Kleinstukjeversheid: “Soms moet je je comfortzone heel klein maken om überhaupt te overleven”

Kleinstukjeversheid: “Soms moet je je comfortzone heel klein maken om überhaupt te overleven”

Het Sarphatipark in Amsterdam op een zonnige maandagmiddag vormt het decor voor woorden van iemand die zijn zwaartes zonder aarzelen op tafel legt. Zowel zijn woorden als de vlagen van SANTAL 33 die uit zijn nek komen, worden op de wind gedragen en bijna zou je vergeten dat wat hij uit de doeken doet, best veel gewicht met zich meedraagt.

Jeroen van Steijn (33) is het schoolvoorbeeld van een dichter die zijn weg probeert te vinden in het sociale mediatijdperk en hij is tevens de veroorzaker van heel wat woorden op tientallen lichamen. Want waar sociale media aan de ene kant een kwelling voor hem zijn, is het ook datgene wat het mogelijk gemaakt heeft dat mensen zijn gedichten tot zich kunnen nemen en vereeuwigen op hun lichamen. Zijn Instagrampagina toont op 17 september 2014 de eerste woorden die hij de wereld in stuurde for everyone to see. Hij vergezelde ze van de hashtag ‘#kleinstukjeversheid’; de bundelnaam die tot hem kwam toen hij een keertje stoned was.

 

“Het beste

 

Van alles wat ik ben

Ben jij het beste wel.”

Nadat hij twee studies beëindigde en tijdens zijn derde studie met een depressie te maken kreeg, begon hij met schrijven. Op aanraden van zijn toen nog vriendinnetje besloot hij zijn teksten te verzamelen en publiceren op zijn persoonlijke Instagramaccount. De aanleg voor taal die hij altijd al had, kreeg eindelijk de voeding die het nodig had om met volle kracht en zonder aarzeling tot bloei te komen.

 Het delen van zijn gedichten bleek geen verkeerde keuze. Tachtigduizend volgers en heel wat gevoelens, emoties, ontmoetingen en gebeurtenissen later, kan hij inmiddels rondkomen van het verkopen van zijn kunst. Of dat wat met zijn ego doet? Ja, maar zijn ego wordt in evenwicht gehouden door een constante stroom van zelfkritiek tegenover een absolute zelfbewustheid. Dat moet ook bijna wel, als je de hele dag door aan alle kanten wordt gekieteld door complimenten en versierpogingen, ook van mannen.

Jeroen groeide op in Soest met de grote duinen en weides van de Soesterduinen op de achtergrond, en kwam daar naar eigen zeggen niks tekort. Op latere leeftijd werd hij echter geconfronteerd met de stempel die de emotionele afstandelijkheid van zijn vader op hem achter heeft gelaten, iets wat hem tot op de dag van vandaag in de weg kan zitten. Iets met binding en acceptatie van de banaliteit van het leven. Behoefte aan aandacht en validatie. Snel verveeld en geneigd om de makkelijke weg te kiezen, maar vooral geneigd om de negatieve kanten van zichzelf uit te lichten. Want hij is ook wijs, doordacht, charmant en heeft alles van A tot Z al uitgeschreven in zijn hoofd, en in de duizenden notities die op zijn telefoon rondzwerven. Inmiddels in gesprek met een psychotherapeut, zodat hij zijn messen sterker kan slijpen voor de strijd die hij levert tegen de fases gevuld met stilte die volgen op periodes die juist gevoed worden door dopamine. Wanneer er een drukke periode voorbij is, vindt hij het lastig om de balans terug te vinden, een routine in te bouwen en het nut van de nutteloosheid in te zien. Hij is zich er terdege bewust van dat hij iets interessants doet, maar waar hij zich misschien nog wel bewuster van is, is het feit dat dat geen excuus voor hem hoeft te zijn om de kleine geneugtes van het leven aan zich voorbij te laten gaan. Dat hoeft volgens hem helemaal niet door buiten je comfortzone te treden, want “soms moet je je comfortzone heel klein maken om überhaupt te overleven”. Niet elk gat op hoeven of willen vullen met afleiding, maar zijn dagen vaker vullen met wandelingen of het ontdekken van nieuwe koffietentjes. Want een koffiesnob, dat is ‘ie wel een beetje.

Er wordt daarnaast een interessante zoektocht door de schrijver blootgelegd waarin hij probeert zichzelf meer te verbinden met zijn kunst. Iets wat hij aan het begin van zijn carrière juist bewust is gaan vermijden, omdat hij niet meer wilde dat zijn woorden altijd met hem geassocieerd werden. Ondanks dat hij overtuigd is van zijn eigen kunnen, blijft de anonimiteit een veilige haven. Een plek van waaruit hij kan schrijven over gevoelens die hij gevoeld heeft of zaken die hij juist moeilijk onder woorden kan brengen, maar het is ook een manier om alles juist op afstand te houden. Meer in zijn kracht gaan staan en ervoor zorgen dat zijn woorden ook daadwerkelijk zijn leven worden, is iets wat hij ambieert. Het is eigenlijk een kwestie van eerlijk zijn tegen zichzelf; staat hij genoeg stil bij wat hij kan en benut hij dat ten volle? En is hij daarnaast wel eerlijk over zichzelf en over de dingen die hij schrijft? Hoe verhoudt hij zich tegenover een persoonlijkheid die hij gecreëerd heeft maar niet altijd is? Wie ís hij eigenlijk achter de woorden die op handgeschept katoen uit Inda te lezen zijn?

“Misschien dat we geen licht

aan het eind van onze tunnel

moeten zoeken; maar eerder

de tunnel langzaam verlichten”

 

De antwoorden op die vragen probeert hij te vinden terwijl hij zich op hetzelfde moment bewust blijft van wat voor gevolgen het kan hebben om zichzelf, de persoon Jeroen, écht aan kleinstukjeversheid te gaan verbinden. Aan de ene kant zou het kunnen helpen om dat wat hij doet serieuzer te gaan nemen, en daarnaast durft hij eerlijk toe te geven dat het ook een stukje trots is; als iets hem overleeft, wil hij dat dat de essentie is van wie hij is, niet het merk wat hij gecreëerd heeft.  Aan de andere kant loopt hij daarmee het gevaar elke afwijzing als aanval op zichzelf te zien. Want dat kritische, dat zal waarschijnlijk nooit helemaal uit hem verdwijnen. Dit jaar brengt hij zijn eerst bundel uit, een bundel die nu de werktitel ‘Gebroken fragmenten uit een ver verleden’ draagt. Maar die fragmenten die het boek gaat behelzen, vindt hij lastig om te selecteren. Alles wordt met ferme kracht aan de kant van de weg gezet, omdat volgens hem niks goed genoeg is. Want ondanks dat hij voor zijn gevoel gevestigd genoeg is om eindelijk gewoon te kunnen doen wat hij wil, is het zover op dit moment nog niet. Daarnaast ervaart ook hij, net als vele anderen in de cultuursector, stress over het verkopen van zijn werk. Wat als de interesse opdroogt en mensen zijn kunst niet meer interessant vinden? Een plan b heeft hij niet. Gelukkig lijkt dat punt zich lichtjaren achter de horizon te bevinden, want vorig jaar groeide het aantal volgers op zijn Instagrampagina enorm en dit jaar heeft hij in mei al meer omzet behaald dan in heel vorig jaar. Inmiddels staat de groei van zijn account een beetje stil, maar dat brengt ook rust en ruimte met zich mee die hij gebruikt om zich meer te richten op het plaatsen van werk waar hij zelf écht voldoening uithaalt, in plaats van waar zijn publiek behoefte aan heeft. Precies weten wat wel en niet aan gaat slaan, stelt hem namelijk wel eens bloot aan een drempel waar hij overheen moet om toch wel datgene te delen waarvan hij weet dat het minder goed ontvangen gaat worden. De dualiteit die bestaat tussen zichzelf op de voorgrond willen zetten omdat het werkt, maar aan de andere kant zijn eigenwaarde juist los willen koppelen van de validatie die hij online krijgt, houden hem regelmatig bezig. Een echt antwoord heeft hij nog niet, maar wat hij in ieder geval wel voelt, is dat hij met het grotere bereik wat hij inmiddels heeft, meer kan en wil betekenen.

“Ik wil oud met je worden. Moe van je worden. Lachrimpels met je delen. Lief en leed aan je geven. Vijftig jaren maar het liefst wel honderd met je spenderen. Ruzies goedmaken en alles over liefde van ons leren. En aan ons sterfbed aan je kunnen beloven dat er in al die jaren er geen één van was gelogen.”

 

“En alles wat ze lief had

zat verpakt in de sterren

dus keek ze vaak omhoog

zonder al teveel te zeggen.”

Jeroen van Steijn is een schrijver die regelmatig geteisterd wordt door donkere hersenspinsels, een gevecht met zijn identiteit en meedogenloze zelfkritiek. Daar tegenover staat dat hij zich bewust is van zijn talent en hoe oneerlijk het tegenover zichzelf zou zijn om dat niet volledig te benutten.

Een schrijver die tijdens het inpakken van zijn bestellingen naar neoklassieke pianomuziek luistert om dicht bij zijn gevoel te komen en een klein inkijkje te krijgen in het leven wat hij zou kunnen hebben als hij alles wat meer toe zou laten. Een voorproefje te krijgen van de liefde en dankbaarheid die hij zou kunnen voelen als hij zijn hart daar wat meer voor openstelt.

Een schrijver die niet gelukkig, maar ook niet ongelukkig is. Tevreden met leven volgens de zeventig procent filosofie van zijn moeder: “Voor zeventig procent leven is de perfecte basis. Vanuit daar kun je zowel verder uitbouwen als slechtere dagen beter relativeren.”  

Een schrijver die geniet van de onderdompeling in melancholie en schoonheid ziet in de oneindige paradox van het leven: “Je hebt dingen lief omdat ze eindig zijn, maar je wilt niet dat dingen eindig zijn om je ze zo liefhebt.”

Een schrijver die vaker zou willen horen dat alles oké is, maar vooral een schrijver die zonder enige aarzeling de mooiste werken uit zijn mouw schudt. Jeroen zet zijn woorden op papier met dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee de regen op de aarde neerdaalt. Maar waar de regen zal verdampen, zullen zijn zinnen blijven voortbestaan tot de mensen zeggen: “Jeroen van Steijn, dat was zijn naam.”

  

“Er zijn

dagen

dat je

door

de bomen

het bos

niet meer

wilt zien;

maar

misschien

verdwaal

je wel

geweldig.”

-Jeroen zijn eigen favoriete werk

Over de auteur