Nieuwe regels voor freelancers: wat betekent dit voor jonge journalisten?
Vanaf 1 januari verandert er veel voor freelancers in Nederland. De Belastingdienst gaat strenger handhaven op de Wet DBA en introduceert de Wet VBAR. Deze wetten moeten schijnzelfstandigheid tegengaan, maar zorgen ook voor onzekerheid in sectoren zoals de journalistiek. Wat houden deze regels in? En hoe kijken ervaren en beginnende journalisten naar de toekomst van freelancen?
Freelancers komen in aanmerking met de wet VBAR. Foto: Sofie Bouwmeester
Minder ruimte voor freelancers
Door de strengere handhaving worden redacties voorzichtiger met het inhuren van freelancers. Dat ziet ook Cyril Snijders, coördinator van de vakken Markt Verkennen en Markt Betreden: ‘Een aantal grote mediabedrijven wil zich niet meer branden aan mogelijke schijnzelfstandigheid. De NOS is daarmee begonnen, maar ik hoor hetzelfde bij Omroep Gelderland en andere redacties.’
Volgens Snijders is die terughoudendheid begrijpelijk, maar zorgt het wel voor minder werk voor freelancers. ‘Veel redacties kiezen nu voor contracten, in plaats van structureel freelancers inhuren. Dat maakt de markt kleiner, zeker voor startende journalisten.’
Ervaringen van professionals
Freelancejournalist Iris Verhoeven, inmiddels ook in dienst bij het NOS Jeugdjournaal, vertelt: ‘Toen ik begon was freelancen de enige manier om vlieguren te maken, maar het was tegelijkertijd ook onzeker: facturen die niet betaald werden en periodes zonder werk.’ Ze benadrukt dat jonge journalisten zich moeten profileren en dicht bij zichzelf moeten blijven. ‘Netwerken via de NVJ en LinkedIn heeft mij zo veel gebracht,’ schetst ze. Ook zij ziet nu meer collega’s overstappen naar loondienst, vooral vanwege de nieuwe Wet DBA.
Sophie Meijer, freelancer bij de Gooi- en Eemlander, herkent dat beeld. ‘Heel eerlijk gezegd is freelancen niet altijd per se een keuze. In de journalistiek is er grote concurrentie, want je komt niet zomaar aan een contract.’ Ze noemt het soms een luxe om een vast dagtarief te hebben, maar weet dat veel freelancers elke maand opnieuw opdrachten moeten binnenhalen. Haar tip? ‘Zichtbaarheid op sociale media en een goed netwerk zijn belangrijk.’
Wat verandert er?
Tot nu toe was de handhaving van de Wet DBA beperkt, maar vanaf 2026 is dat voorbij. De Belastingdienst kan dan boetes en naheffingen opleggen als blijkt dat een freelancer feitelijk in loondienst werkt. De nieuwe Wet VBAR maakt dit nog strenger door twee belangrijke elementen toe te voegen.
Zo wordt het rechtsvermoeden van werknemerschap ingesteld. Werkenden die minder dan een bepaald uurtarief verdienen, worden vermoed werknemer te zijn. In het nieuwe wetsvoorstel is dat tarief rond € 36 per uur (peildatum 1 januari 2025), waarbij dit bedrag regelmatig wordt aangepast aan het minimumloon. Zit een freelancer daaronder, dan moet de opdrachtgever aantonen dat er écht sprake is van zelfstandig ondernemerschap.
Snijders nuanceert: ‘Er zijn woordtarieven, dagtarieven en grotere opdrachten voor een aantal dagen met een “klusprijs” als het ware.’ Hij voegt toe: ‘Verder heb je grofweg drie manieren om jezelf freelancer te noemen of de inkomsten te verwerken: opgeven als bijverdienste, in de kleine ondernemersregeling vallen (KOR) of als zzp aan de slag.’
Daarnaast wordt het gezagscriterium aangescherpt. Wie werkt onder leiding van een chef of volgens vaste werktijden, wordt al snel als werknemer gezien. Dat is een grote verandering voor een sector die gewend is aan flexibele schillen en tijdelijke klussen.
Snijders: ‘Als je drie dagen per week op een eindredactie zit of structureel redactiewerk doet, dan is dat volgens de nieuwe regels schijnzelfstandigheid. Het werk is niet projectmatig, je werkt onder een leidinggevende en je hebt weinig ondernemersrisico. Dat soort constructies worden nu echt afgeschaft.’
Wat is freelancen eigenlijk?
Tijdens de talkshow over freelancen op de SvJ verwoordde student en presentator Nina Starink het helder: ‘Het is jezelf verkopen als journalist aan verschillende bedrijven. Dus niet voor één bedrijf werken, maar jezelf zo neerzetten dat verschillende bedrijven jou willen inhuren. Je bent een soort merk van jezelf.’ Of ze het freelancen ziet zitten? ‘Ik moet zeggen dat het mij op dit moment niet heel erg trekt. Als het op een gegeven moment niet anders kan, dan zal ik ervoor gaan.’
Haar collega Auke Jantzen ziet vooral een drempel: ‘Ik moet me nu enorm gaan profileren.’ Hun twijfel is begrijpelijk, want freelancen vraagt niet alleen journalistieke vaardigheden, maar ook zakelijk inzicht en zelfpromotie.
Volgens Snijders is het een herkenbare worsteling. ‘In mijn lessen probeer ik studenten te laten zien dat personal branding niet betekent dat je een influencer wordt. Het gaat erom dat je laat zien wie je bent, wat je maakt en waar je expertise ligt.’
Verdienmodellen en uitdagingen
De nieuwe regels hebben niet alleen gevolgen voor hoe freelancers werken, maar ook voor hun verdienmodellen. Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek ziet dat inkomsten steeds vaker komen uit een mix van activiteiten: artikelen schrijven, lezingen geven, branded content maken en cursussen opzetten. Crowdfunding en micropayments spelen ook een rol terwijl commerciële opdrachten toenemen. Dit kan de onafhankelijkheid onder druk kan zetten.
Voor studenten journalistiek betekent dit dat ze moeten nadenken over hun positie en strategie. Wie straks wil freelancen, moet meerdere opdrachtgevers hebben, een tarief boven €33 per uur hanteren en kunnen aantonen dat hij of zij ondernemer is met een eigen administratie en marketingplan. Het is niet genoeg om goed te schrijven, want je moet ook zichtbaar zijn en een personal brand opbouwen.
Verhoeven waarschuwt daarbij voor het verliezen van je eigenheid: ‘Je moet jezelf kunnen verkopen, maar wel eerlijk blijven over wie je bent. Ik vind het belangrijk dat je niet dingen gaat doen die niet bij je passen.’ Meijer sluit zich daarbij aan: ‘Als mensen weten waar jouw passie ligt, werkt dat altijd in je voordeel.’
Toekomst van freelancen
De toekomst van freelancen blijft onzeker, maar er wordt verwacht dat het niet verdwijnt. Het zal wel veranderen. Grote mediabedrijven zullen minder zzp’ers inzetten voor structurele taken en meer werken met hybride modellen waarin freelancers losse projecten doen naast vaste teams.
Voor freelancers betekent dit dat ze zich moeten onderscheiden door specialisatie of door het aanbieden van aanvullende diensten zoals podcasts, videoformats of educatieve content. Digitalisering en AI zullen ook invloed hebben op het werkveld en vragen om nieuwe vaardigheden, maar de kern blijft hetzelfde: goede verhalen maken en een publiek bereiken.
Verhoeven denkt dat er altijd ruimte zal zijn voor freelancers, maar dat het een golfbeweging blijft waarin wetgeving en markt elkaar afwisselen. Meijer ziet kansen voor wie flexibel is en bereid om te leren, maar waarschuwt dat het geen makkelijke weg is. ‘Het is geen ideale situatie, maar het kan een goed begin zijn als je wilt werken en ervaring op wilt doen.’ Docent Snijders herkent hetzelfde patroon onder afgestudeerden.
Wat betekent dit voor studenten?
Wie studeert moet zich realiseren dat freelancen niet alleen een journalistieke keuze is, maar ook een ondernemende stap. Het vraagt kennis van belastingregels, inzicht in tarieven en durf om jezelf te profileren. De nieuwe generatie journalisten staat voor een uitdaging, maar ook voor een kans om het vak opnieuw vorm te geven met creativiteit en ondernemerschap. Dat maakt freelancen, ondanks alle onzekerheid, nog steeds een interessante optie. Volgens Snijders moeten studenten zich niet laten afschrikken door nieuwe regels. ‘Freelancen kan nog steeds een goede manier zijn om ervaring op te doen. Er zijn zesduizend freelancejournalisten die allemaal werk hebben. Die markt verandert, maar verdwijnt niet.’
Criteria Belastingdienst – Ondernemerschap Foto: NVJ