‘Programmatisch toetsen is de toekomst’
Sinds dit schooljaar werkt de School voor Journalistiek Utrecht met een nieuw programma waarmee programmatisch kan worden getoetst, eJournal. Tijd om na het eerste semester de balans op te maken met Maaike Severijnen, lid van de Toets Expertise Groep. ‘De student wordt niet meer alleen op het eindproduct beoordeeld’, is een van de voordelen volgens Maaike.
Student werkt met eJournal Foto: Nick Vink
Maaike Severijnen, lid van de Toets Expertise Groep van het Instituut voor Media, legt uit wat programmatisch toetsen is: ‘Bij programmatisch toetsen wordt een student niet alleen aan het eind beoordeeld, maar krijgt gedurende een periode meerdere keren beoordelingen met feedback, waardoor hij zich goed kan ontwikkelen.’
Het toetsen gaat aan de hand van zogeheten datapunten, opdrachten waarmee de student aan zijn leeruitkomsten werkt. Die datapunten komen het hele blok voorbij, waardoor je geen groot portfolio meer hoeft in te leveren aan het einde van het vak. Aan de hand van die datapunten kan je aantonen dat je je ontwikkelt in een bepaalde leeruitkomst. ‘Met deze manier van toetsen is er veel meer ruimte om feedback te geven aan de studenten. Voorheen werd er feedback gegeven op het grote portfolio. Daar keken studenten vervolgens niet naar als ze een voldoende hadden. Met programmatisch toetsen krijg je constant feedback en weet je waar je je nog in kan ontwikkelen.’
Hoe bevalt eJournal?
Het eerste semester van het schooljaar is nu voorbij, dus de eerste toetsen met eJournal zijn gemaakt. Veel kan Severijnen er alleen nog niet over zeggen. ‘Of deze methode van toetsen echt beter is kunnen we nog niet zeggen, daar is het te vroeg voor. Als het hele schooljaar is afgelopen en alle cijfers zijn binnen, dan kunnen we misschien de eerste conclusies trekken. Daar is het nog te vroeg voor.’ Wel merkt Severijnen een verandering door eJournal. ‘Tijdens de verdiepingsvakken in leerjaar twee leverden heel veel studenten voorheen niets in, nu met eJournal hebben veel studenten iets ingeleverd. Dus dat is een vooruitgang.’
Een andere verandering die Severijnen heeft opgemerkt is de werkdruk voor de docenten. ‘Docenten hebben, net als de studenten, meer deadlines. Zij moeten tijdens de cursusperiode zelf dus al meer nakijken. Het is dus nog wel even puzzelen met hoe we dit voor de docenten niet te veel laten worden.’
Haken en ogen
Er zitten nog wel wat haken en ogen aan het programmatisch toetsen. ‘Er is nog discussie over bijvoorbeeld het missen van datapunten: mag dat of niet. Misschien moeten we wel drie datapunten maken, zodat de student kan kiezen welke die eerst doet. Zo zijn er best wel wat punten waar we nog over na aan het denken zijn.’ Ruimte voor verbetering is er dus zeker.
Volgens Severijnen is programmatisch toetsen wel echt de toekomst. ‘Heel veel hbo-opleidingen gaan op deze manier werken. Er is dus een grote landelijke beweging gaande richting het programmatisch toetsen.’