‘Share a beer, share a story’

‘Share a beer, share a story’

“Hoi, fijn dat je er eindelijk bent. We hebben haast, dus het zou top zijn als je direct door kunt lopen naar de styling.” De producer loopt, zonder zich voor te stellen, voor hem uit. Elias moet een klein drafje inzetten om haar bij te kunnen houden. “Je kunt hier plaatsnemen”, zegt ze. Meestal word je bij dit soort commercials vriendelijk en met open armen ontvangen, omdat je moet uitstralen dat je de tijd van je leven hebt. Maar tijd is geld in deze wereld, dus te laat komen wordt absoluut niet gewaardeerd, weet hij.

Elias is een nuchtere jongen die zelden stress ervaart. Hij is eerder een persoon die dingen van een afstandje bekijkt en strategische keuzes maakt, wanneer hij zich in dit soort situaties bevindt. Op dit moment kiest hij ervoor om zich luchtig en dienstbaar op te stellen. Ook nu hij de stylist ziet aankomen met een broek, waarvan hij op een kilometer afstand al kan zien dat het hem niet gaat passen. “Dit kan nog wel even gaan duren”, denkt hij.

Te veel minuten en ontelbare kledingsetjes verder lijkt de uiteindelijke keuze gemaakt te zijn. De outfit die volgens de stylist moet voldoen aan het beoogde plaatje. Elias zal voor deze commercial in de huid gaan kruipen van een Syrisch vluchteling die nu geneeskunde studeert. Hij moet dus het echte succesverhaal gaan voorstellen. De slogan van dit bekende biermerk?  ‘Share a beer, share a story’. “Dat is toch mooi”, denkt hij.
En, wat vind je ervan?” Nog voordat hij een antwoord kan geven loopt de styliste de andere kant op. Elias bekijkt zichzelf voor het eerst van top tot teen. “Hier zet deze ook maar op.” De styliste is inmiddels teruggekomen met een grote Gucci bril met oranje glazen. Ineens wordt hij geconfronteerd met zijn eigen spiegelbeeld.

Langzaam laat hij de zuurstof via zijn neus naar binnenkomen tot zijn longen volledig gevuld zijn. Daar houdt hij zijn adem een paar seconden vast, voordat hij de lucht weer rustig via zijn mond laat ontsnappen. Tussen zijn wenkbrauwen is een kleine fronsrimpel ontstaan. En hij voelt een lichte tinteling in het puntje van zijn neus. Zijn voeten aan de grond genageld. “Wat een belachelijke outfit. Ik moet toch een gevluchte geneeskundestudent uit Syrië voorstellen? Die zien er toch niet zo uit?”, denkt hij terwijl hij zijn knalblauwe joggingpak met bombastische bril nog maar eens bekijkt. Zijn zweet is inmiddels afgekoeld door de airco en hij voelt een koude rilling over zijn rug glijden. “Waarom voel ik me ineens zo raar?”

Hij merkt op dat hij graag iets wil zeggen over de outfit die hem is aangetrokken, maar zijn kaken staan strak op elkaar. “De stylist weet heus wel wat ze doet”, denkt hij terwijl hij, zonder dat hij het zelf doorheeft, zijn handen tot vuisten heeft gemaakt. “Maar waarom trekt ze me dit dan aan?”
“Kan iedereen zich verzamelen in de studio!”, roept een stem die klinkt als de voormalig voetballer Levchenko. “Oké, schouders eronder”, spreekt Elias zichzelf aanmoedigend toe. “Te laten komen en daarna gaan zeiken over je outfit? Dat lijkt me geen goed idee. Dit is gewoon hoe de reclamewereld in elkaar zit en hier betalen ze me dan ook goed voor”, denkt hij terwijl hij in tweestrijd richting de studio loopt. Daar staan de rest van de acteurs. “Wow bro, ik had echt niet aangetrokken wat jij nu aan hebt”, zegt een van hen zonder enige gêne”, nog voor Elias een goed woord met hem heeft gewisseld. “Haha ja, aparte keuze, hè?” floept Elias eruit terwijl zijn rug een lichte kromming maakt en hij snel de andere kant op kijkt. “Hij heeft wel echt gelijk”, denkt hij.

Zijn blik wordt gevangen door de regisseur. Een grote glimlach kruipt over het gezicht terwijl hij Elias aankijkt. Liefkozend bijna. Alsof hij hem gerust probeert te stellen. Hij is een klein, kalig mannetje met flink wat vlees op z’n botten en gelaatstrekken die zo passen binnen het stereotype Oostblok. “Hoi, ik ben Erik”, zegt de regisseur. “Jij bent Elias toch?” Ja, aangenaam”, zegt hij terwijl zijn gedachtes oncontroleerbaar verder gaan.

Als acteur is hij het wel gewend om getypcast te worden voor bepaalde rollen. Het is dan ook niet de eerste keer dat hij wordt gecast als de buitenlander. “De acteerwereld is nu eenmaal opzoek naar een opvulling van de diversiteit in het veelal door witte geregeerde landschap”, denkt hij. Meestal heeft hij daar ook wel vrede mee, maar dit keer wordt hij overvallen door een gevoel van schaamte en een lichte walging. Zijn maag draait rondjes als een wasmachine die op hol is geslagen en zijn weerstand groeit en groeit. Zijn tong voelt inmiddels aan als droog schuurpapiertje en iets in hem schreeuwt om gerechtigheid… Plotseling wordt het stil in zijn hoofd.

Ineens ziet hij zijn vader en moeder voor zich. In een flits ziet hij hun leven, zijn leven, aan hem voorbijgaan. Zijn vader die dertig jaar geleden vanuit Egypte naar Nederland was gevlucht om hier een beter bestaan op te bouwen. Zijn moeder die met gevaar voor eigen leven in de achterbak naar Nederland was gekomen. Zijn broer die ontelbare schoolreisjes had moeten missen omdat ze als gezin 23 jáár hadden moeten wachten op een verblijfsvergunning. Het moment dat hij op veertienjarige leeftijd de huistelefoon opnam en de advocaat, die inmiddels ook een vriend was geworden, hem vertelde dat ze de papieren hadden gekregen. Zijn vader die in tranen uitbarstte toen hij dit nieuws vertelde. Alle emoties die hij destijds had gevoeld raasde nu als een dolle stier aan hem voorbij.
Ja, de reclamewereld is soms plat en daar is hij zich al langer van bewust. Maar hij neemt de dingen ook graag met een korreltje zout. Hij wordt in Amsterdam soms helemaal gestoord van al dat ‘Woke’-gedoe. Maar dit narratief werd gewoon echt verkeerd neergezet. Een Syrische vluchteling, gekleed in een blauw Pipo pak met oranje Gucci-bril, die onder het genot van een biertje zijn verhaal deelt met de slogan: ‘Share a beer, share a story’ en die het succesverhaal moet voorstellen, omdat hij nu geneeskunde studeert?

“Ik ben toch niet gek?” dacht hij. “Ik moet hier iets over zeggen”, hij neemt een teug adem en zucht. “Hee Erik, zo ziet een Syrische vluchteling er toch niet uit”, zegt Elias grappend, om zo de reactie van de regisseur te kunnen peilen.
De seconden van stilte voelen aan als uren. Zijn zicht is inmiddels zo helder geworden als die van een uil in de nacht. Zijn geur zo goed als die van een olifant en zijn gehoor zo gevoelig als de grote wasmot.
“Hahahh”, lacht Erik. “Waarom lacht hij? Hij denkt dat ik een grapje maak natuurlijk”, Elias lacht uitbundig mee.
“Eigenlijk denk ik dat je gelijk hebt knul. Deze outfit is misschien niet erg geloofwaardig voor de rol die je moet spelen hè? Laten we de stylist er even bij roepen ”, zegt Erik terwijl hij hem een schouderklopje geeft. “Wow, wacht even. Zegt hij nou wat ik denk dat hij zegt? Zie je ik heb gelijk!”, Elias probeert met man en macht zijn geluksgevoel niet te veel te laten blijken. Alle zintuigen die net nog zo bovenmenselijk aanvoelde, hebben plaats gemaakt voor euforie en zijn hele lichaam voelt op dit moment aan als een spaghettisliert.

Elias is altijd een pleaser geweest, de grappenmaker, nuchter en zelfverzekerd. Hij is al langere tijd doelgericht bezig met zijn toekomst en wil niets liever dan het maken als acteur.  Maar voor het eerst laat zijn familiegeschiedenis hem dieper nadenken over wie hij is en wat hij wil uitdragen naar de rest van de wereld. Vanaf nu zal hij zich eerder uitspreken en zijn ouders nog trotser maken dan dat ze al zijn.

*Om de identiteit van de persoon te bewaren, zijn alle namen in dit verhaal fictief. Officiële namen zijn bekend bij de redacteur.*

 

 

 

 

Over de auteur