze op meer dan 50% uit. Bij deze groep komen redenen als klimaat en dierenwelzijn op de tweede plek, met 30% van de stemmen. Bij de ‘geen-vleeseters’ is dit bijna tegenovergesteld. Onder deze groep geeft ongeveer 65% als belangrijkste reden klimaat/milieu of dierenwelzijn. Diede Wijnveen is gedragspsychologe en legt uit dat een reden hiervoor het eigen rechtvaardigheidsgevoel kan zijn. Wijnveen kan zich voorstellen dat het als flexitariër minder gerechtvaardigd voelt om als antwoord klimaat/milieu of dierenwelzijn op te geven als je nog wel vlees blijft eten maar minder. “Terwijl als je aangeeft dat het te duur is of dat je het doet voor je gezondheid, dan is het makkelijker te rechtvaardigen voor jezelf dat je nog wel af en toe vlees blijft eten”, voegt Wijnveen aan haar verhaal toe.

Uit het onderzoek van het CBS komen meerdere verschillen, in vleesconsumptie tussen bevolkingsgroepen, naar voren. Het komt vaker voor dat stedelingen minder of geen vlees eten dan dat plattelandsbewoners dat doen. Dit zou er, volgens Wijnveen, ook mee te maken kunnen hebben dat minder vlees eten een groeiende trend is, waarvan de kans groot is dat die in de stad begonnen is. Wijnveen legt uit dat trends beginnen bij de ‘early adopters’ die een steeds grotere groep meenemen. De ‘early adopters’ zijn volgens Wijnveen een kleine eerste groep die het om een bepaalde reden doet, “dat kan in dit geval het klimaat of het milieu zijn.” Een ander groot deel doet hoogstwaarschijnlijk ook mee met de trend, omdat de norm aan het veranderen is. “De norm om geen vlees te eten voor het milieu wordt steeds meer geuit, hierdoor gaan andere mensen dit ook steeds sneller overnemen. Uiteindelijk verzinnen ze mogelijk hun eigen reden waarom ze geen of minder vlees zijn gaan eten.”, aldus Diede Wijnveen.

Over de auteur