Modieuze schimmels: een omslag in de fashionindustrie

Modieuze schimmels: een omslag in de fashionindustrie

Vier verschillende stadia van de groei van mycelium op een jas van hennep. ‘MYCoat’ door Dasha Tsapenko, 2022. Foto: Miranda Niccolai.

UTRECHT – Schimmels kunnen een alternatief gaan vormen voor materialen die grote ecologische schade veroorzaken, zoals plastic, kurk, beton en rubber. In de mode-industrie, die nog steeds bekend staat als een van de meest vervuilende op aarde, wordt langzaam maar zeker steeds meer geëxperimenteerd met het gebruik van schimmeldraden, ofwel mycelium, bij het creëren van een vervanger voor textiel. Prof. Dr. Han Wösten, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en ‘schimmelmens’, aldus hemzelf, ziet in dit multi-inzetbare organisme de toekomst.

Mycelium is het netwerk van schimmeldraden waar de paddenstoel uit groeit. Het kan voor de productie van biomateriaal, zoals een nieuwe vorm van textiel, lokaal gegroeid worden, waardoor het zorgt voor een kortere productieketen in vergelijking met kleding dat in andere landen wordt gemaakt. Bovendien draagt de productieketen van biomateriaal bij aan een circulaire economie, het materiaal is namelijk composteerbaar wanneer het volledig bestaat uit mycelium of mycelium in combinatie met natuurlijke materialen.

Ilse Kremer is een van de kunstenaars van de expositie Compostkleding, die momenteel te zien is in Castellum Stede Hoge Woerd in Utrecht De Meern. Zij maakte hiervoor een collectie kledingstukken die met schimmelpigmenten zijn geverfd. ‘Ik studeerde mode in Rotterdam en werd telkens geconfronteerd met de negatieve effecten hiervan: de verspilling, het uitbesteden van het werk naar derdewereldlanden en het gebruik van vele schadelijke chemicaliën om te verven’, verteld Kremer. ‘Ik ben toen begonnen met het creëren van verf uit voedselresten zoals avocadopitten en mandarijnenschillen, maar die hadden geen sterke pigmenten. Zo kwam ik uiteindelijk bij schimmels’. De jurken hangen nu een aantal weken in het museum, maar doordat het pigment van mycelium erg gevoelig is voor licht vergaat de kleur snel. Zo zijn de twee tentoongestelde jurken niet meer geel en rood, maar twee verschillende tinten beige. ‘Ik ben aan het onderzoeken hoe ik het pigment kan versterken, maar ik vind het niet persé een negatieve bijkomstigheid. Wij zijn als mensen allemaal zó materialistisch ingesteld, van elk shirt willen we allerlei verschillende kleuren. Als je het zo bekijkt, kan je dezelfde jurk nu steeds een andere kleur verven zonder meteen een nieuwe te kopen’.

Een stapje verder is het resultaat van de toepassing van mycelium bij het creëren van duurzame en biologisch afbreekbare stoffen. Het werk van NEFFA, het instituut voor biomateriaal dat Aniela Hoitink vorig jaar opzette, heeft hiermee de primeur. De MycoTEX-stof, de stof op basis van schimmeldraden die Hoitink ontwikkelde, lijkt op iets tussen leer en latex. Hoitink ontwikkelde deze stof door in petrischalen gekweekte ‘rondjes’ mycelium op een paspop te plakken in de vorm van een jas. De mycelia groeit na zo’n twee weken aan elkaar waardoor de rondjes uiteindelijk een geheel vormen. Et voilà: een myceliumjas. Hoitink verbruikte bij het maken van haar jas twaalf liter water, in tegenstelling tot de gemiddelde 2500 liter voor al een simpel T-shirt.

Professor Dr. Han Wösten heeft de afgelopen jaren een breed netwerk opgebouwd, niet van draden, maar van onderzoeken en experimenten met mycelium. Zo heeft hij samengewerkt met Mogu, Mycoworks en NEFFA, ondernemingen die allemaal bezig zijn met het verwerken van mycelium tot product. ‘Het is het grootste organisme op aarde, in één theelepel zitten twee kilometer aan schimmeldraden. Dat moeten we ook zo houden. Die draden zijn uitermate geschikt om biomaterialen te creëren en worden bij einde gebruik weer teruggegeven aan de aarde’, verteld Wösten. ‘De jas van Dasha Tsapenko, met wie ik heb samengewerkt, kan in principe gewoon op de composthoop gegooid worden wanner hij niet meer gebruikt wordt’.

Vooral grote kledingmerken durven echter de stap nog niet te wagen naar werken met biomateriaal, omdat zij eerst een volledig uitontwikkeld product willen zien voordat zij een samenwerking aangaan, terwijl de financiering al in het ontwikkelproces nodig is. Een t-shirt of onderbroek van mycelium die je in een winkel ziet hangen is hierdoor nog toekomstmuziek. Ondanks dat mycelium circulair is en het een korte productieketen heeft, kan het ook enkel gekweekt worden in een zeer steriele ruimte in een lab waar geen sporen van andere schimmels zijn. Het kweken duurt nog te lang om te kunnen concurreren met de snelheid van de markt, en de draagbare biomaterialen die tot dusver volledig van mycelium worden gemaakt lijken op leer of latex. Niet erg comfortabel dus. Bovendien moet een kledingstuk ook voldoen aan allerlei hygienewaardes en kunnen de biomaterialen die tot dusver ontwikkeld zijn nog niet nat worden. Wösten mikt op tien jaar tijd voordat myceliumkleding voor een iedereen beschikbaar is. ‘Het Franse modehuis Hermès heeft de samenwerking aangedurfd met Mycoworks en een tas ontwikkeld. Die komt straks voor 1500 euro op de markt, wat onbetaalbaar is voor een gemiddeld persoon. Maar dit is waarschijnlijk wel dé manier om eerst de klant te laten wennen aan het nieuwe product, het product gewild laten worden. Daarna kunnen we het steeds verder opschalen.’

De tentoonstelling Compostkleding is nog tot en met 16 oktober 2022 in Castellum Stede Hoge Woerd te bezoeken, Ilse Kremer zal hier op 8 oktober een workshop verven met schimmels geven.

 

 

 

Over de auteur

Miranda Niccolai

Hoi! Officieel is het zijn van een journalist geen beschermd beroep, dus kan ik bij deze vermelden dat ik 'journalist' ben. Ik schrijf graag over natuur en milieu, maatschappelijke problemen, feminisme, wetenschap en kunst en cultuur. In de huidige samenleving voel ik mij verplicht iets bij te dragen, ik hoop uiteindelijk met mijn artikelen een verschil te kunnen maken.