“Sarah is hier om een dagje mee te lopen en te kijken naar hoe mooi jullie kunnen schilderen.” zegt juf Natasja. Met grote ogen kijken de kinderen haar aan, sommigen van hen verschuilen zich achter de juf, anderen komen nieuwsgierig dichterbij. “Hoe oud ben jij?” vraagt een jongetje van ongeveer vijf jaar oud met een guitig gezicht. “Ik ben twintig” antwoordt Sarah. Dan rent het jongetje snel weg naar het klimtoestel dat op het schoolplein staat. “We wachten nog even op de rest van de kinderen die meegaan, we zijn in totaal met elf.” fluistert Natasja Sarah toe. De warme zonnestralen vallen op haar gezicht en ze hoort kindervoetjes trappen op krakende blaadjes die net van de bomen zijn gevallen. Om zich heen hoort ze gelach en hoge kinderstemmetjes die gillen van blijdschap als ze hun ouders zien. “We zijn compleet!” klinkt er. Sarah staat op en kijkt om zich heen. “Ik ben wel de hekkensluiter Natasja!” roept ze naar voren. Daar gaan ze dan, lopend door Amsterdam Oost richting de Mauritskade. Want daar zit MK24, een centrum voor kunsteducatie met onder andere een naschools kunstprogramma voor kinderen.
Als klein meisje van vier was Sarah al bezig met kunst. In de kleuterklas was knutselen haar favoriete vak en thuis ging ze vaak schilderen. Dit komt natuurlijk wel vaker voor onder kinderen, maar bij Sarah groeide de interesse en het plezier met de jaren. Ze weet nog goed dat ze een kunstboek kreeg, met leuke opdrachtjes. Als ze hier nu op terugkijkt, weet ze dat dit veel impact heeft gehad. In het boek werden de grote meesters besproken. Het zaadje was geplant. Kinderen hebben vaak fases waarin ze politieagent, dolfijnentrainer, docent of prinses wilden worden, dit gold ook voor Sarah. Maar dan wilde zij later, als ze groot was, kunstenaar worden.
Het jongetje met het guitige gezicht komt voorzichtig naast Sarah lopen onderweg naar MK24. Dan stopt hij plotseling en reikt naar de grond. Hij komt weer omhoog en vraagt: “Wat is dit juf?”. Sarah is verbaasd dat ze al als juf wordt aangesproken, maar gaat er vrolijk in mee. “Dat lijkt wel een kevertje.” zegt ze. “Ik hou van de herfst, dan zijn er zoveel beestjes. Ik heb er thuis al drie in een potje!” terwijl het jongetje dit zegt, rent hij naar het midden van de rij met kinderen en laat het kevertje trots zien. Sarah versnelt haar pas om hem bij te houden. Eenmaal weer bij de groep hoort ze enthousiast gepraat over de kever. Ze kletsen er nog even over door, maar dan ineens begint een meisje over de lekkere koekjes die ze eten bij MK24.
De straten van Amsterdam voelen vertrouwd, Sarah denkt terug aan de tijd dat ze in de vakantie bij oma logeerde in de Jordaan. Hoe ze samen pannenkoeken bakten, wandelden over de markt en naar musea gingen. De herinnering aan haar eerste bezoek aan het Van Gogh Museum komt naar boven gedreven. De grote hal waar ze binnenkwamen, de trap naar beneden en het loket waar ze een kaartje kochten. Oma vertelde de mooiste verhalen en wist veel over de achtergrond van Vincent. Ze was net oud genoeg om te kunnen praten met haar oma over kunst. De museumbezoekjes hebben haar, onbewust, veel geleerd.
Na het eten van de koekjes in de kantine, rennen de kinderen naar de binnenplaats. Het gebouw is oud en voorheen was het een school. De schoollokalen hebben allemaal een nieuwe bestemming gekregen. De één is ingericht voor fotografiecursussen, de ander voor schilderen. Sarah loopt over de houten vloer door het pand en gluurt bij wat lokalen naar binnen. Het hout kraakt onder haar voeten en de hakken van haar schoenen klinken dof. In één van de lokalen is een cursus multimedia bezig en op de bovenverdieping zijn volwassenen bezig met realistische schilderkunst. Een scherpe geur, het zal wel terpentine zijn, bereikt haar neus en doet denken aan het tuinhuisje bij haar ouders, waar haar moeder schildert. Buiten hoort ze de kinderen een spel spelen. Het gebouw is gelegen aan een drukke weg, maar binnen de muren hoor je niks meer van de auto’s en het stadslawaai. Het lijkt wel een oase.
Lokaal van MK24
Het gebouw met hoge ramen lijkt op haar oude middelbare school. Het haalt hetzelfde gevoel naar boven. Beeldende Vorming was een favoriet vak, met een leuke docent die haar altijd heeft aangemoedigd. Waarom is ze niks met kunst gaan doen? Ze haalde er toch plezier uit?
Sarah gaat mee naar een lokaal met de jongste groep kinderen, van vier tot zes jaar oud. Dit is de fase waarin kinderen vooraf al weten wat ze willen maken. Ze kunnen hun ideeën langer vasthouden en tekenen herkenbare dingen, vaak wel nog in combinatie met hun eigen fantasie. Kinderen tussen de vijf en zes jaar oud tekenen ook al details doordat hun fijne motoriek verder is ontwikkeld. Sarah is benieuwd wat iedereen gaat maken. “Vandaag gaan we aan de slag met warme verfkleuren, net zoals de herfstkleuren op dit blad.” vertelt Natasja terwijl ze een rood-oranje eikenblad omhooghoudt. Aandachtig zitten de kinderen in een kring te luisteren, sommigen met open mond. Je kan de hersentjes horen kraken. Als alle kinderen eenmaal een schort aan hebben, lopen ze voorzichtig naar de ezels die in een halve maan staan opgesteld door de ruimte. De één begint meteen wild te werken, de ander zet voorzichtig de eerste streep. Vanuit haar ooghoek ziet Sarah dat één meisje nog helemaal niet begonnen is. Het meisje is aan het kijken bij haar buurvrouw en wendt haar blik dan weer tot het lege vel voor zich op de ezel. Sarah komt naast haar op de grond zitten en begint te kletsen over het lekkere weer buiten. Het meisje gaat in eerste instantie niet op Sarahs gesprekje in, maar zegt dan ineens enthousiast: “Ja en er vloog een hele mooie vogel buiten!”. “Hou je van vogels?” vraagt Sarah. Het meisje begint wild te knikken en het is alsof er een lampje boven haar hoofd begint te branden. “Ik ga vogels schilderen!” zegt ze en gaat aan de slag. Sarah glimlacht. De andere kinderen zijn verder muisstil, zo geconcentreerd zijn ze. “Dit maak ik nou bijna nooit mee.” zegt Natasja. Het enige dat te horen is in het lokaal, zijn de kwasten die uitgespoeld worden in een bekertje water.
Het klotsen van het water was ook te horen op Sarahs negende verjaardagspartijtje. Ze had allemaal vriendinnetjes uitgenodigd en de activiteit was een schilderles. ‘De Zonnebloemen’ van Van Gogh werden als voorbeeld genomen, maar iedereen mocht haar eigen bos bloemen schilderen. Het was niet haar eerste creatieve verjaardagsfeest, een paar jaar eerder zat ze met haar vingers in de zachte klei achter een draaischijf. Als ze erop terugkijkt is kunst altijd al een passie geweest, maar het wordt haar nu pas duidelijk.
Sarah als jong meisje op haar negende verjaardagsfeestje en Sarah aan het pottenbakken
Het meisje dat vogels ging schilderen heeft inmiddels haar hele vel al vol geschilderd. Sarah vraagt haar wat ze gemaakt heeft. “Nou, dit zijn voetstapjes en dit is een boom met een vogel. En daar is een blad gevallen uit de boom. En de vogel zegt ‘Hoi het is een mooie dag’ en de vogel is blij maar hij is soms ook onzichtbaar.” Sarah beseft zich dat er zoveel creativiteit in kinderen zit. Ze hebben een heel verhaal bedacht in hun hoofd over het kunstwerkje dat ze aan het maken zijn. Het is een bepaalde onbevangenheid die ze graag zelf terug zou willen. Het guitige jongetje heeft natuurlijk een kevertje geschilderd. Dit komt hij heel trots aan Sarah vertellen en trekt haar aan haar mouw mee naar zijn ezel.
Meisje schildert een vogel
Bij MK24 is niks goed of fout, volgens Natasja is er ook geen juiste manier van kunst maken. “We laten ze lekker hun gang gaan. Willen ze de herfstbladeren als kwast gebruiken? Prima. Willen ze iets anders doen dan schilderen? Ook prima. We zijn er voor de begeleiding en om bepaalde basistechnieken aan te leren. Ook maken de jonge kindjes iedere week kennis met een andere discipline en andere materialen. Het is zo zonde dat er zo weinig aandacht aan kunst besteed wordt op scholen.” De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen wordt hier enorm mee bevorderd, mits ze er vaak aan blootgesteld worden. Een initiatief zoals MK24 zorgt hiervoor.
“Kom je volgende week weer juf?” vraagt het guitige jongetje. Ze zou wel willen, maar ze kwam hier eenmalig meelopen. “Nee, volgende week ben ik er helaas niet.” antwoordt Sarah. Ze zegt alle kinderen gedag en loopt met een weemoedig gevoel weg. Was ze maar weer zo jong en zorgeloos dacht ze. Eenmaal thuis trekt ze de derde la van haar bureau open, het is zo’n typische rommella. Ergens tussen alle prullaria ziet ze verf liggen. “Ik kan het gewoon weer eens proberen, wat is nou het ergste dat er kan gebeuren?” Eenmaal bezig komt het kind in haar weer naar boven, het kleine meisje dat vroeger kunstenaar wilde worden.