“Je weet echt niet meer wat er gaande is, of wel?”

“Je weet echt niet meer wat er gaande is, of wel?”

De grote hoeveelheid dansende rook die afkwam van de meerdere jointjes in omloop, in combinatie met een gebrek aan open ramen, zorgde ervoor dat de woonkamer bijna iets weg had van een armoedige DIY-sauna. Met ogen die precies op half zeven stonden, lagen ze languit op de grote witte sofa, op een aanzienlijk grote tv naar domme, maar grappige YouTube video’s te kijken. Op het witte bord wat tussen de jongens in lag, stond het hele arsenaal aan stonermaterialen breed uitgestald; dunne vloeitjes, opgerolde kartonnen tipjes en natuurlijk een niet zo bescheiden hoeveelheid groene toppen aan lokaal geteelde wiet. Vincent nam nog maar eens een flinke teug van de ambachtelijk gerolde prettoeter en alle rook zo diep mogelijk inhaalde, toen hij het weer uitblies, voelde hij dat zijn blik net iets waziger was dan tien seconden daarvoor. “Dus, zullen we zo maar eens gaan beginnen?” Als antwoord op zijn vraag verschenen er verschillende geniepige grijnzen op het gezicht van de andere vier jongens.

De vijf vrienden verplaatsten zich aarzelend naar de tafel in de woonkamer. David was er als eerst bij. Hij had een Surinaams uiterlijk, een mollig postuur en een dikke zwarte baard. Wanneer Nico naast hem kwam staan kon je goed zien dat ze broers waren, maar Nico was net iets langer en had geen dikke baard. Zijn jolige vriend die hij al sinds de middelbare school kende, Michiel, volgde als derde. De reflectie van het licht weerspiegelde in zijn grote bril, die goed aansloot bij zijn mooi gekrulde snor. Toen het pretgezicht van Tim, een van de beste vrienden van Vincent, ook verscheen tussen de groep mannen, kon de lol echt beginnen. Uit de speakers van de TV dreunden er een hypnotiserende basdrum, die het verdeelritueel rond de eettafel inluidde. “Kom op dan!”, brulde Tim enthousiast. Michiel en Nico leken in eerste instantie te schrikken, maar moesten toch ook wel weer lachen om de aanstekelijke gemoedelijkheid die om Tim heen hing. Op de zegels die Vincent uit het doorzichtige zakje haalde, stond het scheikundige LSD-molecuul afgebeeld. “Toch jammer”, constateerde Vincent spottend, “normaal hebben ze wel leukere plaatjes.”. Michiel en Nico kregen één zegel, aangezien het voor hen de eerste keer was. Daarentegen kregen Vincent, David en Tim anderhalf en een beetje, wat met hun ervaring helemaal goed moest komen. Onder hun tong veranderde de droge stukjes papier al gauw in natte propjes, waarna ze na twee minuten deze propjes voor de zekerheid ook nog even doorslikten.

In de drie kwartier die volgden, deelden de vrienden hun liefde voor techno, vertelden ze domme anekdotes en begrepen ze langzaamaan steeds minder van het mentale circus wat in ieders hoofd afspeelde. Er kwam geleidelijk een ongemakkelijke maar zachte spanning op ieders onderbuik te staan. Een spanning die je laat voelen alsof je heel nodig moet, maar je weet alleen niet wat. Om de beurt realiseerde ze zich dat het potente verwarmiddel steeds verder begon in te werken, waardoor ze begonnen te giechelen als pubers die tijdens de les een schuine mop toegefluisterd kregen. Langzaam maar zeker leek de vloer te beginnen met ademen en in de witte muren ontstonden er kleurrijke, dansende patronen die op de maat van de muziek heen en weer dansten. De eentonige elektronische biepjes klonken met elke minuut steeds complexer, waardoor je er als eenvoudige sterveling alleen nog maar vanuit kon gaan dat de nummers door marsmannetjes in elkaar waren gezet. Om af en toe bij te komen, nam de groep om het halfuur een rookpauze in de achtertuin, waar desondanks het grauwe weer het noorderlicht tussen de wolken leek te dansen.

Anderhalf uur na inname, kwam er veel onzin uit ieders mond. Halve verhalen of verklaringen en flarden van goede conversaties klonken er om de oren. Absoluut niet zeldzaam tijdens een tripdagje, waardoor het meeste gewoon werd genegeerd of weggelachen. Maar Tim begon nu wel heel erg veel context loze woorden uit te kramen. Na de zoveelste onlogische zin viel het Michiel en Nico ook op, “wat the fuck zeg jij nou?”, reageerde ze lachend en wegwuivend. Geen onlogische reactie, aangezien ze Tim ook weer niet geweldig goed kenden. Ze bleven een beetje vragend kijken, maar besloten snel naar buiten te gaan om een sigaretje op te steken. David bleef even achter, maar liep er toch maar twijfelend achterna. Waarschijnlijk had hij even geen zin in al die vage praat. De longen van Vincent voelden nog te zwak aan om nu alweer naar buiten te gaan, dus hij besloot om even achter te blijven. Hij keen naar Tim, die maar bleef ratelen en niet meer reageerde op vragen, wat weer de nodige irritatie bij Vincent opwekte. “Gast. Gaat het goed? Hoor je wat ik zeg?” Er volgde een korte stilte, waarbij Tim dwars door hem heen leek te kijken, wat een diep onrustig gevoel bij Vincent naar boven haalde. Tim leek op een wild dier dat niet kon snappen wat er om hem heen gebeurde. Toen Vincent de verwarde praat van Tim besloot aan te horen, herkende hij veel van zijn wartaal als ongefilterde hersenspinsels, onderwerpen waar Tim zich eerder die weken in verdiept had. Zo begon hij dingen als “Pepijn Lanen” en “Armenië”, steeds luider te zeggen, alsof hij antwoord wilde op zijn nietszeggende vragen. De psychedelische effecten die door de kamer dansten, werden in een klap weggezogen en het leek alsof de muziek opeens vijf kamers verder werd afgespeeld. In plaats van het blije gevoel van een minuut geleden, bekroop er opeens een heel nare rilling door het hele lichaam van Vincent heen, wat zich manifesteerde in zijn onderbuik. “Je weet echt meer wat er gaande is, of wel?” Toen zijn vraag weer werd beantwoord met wartaal, voelde Vincent aan zijn luid dreunende hart dat hij nu in actie moest komen. “Ik ga even naar buiten”, mompelde hij excuserend, alhoewel hij heel goed wist dat Tim toch niks met die informatie kon.

“Hij doet wel echt fucking vaag nu. Is dat normaal?”, vroeg Nico. “Geen idee,” zei Michiel, die samen met Nico en David naar buiten waren weggevlucht. “Ik ken hem sowieso niet zo heel goed, laat staan dat ik vaker met heb hem getript. Dat kunnen we denk ik beter aan jou vragen.” Hij knikte naar David, die bedachtzaam voor zich uit zag te staren. Voordat hij überhaupt kon antwoorden, kwam Vincent naar buiten gestormd. “Jongens, dit is echt niet goed. Ik heb dit nog nooit gezien en hij komt heel panisch over. Volgens mij heeft hij een psychose.” David keek bezorgd op, terwijl Michiel en Nico vol ongeloof elkaar aankeken. “Weet je het zeker?” Vincent knikte vol overtuiging terug. “Hij heeft me ooit wel is verteld dat zijn pa psychotisch was.” Terwijl hij de woorden uitsprak, besefte hij zich door de grote ogen van de Nico en Michiel wat voor bom hij liet vallen. “Wat? Hij is psychosegevoelig?! Dan moet hij toch helemaal geen psychedelica gebruiken?” Vincent stond op het punt om een geïrriteerde reactie terug te geven, maar realiseerde zich heel vlug dat hij Michiel alleen maar gelijk kon geven. Hij kon zichzelf wel voor zijn kop slaan. Tim en hij hadden al zoveel leuke momenten gehad aan de psychedelica, dat hij compleet was vergeten dat dit ook gewoon kon gebeuren.

Michiel kon nauwelijks bevatten hoe de sfeer binnen zo’n korte tijd zo extreem was omgeslagen. Hij had moeten observeren hoe Tim al ijsberend door de kamer heen stapte, totaal willekeurige woorden uitschreeuwde en met dingen door de kamer heen gooide. Het was nog geen halfuur geleden sinds hij Tim in de achtertuin zat te babysitten en gespannen zat te luisteren naar zijn geratel. Het was de alarmerende zin; “zal ik jou is even voor je bek slaan”, in combinatie met de indringende blik waarmee Tim naar Michiel keek, waardoor iedereen besloot dat er hulp van buitenaf nodig was. Hij voelde zich trillen terwijl hij de nodige informatie aan de 112 telefoniste probeerde door te geven. “Thijsselaan 43 zei je?”, klonk het aan de andere lijn. “Ja. Komt er nu iemand aan?”, vroeg Michiel wanhopig. “Hoe snel gaat zijn hartslag?”, Michiel keek door het woonkamerraam naar een wild schreeuwende Tim en kon zich niet bepaald voorstellen hoe hij op dit moment naar hem toe kon lopen om zijn hand tegen zijn borst aan te drukken. “Hey! Ik doe dit ook niet voor mijn lol!”, snauwde de telefoniste hem toe. “Wat is zijn hartslag?” Michiel gaf zijn mobiel trillend door aan Nico, die het schijnbaar wat beter op een rijtje had dan hij. “Waar ben ik aan begonnen”, echode er door zijn hoofd heen.

Naast de zachte woordwisseling wat zich op de bank in de woonkamer afspeelde, was het muisstil in de kamer. Alle aandacht was gericht op Tim, die aandachtig zat te kijken naar de dikke, kale ambulancebroeder die naast hem op de bank zat. Het was ergens wel een grappig contrast. Voordat de hulptroepen waren gearriveerd zat hij nog luid door de kamer te schreeuwen, terwijl hij nu juist heel serieus zat te luisteren en onder de indruk leek van het gezag wat de ambulancebroeders uitstraalde, terwijl ze heel rustig op hem aan het inpraten waren. Naast de vrienden stonden er ook twee politieagenten, die bijna even aandachtig mee zaten te luisteren. Vincent en David keken elkaar af en toe aan, met een blik die zowel vermoeidheid, opluchting en spanning wist uit te wisselen. Na een kwartiertje stonden de ambulancebroeders weer op en wendde zich tot de groep. “We hebben dit vaker gezien. Negen van de tien keer zijn ze weer de oude wanneer de drugs zijn uitgewerkt.” Samen met de agenten liepen ze weer richting de achterdeur. “Nou, heel veel succes en een fijne avond nog.” De opluchting die Vincent kort gevoeld had, verscheen weer als sneeuw voor de zon toen hij realiseerde dat ze nog niet afgelopen was.

“Houd hem maar gewoon buiten,” had Nico gezegd. “Daar zijn ook geen spullen die hij kapot kan maken.” Op zich kon Vincent het wel begrijpen. Maar toch voelde het lullig aan. Hij stond alleen de achtertuin met Tim, terwijl het aan het miezeren was. Hij stond er maar een beetje bij en probeerde er voor zijn vriend te zijn, maar was tegelijkertijd nog steeds bang voor hem. Hij zat nog steeds wild door de achtertuin te banjeren en zijn emoties schoten alle kanten op; soms moest hij ineens luid snikkend huilen, dan weer schaterlachen. Toch leek hij steeds uitgeputter, maar hij was de manier waarop Tim had geprobeerd om zijn handen om zijn keel te doen nog zeker niet vergeten. Hoe lang was het geleden dat ze de zegels hadden genomen? 5 uur? Toen Vincent besloot om er maar even op de tuinstoel te gaan zitten, volgde Tim ook. David zag van binnenuit dat hij rustiger werd, dus die ging er ook bij zitten. “We moeten zijn ouders bellen.” zei Vincent tegen David. “Ja, dat probeerde ik een paar uur geleden al, maar Tim heeft zijn telefoon kapot gegooid,” zuchtte David. “Heb ik dat gedaan? Sorry, man”, klonk er opeens uit de richting van Tim. David en Vincent keken elkaar stomverbaasd aan; dit was de eerste normale zin die ze de afgelopen 6 uur uit zijn mond hadden horen komen. Toen David hem vroeg om het nummer van zijn ouders, wist Tim het zonder aarzeling in te toetsen.

Met een dekentje over hem heen en een dode blik, keek Tim compleet verslagen uit het raam van zijn ouders auto. Op zacht volume klonken de tonen van een fout, Italiaans dancenummer. Het laatste uur had hij nog even in de woonkamer bijgepraat met de vrienden, waarvan hij soms nog wat angstige blikken toegeworpen kreeg. De hele dag was een groot waas voor hem, vol met visioenen, heftige emoties en vooral heel veel verwarring. Gelukkig waren zijn ouders meteen die kant op gereden en stonden ze al snel voor de deur. In de auto werd er niet gepraat. Dat ging hij zeker niet meer doen.

Over de auteur

Willem van Gastel

Mijn naam is Willem van Gastel en zit momenteel in mijn tweede jaar op de School voor Journalistiek in Utrecht. Ik ben gespecialiseerd in video -en audiomontage en het afnemen en uitvoeren van interviews. Mijn interesse ligt vooral bij onderwerpen als kunst, cultuur, maatschappij en politiek. Ook heb ik als freelancer recensies en interviews geschreven voor nieuweplaat.nl/author/willem-van-gastel/