Hans de Clercq over toekomstige specialisatie rondom data en AI: ‘Je moet kunnen en durven veranderen’
Laten we eerlijk zijn, iedere journalistiek student heeft wel eens een kop of invalshoek laten schrijven door ChatGPT. Aan de snelle ontwikkelingen van data en AI is ook in de journalistiek niet te ontkomen. Hans de Clercq, directeur van het Instituut voor Media, vertelt uitgebreid over wat voor rol het speelt en gaat spelen op de SvJ.
Een foto van Hans de Clercq door: Bert Kok
De afgelopen tijd gaan de ontwikkelingen ontzettend snel, maar data en AI zijn al lange tijd niks nieuws meer. Wat is er de afgelopen tijd mee gebeurd op de opleiding?
‘Een jaar of acht geleden ben ik hier aan de slag gegaan als instituutsdirecteur. Ik kwam rechtsreeks vanuit het werkveld, ik heb bij allerlei verschillende omroepen en producenten gewerkt. Toen ik hier kwam was het echt wel een andere tijd, de nadruk lag op de traditionele journalistiek. In de jaren die volgden hebben wij, meer dan andere opleidingen journalistiek, ingezet op technologie.’
‘Op deze opleiding zitten niet de meest wiskundige studenten en dat geldt eigenlijk ook wel voor de docenten. De focus ligt daarom bij ons niet vaak op de technische kanten, maar op de effecten van die technologie. Dat zijn we een beetje aan het omdraaien. Als je weet hoe het werkt, kun je het namelijk ook zelf gaan gebruiken. We hebben in de afgelopen jaren zo’n twintig tot dertig nieuwe docenten binnengehaald, sommige daarvan werken maar een klein deel van de week bij ons. Dat is alleen maar goed, want zij staan nog midden in de praktijk. Zij nemen de nieuwste kennis over data en AI mee naar het onderwijs.’
Waar moeten we dan aan denken?
‘Kijk bijvoorbeeld naar ChatGPT, daarmee kunnen studenten makkelijk teksten voor zich laten schrijven. Dan kunnen wij daarop reageren door de plagiaatcontrole strenger te maken om te zorgen dat ze ons niet voor de gek houden. Dat kan. Maar je kan ook zeggen, als studenten de boel nu al zo goed kunnen neppen met AI, laat staan hoe vergevorderd die technologie over een paar jaar zal zijn. We moeten onszelf af gaan vragen of we bepaalde vaardigheden dan nog wel moeten leren of toetsen. Ik zeg niet dat we ze niet meer gaan leren schrijven, dat blijft ontzettend belangrijk, maar bepaalde competenties zullen wel overbodig worden.’
‘We moeten erover na gaan denken hoe we AI en data kunnen gebruiken om betere journalisten te worden. Je kunt straks op een andere manier research gaan doen en teksten laten schrijven of aanpassen. Maar AI kan je ook helpen met onderzoek naar je doelgroep, om de interactie met je publiek te verbeteren. Om dat op korte termijn toe te passen zijn we al aan het kijken of we vanaf volgend jaar in jaar 1 en 2 studenten kunnen gaan leren prompten. Dan leren we ze wat slimme opdrachten zijn om aan AI te geven.’
Wat kunnen we verder verwachten dat er gaat veranderen aan het onderwijs?
‘We willen ten eerste zorgen dat iedereen vanaf jaar 1 iets meer over data en AI gaat leren, naast alle dingen die ze normaal al leren. Voor de studenten die later in de studie denken dat data en AI hen kan helpen bij hun journalistieke ambities, willen we vanaf september 2024 een specialisatie op het gebied van data, AI en journalistiek aanbieden. We hebben al een master data-driven desgin. Vanaf september 2025 willen we ook beginnen met een master voor afgestudeerde journalistiek studenten. Zij kunnen zich dan verder ontwikkelen op het gebied van data en AI.’
Is daar veel vraag voor vanuit studenten?
‘Nog niet. Studenten zijn erg bezig in het heden. Dat is prima, maar wij moeten er wel voor zorgen dat het onderwijs zich op tijd doorontwikkeld. We wijzen studenten erop dat ondanks dat ze een hekel hebben aan alles wat op data en wiskunde lijkt, het toch belangrijk voor ze is. Het kan best zijn dat als we straks beginnen met die specialisatie, er maar tien of minder studenten voor kiezen. En toch gaan we het doen, want het moet er komen.’
Technologie innoveert razendsnel, kan het onderwijs dat wel bijhouden?
‘Je moet de opleiding zien als een winkel. Die is de hele dag open en je moet hem gaan verbouwen, zonder dat je hem kunt sluiten. Je kunt het niet in één keer zomaar omgooien. En dan hebben we ook nog eens met heel veel regels, bureaucratie en administratie te maken. Dat heeft altijd een paar jaar nodig.’
‘We hebben inmiddels best goed in beeld waarin we door moeten ontwikkelen, maar voordat we dat allemaal toe kunnen passen moeten we bijvoorbeeld ook met docenten aan de slag. Ook docenten hebben een bepaalde manier van werken en die zitten er niet altijd op te wachten dat mensen van bovenaf ze gaan vertellen dat het anders moet. Journalisten zijn vaak erg verknocht aan hun vertrouwde journalistieke waarden en normen. En terecht, het is een ontzettend belangrijk vak. Maar je moet ook durven en kunnen veranderen. Dat is zowel in de journalistiek als in het journalistieke onderwijs best ingewikkeld. Maar de laatste jaren is daar wel een kentering in gekomen.’