Grote meneer
Column– Jerry Huinder
Ik zie een regenachtige snelweg, gefotografeerd vanachter de voorruit van een auto. ‘Onderweg, bij Venlo’, is het onderschrift van de student die me dit heeft gestuurd. Nu appen studenten me wel vaker – soms irritant, vaak onzinnig, maar net zo vaak grappig en belangrijk –, maar dit appje ga ik nooit van mijn leven meer vergeten. Daar gaat ie dan, onderweg om een half jaar een minor te volgen aan een universiteit in het buitenland. Ik merk dat ik er emotioneel van word.
Rechten afbeelding: Pepijn van der Putten
Deze jongen, of moet ik inmiddels grote meneer zeggen, ontmoette ik een aantal jaar geleden via de mail. ‘Hoi, ik zit in uw klas, maar ik weet niet of u me ooit gaat zien. Ik heb nogal last van paniekaanvallen, en naar buiten gaan lukt me niet. Laat staan mensen aanspreken of interviewen’. Mijn eerste gedachte? Ok jongen, da’s heel vervelend voor je, maar waarom ben je dan in godsnaam journalistiek gaan studeren? Want tja, naar buiten gaan en mensen interviewen is iets dat binnen ons vakgebied nogal eens voorkomt. Iets in die trant heb ik hem ook, direct als ik ben, geantwoord. Dat ik het vervelend vond voor hem, maar dat ‘ie toch maar moest komen, omdat het anders wel een heel ingewikkeld verhaal zou worden’.
Hij kwam. Zag. En overwon. En dat maakt me zo ongelooflijk blij. Wees niet bang, ik ga jullie niet vermoeien met een ‘ik-heb-een-klein-steentje-bij-kunnen-dragen’-dweepverhaal. Mijn rol is nihil, onbelangrijk en niet ter zake doende. Ik ben gewoon fokking blij. Voor hem. Trots. Op hem. En op onze school. Want mensen, wat gaat er soms veel fout. Wat kan het allemaal beter. Roostering, de lessen, het curriculum, de kroeg, de digiborden, de docenten, vul zelf maar in. Maar hoeveel we op de SvJ nog kunnen verbeteren, één ding is ons al gelukt: je kan op onze school binnenkomen als aangeschoten wild en onderweg een vliegende panter worden. Maak ze gek daar in het buitenland, grote meneer.